Column
Verlichte geesten op Twitter
'Twitter kan echt giftig zijn. Wijkagent doet zijn werk en waarschuwt voor verdachte situaties. Twitter: omg, racism.' Microbioloog en columnist Rosanne Hertzberger is niet de enige die, als het zo uitkomt, afgeeft op Twitter en, in haar geval, op de gebruikers ter linkerzijde van het spectrum.
Hertzberger, die dit statement vorige week via dat toxische Twitter naar haar ruim 15.000 volgers verspreidde, liet achterwege dat de Haagse wijkagent mensen aanspoorde vooral naar hun #onderbuikgevoel te luisteren.
Een aantal mensen vond dat een gevaarlijke oproep aangezien bijvoorbeeld etnisch profileren (zeer intimiderend tot dodelijk voor gemarginaliseerde groepen) meestal via onderbuiken vol vooroordelen verloopt. Deze wijkagent is overigens niet de enige die de hashtag #onderbuikgevoel voert. Ook de politie Zevenaar, een 'gebiedsagent' op station Rotterdam Centraal en een wijkagent in Oosterhout doen dat. Maar hoe verontrustend ik dit ook vind, dat laat ik nu rusten.
Het gaat me om de gemakkelijke kritiek dat sociale media één groot open riool zijn. Vaak komt die kritiek van mensen die wel geregeld hun periscoop laten zakken in dat vermeende riool omdat de onwelriekendheid ze flink inspireert voor hun columns, artikelen of talkshows. Maar zodra het er een beetje ruig wordt, nemen deze zogeheten 'lurkers' (gluurders) verschrikt afstand.
Als ik een boekje opendoe over de walgelijke boodschappen die ik mag ontvangen van twitterterroristen (de reden dat ik momenteel 'achter een slot' zit) is de repliek vaak dat Twitter nu eenmaal het slechtste in mensen naar boven haalt. Nu kan ik melden dat ik buiten sociale media ook met racisme en seksisme te maken heb. Uiteraard kan je je onderbuik via een anoniem account wel ongegeneerd legen. Maar haat en nijd zijn niet geboren op sociale media.
Debatzaal
Twitter is niet anders dan welke samenleving dan ook: naast vreselijk gedrag zijn er constructieve initiatieven en hoopgevende ontwikkelingen. Op het bedrijf valt veel af te dingen; er wordt te weinig ingegrepen bij kwaadaardige gebruikers. Maar toch blijft Twitter een laagdrempelige informatiebron, debatzaal, netwerksite, comedyclub en opleidingsinstituut in één. Gisteren nog leerde ik er een nieuw woord: threaducation. Deze samenstelling van 'thread' (naar de aaneenrijging van tweets) en 'education' is typisch voor de taalvondsten op Twitter.
Over de zwaar onderbelichte rampen door modderstromen in Sierra Leone - minstens 500 doden - en Congo - 200 doden - las ik voornamelijk op Twitter. In de week van Charlottesville leerde ik via Twitter het bijzondere verhaal van de zwarte Amerikaan Robbert Smalls kennen. Als 23-jarige bevrijdde hij zichzelf en tientallen anderen tijdens de burgeroorlog in 1861 uit de slavernij in het zuiden door een stoomschip te kapen en naar het noorden te varen. Hij werd kapitein en later zelfs lid van het Huis van Afgevaardigden. Op Twitter werd opgeroepen onbekende helden zoals Smalls standbeelden te geven en niet zijn onderdrukkers.
Zonder Twitter had ik veel bijzondere mensen over de hele wereld niet leren kennen. Zoals Karen Attiah, journalist bij The Washington Post die een briljant satirisch stuk schreef waarin ze over de Verenigde Staten schreef zoals er in de VS over niet-westerse landen wordt bericht. Of hoogleraar sociologie Akwugo Emejulu die onderzoek deed naar de verwoestende werking van bezuinigingen in Groot-Brittannië en, dichter bij huis, schrijver en mediacritica Flavia Dzodan. Via allerlei verlichte geesten op Twitter leer ik kritisch(er) denken. Met mijn hoofd in plaats van met mijn onderbuik.