'Verheugt u, uw zoon is martelaar'
Oussema kwam naar Nederland om te studeren, maar hij stortte zich in de wereld van de radicale islam. Na een retraite in zijn vaderland Tunesië sloot hij zich aan bij de djihadstrijders van Isis en hij kwam om in Irak. Oussema's vader doet zijn verhaal.
"Ibsjir", hoorde de Haagse Tunesiër Fathi Jraidi op woensdag 5 maart om half acht 's ochtends door de telefoon. Het gesprek kwam uit Irak. Ibsjir betekent: "Verheugt u." De reden waarom hij zich moest verheugen, vernam hij meteen daarop: "Uw zoon is martelaar geworden."
Jraidi (50) woont in de Schilderswijk in Den Haag. Vijftien jaar geleden kwam hij naar Nederland. Zijn portiek heeft de typische geur van baksteen en beton die je veel in deze wijk ruikt. Er staan een paar kinderwagens geparkeerd. Niets wijst erop dat hier iemand woont die zo hard getroffen is door een oorlog vierduizend kilometer verderop, in Syrië en Irak.
Aan de eettafel is de plek leeg waar zijn omgekomen oudste zoon Oussema altijd zat. Alleen diens jongste broer Hani mag daar zitten. Fathi vroeg aan de persoon die hem belde vanuit Irak om een bewijs van de dood van zijn zoon. Hij kreeg een bloederige foto toegestuurd via internet, op zijn mobiel. De jongen ligt opgebaard, met de linkerwijsvinger richting Mekka. "Het had de wijsvinger van zijn rechterhand moeten zijn", zegt vader Fathi. "Maar die had hij niet meer."
Hooggespannen verwachtingen
Ruim drie maanden na dat vreselijke telefoontje wil Fathi graag alles vertellen, ook omdat hij bang is dat hij in de toekomst nog een zoon zal verliezen aan de djihad. "De mensen moeten weten hoe zoiets gaat", zegt hij. Zijn nu omgekomen oudste zoon Oussema, die vocht voor de extreem-djihadistische beweging Isis, is vermoedelijk niet opgenomen in de 'statistieken van de dood' die de autoriteiten bijhouden over gesneuvelde djihadisten uit de residentie.
Strikt genomen was Oussema ook geen inwoner van de Hofstad. Wel heeft hij vanaf 2012 ruim een jaar in die stad doorgebracht. En minstens een deel van zijn vorming tot djihadist heeft hij in Nederland gekregen. Hij is in 1991 geboren. De verwachtingen waren hooggespannen. Hij haalde in Tunesië zijn middelbare schooldiploma als beste leerling van het hele land. De toenmalige alleenheerser president Ben Ali nodigde hem uit om een prijs in ontvangst te nemen, zegt zijn vader trots. Oussema volgde in Tunesië een opleiding tot operatie-assistent. Hij bracht de operatiekamer in gereedheid en bereidde de patiënt voor op de ingreep. Hij wilde dokter worden.
Oussema was de zoon van Fathi en zijn eerste vrouw. Vijf jaar na de geboorte van Oussema overleed de moeder, bij de fataal verlopen bevalling van de tweede zoon, Saif. Vader Fathi vond werk in Nederland, de twee zoontjes groeiden op bij oma, in de industriestad Kasserine, op de grens met Algerije. Hij haalde Oussema naar Nederland, in de hoop dat hij daar een studie zou kunnen volgen. Maar dat zou te kostbaar worden, rekende vader Fathi uit. Hij kwam uit op een bedrag van 15.000 euro, een onhaalbare horde.
Van de straat
Ook waren er de in het onderwijs gebruikelijke taaleisen. Frans beheerste Oussema vloeiend en ook het Engels was hij machtig. Nederlands leerde hij snel via internet en ook van de straat. Hoewel hij op straat niet veel tijd doorbracht. Moskeebezoek vond hij belangrijker. Vader Fathi: "Ik was daar eerst wel blij mee. Er gebeuren veel slechte dingen op straat, drugs, vrouwen en drank en zo. Ik ben zelf ook moslim en vond het fijn dat hij de godsdienst belangrijk vond. Maar godsdienst moet je ook weer niet overdrijven, alles moet je doen met mate."
Die maat raakte bij Oussema al snel volledig zoek. Fathi: "Hij hield zich de hele tijd bezig met godsdienst. Vroeger in Tunesië was dat niet zo. Hij ging naar de As Soennah-moskee. We woonden toen in de wijk Binckhorst, een flink eind weg. Toch liep hij elke ochtend naar de As Soennah-moskee, om daar het vroegste gebed te verrichten. Hij volgde er ook islamlessen."
Na vijftien maanden keerde Oussema terug naar Kasserine. Kasserine ligt in het armere deel van Tunesië. Het heeft een oude vakbondstraditie en speelde ook een belangrijke rol in de opstand tegen Ben Ali in december 2010 en januari 2011. Vanuit de stad heb je een uitzicht op het Chambigebergte, ooit een prachtig natuurgebied dat deels in Tunesië en deels in Algerije ligt. Er is veel van dat natuurschoon vernield, want het Chambigebergte is een van de weinige regio's in Tunesië waar gewapende guerrilla-activiteiten plaatsvinden. Die dateren overigens niet van de laatste tijd, ook voor de opstand tegen dictator Ben Ali waren in het Chambigebergte al salafistische strijders actief. Ze vertonen zich volgens inwoners zonder hun wapentuig ook in de stad Kasserine, waar ze proberen nieuwe rekruten te werven.
Naar Algerije
Volgens vader Fathi had zijn zoon geen contacten met deze plaatselijke guerrillastrijders, althans hij weet daar niets van. Wel nam de godsdienst in het leven van zijn zoon een nog belangrijker plaats in na zijn terugkeer naar Tunesië. Vorig jaar ging hij in de vastenmaand ramadan in retraite in een moskee in zijn stad, twintig dagen. Zo'n retraite heet in het Arabisch 'taäkoef', in die periode komt de gelovige de moskee niet uit. Hij houdt zich bezig met gebed en het discussiëren over onderwerpen die samenhangen met de islam. Familieleden brengen voedsel en kleren, in het geval van Oussema deed zijn jongere broer Saif dat. En toen ging het ineens heel snel.
Na de ramadan vertrok Oussema naar buurland Algerije. Vanuit de hoofdstad Algiers vloog hij naar Turkije. De douaniers in Algiers stellen minder lastige vragen dan hun collega's in Tunis. De Tunesische douane wil nog weleens proberen djihadstrijders, die naar Syrië of Irak willen, tegen te houden. Hun Algerijnse collega's doen minder hun best. Volgens een cynische theorie zijn de Algerijnse autoriteiten blij met iedere djihadstrijder die naar welk buitenlands slagveld dan ook reist. Ze zijn de lastpost dan zelf kwijt, in elk geval voorlopig en mogelijk zelfs definitief als hij sneuvelt.
Oma ontdekte als eerste dat haar kleinzoon onvindbaar was. Ze waarschuwde vader Fathi. Kort daarop belde Oussema zelf zijn vader op, vanuit Turkije. Hij bood zijn excuses aan omdat hij hem geen toestemming had gevraagd om zich bij de djihadi's te voegen. "Sorry papa, ik heb gekozen voor de weg van God", zei hij. De route via Turkije is gebruikelijk. Turkije legt djihadstrijders die op weg zijn naar Syrië weinig obstakels in de weg.
Een klein jaar geleden bereikte Oussema het slagveld. Zo nu en dan belde hij zijn vader. Opvallend veel telefoneerde hij in de paar dagen voor zijn dood. Had hij een voorgevoel? Hij wilde zijn jongste halfbroer Hani spreken, de zoon van de tweede vrouw van Fathi, die in Den Haag woont. "Let goed op die kleine", zei hij tegen zijn vader. Dat was in het weekeinde.
Dossier
Woensdag volgde dan dat verschrikkelijke telefoontje waarin vader Fathi de opdracht kreeg zich te verheugen omdat zijn oudste zoon dood was. Een dag eerder was hij al begraven, bij een moskee in de stad Ramadi op ruim honderd kilometer van de Iraakse hoofdstad Bagdad.
Fathi: "De strijders krijgen een oorlogsnaam. Oussema heette Aboe Moeqatil ('Vader Strijder'). Maar ze leggen ook een dossier aan met alle mogelijke gegevens over familieleden. Ze kenden al onze adressen en telefoonnummers en ze wisten dat zijn moeder was overleden. Het is heel professioneel, net als in een echt leger. Ze hebben allemaal een metalen plaatje om hun nek met een nummer, dat verwijst naar de belangrijkste gegevens. Tegen mij zei hij: 'Ik ben geen Oussema meer, maar Aboe Moeqatil. Als je gebeld wordt, dan hebben ze het over Aboe Moeqatil en niet over Oussema'."
Via Facebook had vader Fathi contact met een andere djihadstrijder, die zijn zoon goed kende. Hij had als oorlogsnaam Aboe Moesab. "Of hij nog leeft, weet ik niet", zegt Fathi. "Ik heb hem de beste wensen voor ramadan gestuurd, maar ik heb nog geen antwoord gekregen. Misschien is hij ook wel gesneuveld." Via Facebook kreeg hij foto's van zijn zoon, op een vliegveld eerst, daarna in krijgstenue achter een machinegeweer. Hij kreeg ook een gruwelijke foto van zijn lijk. Kogelgaten zijn te zien, maar zijn rechterarm lijkt te zijn afgerukt door zwaarder vuur, artillerie denkt Fathi.
Bang
Een filmpje met foto's van Oussema is op 6 maart, vijf dagen na zijn dood, gedeeld via Facebook. Op een ervan staat hij tussen twee strijders met een geweer. Zelf draagt hij een wit martelaarsgewaad. Aan het eind van de fotoserie staat de tekst van een gebed, met het verzoek aan God om Oussema's zonden te vergeven en hem in het paradijs een beter huis en een betere familie te geven dan hij op aarde had: 'Was hem met water en ijs.'
Fathi is niet bang om de geschiedenis van zijn zoon in de openbaarheid te brengen: "Het is hier in Den Haag allemaal begonnen. Die retraites houden ze ook hier in de As Soennahmoskee. Na Oussema's dood hebben bezoekers van de As Soennah-moskee met mij gepraat. Ze reageerden verschillend. Sommigen zeiden dat het goed was omdat hij nu bij God was, anderen keurden de gewapende djihad af. "Je moet het vergeten", zeiden de meesten. Maar hoe moet ik nou de dood van mijn zoon vergeten? Ik heb de politie verteld wat er is gebeurd. Een agent heeft contact opgenomen met de IND over mijn tweede zoon in Tunesië, Saif. Ik ben vreselijk bang dat hij het voorbeeld van zijn oudste broer zal volgen. Hij heeft zelf al zoiets gezegd. Ik wil hem naar Nederland halen. Straks ben ik twee kinderen kwijt. Ik wil dat iedereen dit verhaal hoort, ook koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Ik hoop dat de regering ervoor kan zorgen dat mijn zoon naar Nederland komt, voordat ook hij naar Turkije reist. Zijn oma is oud en ziek en kan hem niet tegenhouden. Over mijn jongste zoon maak ik me ook zorgen. Ik denk niet dat hij zelf naar Syrië of Irak wil. Maar ik zie dat hij ziek is door wat er met zijn oudste broer is gebeurd en dat hij bezorgd is over zijn tweede broer. Hij praat niet veel met mij, maar ik zie het aan hem. Ik kan niet slapen, ik krijg medicijnen. Ik word helemaal gek."
As Soennah-moskee en radicalisering
De As Soennah-moskee in Den Haag speelt ook in het verhaal van Oussema Jraidi een rol. Of de radicalisering van de jonge Tunesiër daar begon, is daarmee niet gezegd, maar de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zien die moskee wel als de plek waar jaren geleden het zaadje zou zijn geplant bij andere radicale moslims.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) schrijft in haar laatste rapport over het djihadisme in Nederland dat er wel de 'kiem is gelegd', maar dat de rol van de moskee diffuus is en niet meteen als schuldige van de grote djihadstroom is aan te wijzen. De As Soennah is een zeer orthodoxe moskee waar de salafistische stroming wordt gepredikt.
In de tijd dat de beruchte Syrisch-Libanese imam Fawaz Jneid in die moskee predikte, kwamen daar veel lieden die daarna het radicale pad zijn opgegaan. Deze imam is bekend geworden met zijn preek waarin hij onder andere Ayaan Hirsi Ali dodelijke ziekten toewenste. Maar hij is al enkele jaren niet meer bij de As Soennah betrokken. Overigens riep hij de afgelopen jaren juist expliciet op om niet naar Syrië te gaan. Datzelfde doen ook imam Rachid Nafi en het bestuur van de As Soennah. Sterker, zij veroordelen de nieuwe kalief Al-Baghdadi en zijn Isis.