Vies en vuil en daardoor echt
Morgen is het twintig jaar geleden dat de Franstalige Vlaming Jacques Brel op 49-jarige leeftijd stierf in Parijs. Ter gelegenheid hiervan vindt er later deze maand een festival plaats met optredens van internationale artiesten en discussies over zijn werk. Een van de deelnemende artiesten is Brel-adept Tom America.
“Eigenlijk was Brel een slechte zanger, met liedjes van niks. Toch zal zijn werk de laserstraal van de tijd moeiteloos overleven. Over honderd jaar zullen zijn chansons nog steeds ontroeren. Brel was geniaal en past moeiteloos in het rijtje Mondriaan, Hitchcock, Hanlo en Hendrix.”
Tekstschrijver en componist Tom America laat er geen twijfel over bestaan, dat hij Brel een briljante gek vindt, die buiten elke categorie valt. Voor Yves Montand, David Bowie, Gilbert Bécaud, Kurt Cobain, Jim Morrison en Bob Dylan heeft hij veel ontzag - maar Brel was de geniaalste. “Hij was de keizer. De Jimi Hendrix van zijn genre.”
Brel was een briljant acteur als hij zijn chansons zong. Bovendien was hij een groot dichter. Zijn teksten kunnen moeiteloos op zichzelf staan. Bij andere zangers en popgroepen is dat onmogelijk. Een gebundelde editie van Brels werk zou een geniale dichtbundel opleveren.''
Brel-bewonderaar Tom America werd vooral bekend als schrijver van bizarre teksten voor de popgroep MAM en als zingend vertolker van de poëzie van Jan Hanlo. Het titelnummer van zijn cd 'Tjielp' werd door Van Kooten en De Bie gebruikt als begintune voor hun tv-programma.
Lang geleden speelde America enige tijd in een punkband. Hij begon z'n carrière door z'n eerste gitaar met een vriendje te ruilen tegen een paar schoenen. “De punktijd was heel nivellerend. Het maakte niet uit of je iets kon. Iedereen kon meedoen.” Tegenwoordig loopt America niet meer rond met een hanenkam, kettingen en veiligheidspelden. Maar het onconventionele, opstandige element in zijn karakter is gebleven. “Artiesten en kunstenaars moeten verbazing oproepen. Spanning creëren. Mensen hebben spanning nodig om scherp te blijven.”
Dat is ook de reden waarom hij zo van Brel houdt. “Brel zong bewust valse noten. Als je dat hoort, denk je: 'Dit kan niet.' Maar tóch klinkt het. Door die valse noten voel je de pijn en de kwelling in de muziek. Prachtig!”
“Ik heb eens een optreden van Brel gezien waarbij een van zijn begeleiders zat te worstelen met een valse snaar. Brel trok zich daar niks van aan. Hij ging gewoon door. Hij zong vaak als een waanzinnige. Ik begrijp niet dat die man nooit schor is geworden. Hij ging zo ver. Fantastisch.
Bij hem maakt het niet uit, als hij hysterisch is en vals zingt. Het wordt er alleen maar mooier door. Het is vies, het is vuil, maar daardoor wordt het echt en ontroerend. Als Brel het heeft over melk en leem, dan voelt het ook als melk en leem. Er zijn maar zeer weinig mensen die dat kunnen.''
“Eigenlijk trok Brel zich nergens iets van aan en hij ging steeds een stap verder dan anderen. Hij ontwrichtte de muziek en de taal. Wat dat betreft is hij een soort Belgische Céline. Net als de zo gehate en van collaboratie beschuldigde Franse schrijver, weigerde Brel bevallig te zijn aan z'n publiek. Hij was nooit een charmeur zoals Montand of Bécaud en schold z'n publiek uit voor varkens en stomkoppen. Maar hoe meer hij tekeerging, hoe mooier het publiek het vond.”
Het eerste nummer dat America van Brel hoorde was 'Ne me quitte pas'. “Ik was een puber, toen ik het voor het eerst hoorde. Met het weinige geld dat ik had, heb ik meteen het plaatje gekocht. Vanaf dat moment was er liefde voor Brel. Volgens mij is 'Ne me quitte pas' een soort Für Elise (Mozart). Het is een all time evergreen.”
America heeft Brel nooit live zien optreden, hij kent hem alleen van de tv. Maar alleen dat al heeft een geweldige indruk gemaakt.
“Het was eigenlijk beschamend hoe Brel zichzelf naar buiten keerde tijdens een optreden. Vol overgave en met een enorme hartstocht bracht hij z'n nummers. Overal op zijn lelijke kop zat zweet en voor de voorstelling moest hij altijd overgeven van de spanning. Hij laadde zichzelf gigantisch op en was altijd hypergeconcentreerd. Het moet een echte marteling voor hem zijn geweest.”
Naast een briljant acteur vindt America Brel ook een groot dichter. “Net als bij Hanlo vind ik de zuiverheid van Brel zo mooi. Vooral de taal is heel belangrijk in hun werk. Brel leefde in de taal. Hoewel hij meestal in het Frans zong, snapte hij ook waar het in het Nederlands om ging.”
“Wij hebben een rauwe, harde, hoekige, maar zeer ritmische taal die volgens mij prachtig is. Ongepoetst en recht voor z'n raap, net als ons volk. Vaak wordt er ten onrechte neerbuigend gedaan over het Nederlands. Als je naar Brel luistert, hoor je hoe mooi het Nederlands kan zijn.”
America is zelf ook altijd bezig met taal-experimenten. Z'n volgende cd moet een ode aan de Nederlandse taal worden. Binnenkort gaat hij samen met Henk Hofstede van de Nits het plat Amsterdams en het plat Brussels bestuderen. Deze twee 'talen' uit de hoofdsteden van het Nederlands taalgebied wil hij gaan verwerken in zijn nieuwe cd. Vooral het Brussels interesseert hem, omdat in Brussel het Nederlands en het Frans elkaar ontmoeten. Niet toevallig natuurlijk was Brussel ook de geboorteplaats van Brel.
Zelf werd America ook geboren in een gebied waar verschillende talen werden gesproken. Hij kwam, als zoon van een leerhandelaar, ter wereld in Limburg en voelt zich daarom sterk verbonden met zowel Duitsland, Nederland als België. Vooral met België heeft hij iets.
“België is een troebel land. Op het gebied van taal en muziek durven ze veel meer dan Nederlanders. Belgen hebben een geheime gang tussen de waanzin en de ratio, tussen leven en dood, vreugde en pijn. Luister maar naar de taal en muziek van Arno Hintjens, Raymond van het Groenewoud, Kamagurka, en natuurlijk Brel. En kijk naar de schilderijen van Magritte. Dat is vaak heel gewaagd en experimenteel.”
“Je moet met kunst mensen verbazen en prikkelen. Anton Heyboer heeft eens gezegd: Het moet helemaal niks zijn. Dan is het pas kunst. En dan moet je er het liefst nog een beetje moeilijk bij gaan staan. De waarheid heeft een verpletterende kracht in zich. Daar hoef je niks aan toe te voegen.”
Brel begreep dat als geen ander. Ook daarom stopte hij al op 37-jarige leeftijd met optreden. Leven als een vedette vervulde hem met weerzin. Zelf zei hij daarover: “Zingen voor publiek is niet normaal. e zingt in de badkamer, omdat je gelukkig bent: alleen. Maar met publiek, nee.”