Verkeer grootste zorg voor Dronten
DRONTEN - Met uiendrogerijen uit de buurt zijn de afspraken al gemaakt: àls het gaat plenzen, kunnen in één dag 20 000 slaapzakken worden gedroogd. Zelfs het weer lijkt Drontens burgemeester Cees Dekker niet meer voor verrassingen te kunnen plaatsen. Dronten staat, na zes jaar voorbereiding, klaar voor de wereldjamboree.
Vorig jaar bij de Europese jamboree, waarvoor Dronten ook gastgemeente was, dreigde er met het weer wèl even iets mis de gaan. De nacht voor de opening zoog een dikke windhoos twee tenten de lucht in. “Stel je voor dat dat gebeurt terwijl hier 25 000 mensen op het terrein zijn. We houden nu de hele Spijkweg vrij van auto's; àls er wat gebeurt, kan er meteen hulp naar toe.”
De vorige jamboree, die overigens maar 10 000 deelnemers telde, is voor Dronten een leerzame try out geweest. Vooral met het verkeer. Dat liep toen meteen al hopeloos vast. “Dat hebben we toen verkeerd ingeschat”, beaamt Dekker, “daarom hebben we nu een verkeerscirculatieplan laten opzetten. Alle auto's worden met behulp van twee pelotons marechaussee en 400 borden naar een parallelweg naast de weg naar Biddinghuizen gedirigeerd, waar op polderwegen plaats is voor 12 000 auto's. Vandaar wordt er met bussen gependeld.” Die voorzorg is nodig, omdat Dronten per dag zo'n 25 000 bezoekers verwacht. Weken voor de opening waren er al zo'n 50 000 kaarten verkocht. En die bezoekers zullen vrijwel allemaal tussen tien en half twaalf toestromen, naast de dagelijkse 2 à 3 000 auto's richting Walibi-Flevo.
Dekker en ir. Kees Bijlsma, directeur ruimtelijke ordening van de gemeente, hebben er lang voor gelobbied bij Scouting Nederland. Nadat tien gemeenten waren geselecteerd, viel in maart 1989 de finale beslissing. Dronten had zijn grootste troef slim uitgespeeld: het kon als enige 300 hectare aaneengesloten gebied, voor een deel op het grondgebied van Walibi-Flevo, voor het inrichten van de mega-camping aanbieden. Bovendien sprak het wel aan zo'n wereldjamboree op de bodem van de Zuiderzee. New land, new world. Overigens leek Dronten met het bidbook ogenschijnlijk zijn hand schromelijk te overspelen, omdat van die 300 hectare er 108 niet in handen van de gemeente waren. Dat stuk, aan de rand van het Veluwemeer, was bezit van de Dienst Domeinen. Maar voor dat probleem had Dekker, van huis uit register-accountant, al bij voorbaat een oplossing. Een ook financieel profijtelijke, naar bleek. Dronten kocht de grond van het ministerie van financiën op voorwaarde dat pas op 1 januari 1996 zou worden betaald. Per zelfde datum verkoopt de gemeente de grond dan - tegen een hogere prijs - weer door aan een projectontwikkelaar, die er 700 recreatiehuisjes gaat bouwen en de bestaande jachthaven wil uitbreiden. “Met de daarmee gemaakte winst hopen we de kosten binnen de perken te houden”, zegt Dekker, “want het is toch allemaal duurder geworden dan we hadden gedacht.” Dat kwam vooral door het faillissement van de oude Flevohof, die nauw bij de organisatie was betrokken, omdat er zestig hectare terrein beschikbaar was. Voor de ontwikkeling van de infrastructuur hadden gemeente en provincie samen een miljoen gulden voorgefinancierd, in afwachting van een toegezegde subsidie van Economische Zaken aan de Flevohof. “Maar na een aantal maanden bleek”, zegt Dekker, “dat de subsidie niet afkwam, en weer een tijdje later dat de Flevohof failliet ging. Dat heeft ons samen met rente al zeker 1,4 miljoen gekost, ofwel zeven ton per partij. Dat kwam ineens bovenop het bedrag van 1,25 miljoen dat we elk al in de jamboree hadden gestoken. Voor een gemeente van maar 30 000 inwoners is dat een lelijke tegenvaller.”
De totale kosten zijn nu geraamd op veertien miljoen gulden. Daarvan neemt het ministerie van VWS vijf miljoen voor zijn rekening, Flevohof had al twee miljoen geïnvesteerd, Scouting betaalt per overnachting, maar minimaal een miljoen en de rest komt van sponsors en bezoekers (entreegeld 25 gulden).
Naast de financiële perikelen kreeg Dronten ook meer tastbare problemen op zijn bord, waarmee een stevig beroep op bestuurlijke en ambtelijke creativiteit werd gedaan. De watervoorziening bijvoorbeeld. Tijdens een werkbezoek aan de jamboree in Zuid-Korea in 1991 hadden Dekker en Bijlsma zich al georiënteerd en ontdekt dat er enorme hoeveelheden water nodig zijn om een een dorp met 25 000 inwoners plus nog eens 6 500 medewerkers te laten drinken en douchen. “Gelukkig beschikte het toenmalige ministerie van WVC nog over het noodnet voor een stad van 50 000 inwoners met vijftig kilometer pijpleiding. We waren net op tijd. Den Haag had al plannen het aan het buitenland te verkopen. Met zeventien kilometer buis kunnen we de totale behoefte van vijftig miljoen liter wel aan”, zegt Dekker. Wat ze in Korea ook hebben geleerd is dat je met zo'n massa-evenement aan chemische toiletten niets hebt. Dat wordt een smeerboel. Daarom is gekozen voor een riolering bij het terrein. Een grote investering, maar die zou later toch nodig zijn geweest.
Aan grote aantallen zijn ze de laatste jaren in Dronten gewend geraakt: 600 douchecellen, 900 toiletunits, 700 telefoonlijnen, tonnen boomschors om de terreinen bij langdurige regen begaanbaar te houden, een amfitheater met 40 000 plaatsen op het terrein van Walibi. Er werd ook een hospitaal met vijftig bedden ingericht. En Albert Heijn installeerde een supermarkt van 600 vierkante meter, gerund door veertig scouts die, naar verwacht, dagelijks zo'n 20 000 klanten aan de kassa zullen krijgen. Totaal benodigde hoeveelheid levensmiddelen: zo'n 100 000 broden, 200 000 liter melk, 615 000 theezakjes.
Aan helpende handen overigens geen gebrek, heeft Dekker ervaren. “Zestig politiemensen uit alle delen van het land hebben hun vakantie laten schieten om hier aanwezig te zijn. Daarvoor moesten ze tijdelijk gedetacheerd worden bij het regiokorps Flevoland, omdat een politieman op vakantie geen bevoegdheden heeft. Ook van brandweerlieden kregen we aanbiedingen. Meestal mensen die vroeger scout zijn geweest.” Daarnaast zijn er nog zo'n 1 100 vrijwilligers die hand- en spandiensten verrichten. “Let wel”, zegt Dekker, “tegen betaling. Voor iedere overnachting vraagt Scouting Nederland een bijdrage.”
Om ook andere gemeenten bij het Drontense evenement te betrekken, heeft Dekker al zijn 636 collega's aangeschreven en voor 4 augustus uitgenodigd. “Dat vond ik een aardig idee omdat de scouts tijdens de jamboree ook veel bij andere gemeenten te gast zijn. Ik denk dat er zo'n 350 zullen komen op de burgemeestersdag.” De meerwaarde van zo'n spektakel voor Dronten? “Natuurlijk publiciteit”, zegt Dekker. “We komen elke dag in het jeugdjournaal. Ook bij buitenlandse media is er belangstelling. Maar we houden er ook wat aan over. Nieuwe verblijfsrecreatie bijvoorbeeld, de recreatiehuisjes die er na de jamboree op het terrein komen. Dat is goed voor Walibi-Flevo dat zich in voor- en naseizoen maar ook 's avonds wil verbreden. En dat is dus ook goed voor de werkgelegenheid. Op het ogenblik biedt Walibi het hele jaar door werk aan zestig mensen; 's zomers aan 350. En we hopen natuurlijk ook dat het nieuwe amfitheater blijft functioneren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan grote popfestivals.”
En de middenstand in Dronten-centrum, veertien kilometer verderop? Die stond, net als de boeren, niet te popelen met nog maar net de drukke Meerpaaldagen achter de rug, moet Dekker toegeven. Maar uiteindelijk heeft de werkgroep 'Dronten, centrum van de wereld' winkeliers en uitbaters over de streep weten te halen. Alles blijft 's avonds open, er komen twaalf terrassen, er is elke avond muziek en er komt een buspendel tussen jamboree-terrein en centrum.