Verfijning in opéra bouffe van Chabrier

FREDERIKE BERNTSEN

Opera

L'étoile De Nationale Opera A**

Oef! verzucht koning Ouf I in 'L'étoile' van Emmanuel Chabrier. Hij is op zoek naar een burger die hij kan spietsen om de viering van zijn naamdag luister bij te zetten. Een absurde verhandeling volgt, met een prinses, een marktkoopman en een groezelige hofastroloog. Toch: eind goed, al goed.

Chabrier, jasje-dasje en een juristencarrière op het Parijse ministerie van binnenlandse zaken? Jawel, 'L'étoile' ontstond in de vrije uurtjes. Hier en daar niet makkelijk, noch voor de zangers, noch voor het orkest; en dat terwijl Chabrier oprecht dacht dat hij eenvoudig spul had geschreven.

Van zijn muziekdramatische werken is de opéra bouffe 'L'étoile' de bekendste, maar zelfs naar een redelijke cd-productie is het flink zoeken. Voor deze Amsterdamse versie is regisseur Laurent Pelly aangetrokken - eerder boog hij zich bij De Nationale Opera over Prokofjevs 'L'amour des trois oranges'.

Pelly is thuis in het komische genre en pakt het serieus aan, alles is tot in de puntjes uitgewerkt. Bovendien bemoeide hij zich met de kostuums, een ontwerp van hem en een teamgenoot: de roze prinsessejurk, het zijde van de hofdames, de slonzige kamerjas van de koning en ook de hondekoppen.

Hoe komisch is komisch? Je kunt over de rand vliegen - wordt snel goedkoop - en je kunt het beschaafd houden, zoals hier, en dan gaat het om de verfijning. In het decor bijvoorbeeld, waarin Chantal Thomas zich heeft uitgeleefd met tandwielen: de tijd tikt. Kleurstelling en proporties zijn prachtig, van het astrologenkabinet tot de trappen, deuren en meterslange majesteitelijke bank ten paleize.

De rol van de koning is vaker vertolkt door Christophe Mortagne, toch scheert de tenor geregeld langs de juiste intonatie. Jérôme Varnier (astroloog Siroco) doet dat anders met zijn standvastig resonerende bas. En ook Hélène Guilmette mag er wezen als fruitige prinses Laoula. De ster van de voorstelling, en garantie voor onmiddellijke sprankeling, is Stéphanie d'Oustrac, die de veeleisende travestierol van marktkoopman Lazuli op zich neemt. Een lenige Lazuli: de mezzo weet stem en lichaam behendig en kraakhelder in alle mogelijke sferen te plooien.

Voor de cast is dirigent Patrick Fournillier - nieuw aan het Waterlooplein - een goeie. Hij snapt dat zangers ruimte nodig hebben, en laat het Koor van De Nationale Opera floreren. Hij stuwt het Residentie Orkest niet tot overdadig grote hoogte. Voor de hopsasamuziek prettig, die terughoudendheid, in de gehaaidere passages zou je meer overtuigd willen worden van Chabriers brille.

Te zien t/m 26 oktober. De voorstelling van 18 oktober wordt live uitgezonden door Radio 4 om 19.30 uur.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden