Verdachte van moord op Borst ontliep psychiatrische hulp
Hoe kon Bart van U. de behandeling voor een psychiatrische stoornis ontlopen, die de rechtbank in Rotterdam hem had opgelegd? Om dat na te gaan vormt het Openbaar Ministerie in Rotterdam een onderzoekscommissie, waarin het ook de GGZ wil betrekken. Daarnaast onderzoekt het OM waarom bij Van U. geen DNA is afgenomen toen hij drie jaar geleden werd opgepakt wegens verboden wapenbezit. Zijn veroordeling in 2012 bood grond om hem te dwingen zijn DNA af te staan.
De 38-jarige Van U. zit in Rotterdam vast voor de moord op zijn zus op 10 januari. Hij meldde zich twee dagen later zelf op het politiebureau. Vorige week bleek dat het DNA dat toen bij hem is afgenomen, matcht met een spoor dat na de moord op voormalig vicepremier Els Borst werd gevonden. De oud-minister van D66 werd op 10 februari vorig jaar dood gevonden in de garage van haar huis in Bilthoven.
De twee moordzaken lopen vooralsnog los van elkaar, in Rotterdam en in Midden-Nederland, maar met dezelfde verdachte. Of een van de moorden had kunnen worden voorkomen als Van U. eerder was vastgezet of gedwongen behandeld, is ongewis. "Dat is speculeren", zegt Jeichien de Graaff, woordvoerster van het OM Rotterdam.
Angststoornis
Van U. stond al eerder als verward te boek. Om die reden werd in 2009 zijn wapenvergunning ingetrokken. Toen hij twee jaar later bij een controle toch gewapend bleek rond te lopen, kwam het tot een rechtszaak waarin hij vertelde wapens nodig te hebben uit angst voor 'het islamitisch gevaar'. De angststoornis zou Van U., afkomstig uit een gereformeerd gezin in Amersfoort, hebben ontwikkeld na de Al-Qaida-aanslagen op 11 september 2001 in de VS. De rechter legde hem in 2012 een gevangenisstraf van zes maanden op, die hij al in voorarrest had uitgezeten.
Daarnaast moest hij zich van de rechter laten behandelen voor zijn angsten, maar dat wilde hij niet. In hoger beroep liet het gerechtshof die bepaling daarom vallen. "Er zijn meer mensen van wie iedereen vindt dat ze behandeling behoeven", zegt Jeichien de Graaff van het OM Rotterdam. "Het is echter heel lastig om dat strafrechtelijk of civielrechtelijk voor elkaar te krijgen. Het hof zei: 'Meneer wil niet worden behandeld, dus dan kan het niet'."
Die redenering klopt, legt psychiater Hugo Koetsier uit. De geneesheer-directeur van de GGZ Noord-Holland-Noord wil niets zeggen over Van U. - 'daar weet ik niets van' - maar in het algemeen wel over zorgmijders die overlast veroorzaken. "Als iemand niet wil, is het moeilijk hem toch te behandelen." Vanuit de GGZ is aangedrongen op nieuwe wetgeving die dat makkelijker maakt, zegt hij.
Geen direct gevaar
Om een behandeling te kunnen opleggen, is een onafhankelijke geneeskundige verklaring nodig waarin een psychiatrische stoornis is vastgesteld. In het strafrecht kan iemand ook tegen zijn zin worden geplaatst in een tbs-kliniek, maar wapenbezit lijkt daarvoor een te licht vergrijp. Civielrechtelijk is gedwongen opname alleen mogelijk als iemand een gevaar vormt. "De Wet bijzondere opneming psychiatrisch ziekenhuis (Bopz) is niet gericht op behandeling maar op gevaar", zegt Koetsier. "Als er geen zicht is op direct gevaar voor zichzelf of anderen dan kan psychiatrische hulp niet worden opgelegd."
De nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg biedt meer mogelijkheden, zegt Koetsier. "Die wet, die helaas nog niet van kracht is, gaat uit van behandeling in plaats van gevaar. Dat sluit ook meer aan op het buitenland, waar verplichte ambulante zorg veel gebruikelijker is dan in Nederland. Wij zijn een uitzondering, met een relatief groot aantal bedden voor psychiatrische zorg. Dat moet nu anders."