Verder kijken dan het gelaat

Wanneer is een portret geslaagd? Die vraag komt aan de orde in een veelzijdige expositie in De Hallen, in Haarlem.

TESKT HENNY DE LANGE

Altijd smoelletjes maken is doodend', verzuchtte de schilder Jan Toorop ooit. Zo'n vijfhonderd portretten maakte hij in zijn leven. Niet omdat hij er zoveel plezier aan beleefde, maar omdat er brood op de plank moest komen. Portretteren is een genre in de schilderkunst dat van oudsher vooral in opdracht gebeurt. De opdracht kan nog zo eervol zijn, veel kunstenaars staan er niet om te springen. Het is tijdrovend en levert nogal eens trammelant op: vooral over de gelijkenis en de betaling. Zelfs beroemde kunstenaars als Rembrandt hadden te maken met ontevreden modellen.

Maar komt het weleens voor dat iemand wél vindt dat zijn of haar portret sprekend lijkt? En is dat het criterium of het een goed portret is? Die vragen komen op in De Hallen in Haarlem, waar 130 portretten worden getoond. Het is een bonte stoet van kinderen, vrouwen, echtparen, schrijvers, wetenschappers, psychiatrische patiënten en kunstenaars - geschilderd, gefotografeerd, getekend, gebeeldhouwd en gefilmd.

Conservator Antoon Erftemeijer stelde dit overzicht van Nederlandse portretkunst uit de afgelopen eeuw samen. Aanleiding is het 100-jarig bestaan van het Frans Hals Museum, waarvan De Hallen de afdeling voor moderne en hedendaagse kunst is. Met deze tentoonstelling wil De Hallen laten zien wie de moderne en hedendaagse navolgers zijn van Frans Hals, de zeventiende-eeuwse grootmeester van het portret. Het beeldmerk van de expositie maakt dat ook in één oogopslag duidelijk. Het is een portretfoto van circusfotograaf Heinz Baudert, getooid met een grote witte kraag die meteen doet denken aan de portretten van Frans Hals. Het lijkt alsof fotograaf Jocelyne Moreau, die Baudert ontmoette in de coulissen van een circus waar ze allebei fotografeerden, deze foto speciaal heeft gemaakt voor deze tentoonstelling. Maar hij dateert uit 1999.

De expositie is ingedeeld in de portretsoorten waarmee Frans Hals beroemd werd - van vrolijke kinderen tot mensen met psychische stoornissen. Zo vormt het portret van Malle Babbe, door Frans Hals rond 1635 geschilderd in het Haarlemse Tucht- en Werkhuis, de opmaat tot portretten van mensen die anders zijn. Er hangt onder meer een reeks van zes portretten van Marlene Dumas die nooit voor het publiek te zien zijn geweest. Ze maken deel uit van een 36-delige portrettengalerij die Dumas in 1991 schilderde in opdracht van de psychiatrische kliniek Het Hooghuys in Etten-Leur. Ook Charley Toorop maakte diverse portretten van psychiatrische patiënten, die in 1924 nog 'imbecielen' werden genoemd. In combinatie met de sobere 'Krankzinnigentekeningen' uit 1919 van Jan van Herwijnen en de foto's (1993) van Corinne Noordenbos van mensen met alzheimer is dit een van de meest indrukwekkende kabinetten van de tentoonstelling.

Het lijkt alsof de samensteller van de tentoonstelling zo zijn favorieten heeft. Jan Sluijters, Kees Verweij, Charley Toorop, Paul Citroen, Marlene Dumas, Rineke Dijkstra en Koos Breukel zijn nadrukkelijk aanwezig. In de catalogus licht Erftemeijer toe dat hij niet heeft geprobeerd volledig te zijn. Hij wil laten zien op hoeveel verschillende manieren mensen kunnen worden bekeken en geportretteerd. Verder heeft hij geselecteerd op vernieuwende kunstenaars met een uitgesproken eigen visie op het portret. Juist rond 1913, 100 jaar geleden, deden zich tal van artistieke vernieuwingen voor in de schilderkunst en ook in de portretkunst.

Traditionele portretkunst zie je dan ook niet in De Hallen, op enkele uitzonderingen na, zoals het familieportret uit 1915 van Thérèse Schwartze. Ze had veel succes met haar portretten van mensen uit gegoede kringen, maar werd door sommige critici neergesabeld als een 'modieuze societyschilder'. Maar daar had ze lak aan. Nationaal en internationaal had ze veel succes met haar vlotte portretten, waarschijnlijk omdat ze volgens haar opdrachtgevers zo goed leken.

De gelijkenis hield overigens ook de kunstenaars zelf bezig. Zeker met de opmars van de fotografie honderd jaar geleden, vroegen schilders zich af of hun kunst niet verdrongen zou worden. In de ogen van Charley Toorop kon portretfotografie echter nooit het portretschilderen vervangen. "Een foto geeft niet meer dan een moment, maar in een goed geschilderd portret herken je iemand in al z'n uitdrukkingen. Je moet er iedere dag weer iets anders in kunnen zien." Dit citaat is te lezen bij een van haar sterkste zelfportretten, ze maakte er zeventien. Het gaat om het portret met zwarte hoed en voile dat in de Tweede Wereldoorlog ontstond. Op al haar zelfportretten staart ze de kijker met grote indringende ogen streng aan. Maar op dit portret lijkt ze in zichzelf gekeerd.

Paul Citroen - rasportrettist: hij maakte er zo'n zevenduizend - dacht daar genuanceerder over. "Wij zeggen wel en nemen het ook aan, dat het gezicht het innerlijke weergeeft (....) maar niet bij mensen die hun aandoeningen verbergen (...) die hun innerlijk onder de duim houden of zich een houding geven." Maar dan is het natuurlijk wel aan de kunstenaar om door dat pantser heen te breken. En dat kon Citroen ook als geen ander, getuige het verhaal van de schrijfster Hella Haasse, die door hem werd geportretteerd. Haar familie en vrienden vonden unaniem dat het portret niet leek. Zelf herkende Haasse zich er wel in: "Paul Citroen heeft dieper gekeken dan de oppervlakte, verder dan huid en gelaatstrekken..."

Voor de geportretteerde mag gelijkenis dan vaak het criterium zijn of een portret geslaagd is. Deze tentoonstelling maakt duidelijk dat portretten die ook na tachtig of honderd jaar nog boeien, dat niet doen omdat ze zo goed lijken. Bovendien weet je dat van de meeste portretten niet eens. Michelangelo zei ooit nadat hij kritiek had gehad op de gelijkenis van een gebeeldhouwde figuur: "Over duizend jaar zal niemand meer willen weten hoe de man er werkelijk uit heeft gezien".

Het hangt dus niet van de geportretteerde af of een portret goed is, maar van de portrettist. Die moet meer laten zien dan alleen de buitenkant en ook een blik gunnen onder de huid, in de ziel van de geportretteerde. Frans Hals kon dat met zijn levendige, schetsmatige stijl als geen ander. Deze voor een groot publiek aantrekkelijke tentoonstelling leert dat hij heel veel goede navolgers heeft gekregen.

HHHHH

Vereeuwigd 1913-2013. In het voetspoor van Frans Hals, t/m 25 augustus in De Hallen in Haarlem

Jan Sluijters, Portret van Elsje van Lier.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden