Veertig kilometer in de benen
Opvallend veel nieuwe lopers zorgden vorig jaar voor erg veel uitvallers in de Vierdaagse van Nijmegen. Dat moet anders, vond de organisatie. Met veel training.
Wandelschoenen, waar je ook kijkt. Het is zaterdagochtend, acht uur, maar op de Oranjekazerne in Schaarsbergen is iedereen wakker. Lange rijen vormen zich voor de inschrijfbalies van de Falcon Walk. Het is de zesde editie van deze voorbereidingstocht op de Vierdaagse van Nijmegen. Men kan kiezen uit wandeltochten tussen de vijf en veertig kilometer. In de rijen wordt druk gekletst. „Ik hoop maar dat ik nu genoeg kilometers in de benen heb. Vorig jaar heb ik zonder trainen de Vierdaagse gelopen, dat viel zwaar”, zucht een wachtende veertiger.
De outfits verraden veel over het fanatisme van de lopers: menig tas hangt vol buttons en medailles van de Nijmeegse Vierdaagse. Daarnaast zijn de afritsbare broek en de heuptas met waterflessen populair. Vlak voor de groep vertrek, krijgen de lopers nog een doosje met dextrosepilletjes in de handen gedrukt. ’Voor extra energie’, meldt het opschrift.
Het starttempo van de wandelaars ligt hoog. Geen pleziertochtje, maar flink doorstappen. Wie het niet bij kan benen, ziet al gauw een gat ontstaan tussen zichzelf en de groep. „Tenslotte gaat dit niet alleen om de mooie route”, legt een fervent Vierdaagseloper uit. „Mijn vrouw en ik lopen nu vooral om onze benen te trainen voor wat nog komen gaat. Als we nu al een paar keer dertig à veertig kilometer wandelen, zal de Vierdaagse ook goed gaan.”
Toen de door Defensie georganiseerde Falcon-tocht zes jaar geleden debuteerde, was de belangstelling direct groot. De organisatoren rekenden op vijfhonderd wandelaars, maar het werden er meer dan twee keer zoveel. Sinds die tijd is het aantal lopers nog elk jaar gestegen. „Misschien dat meer mensen doorhebben hoe verstandig het is om goed te trainen voor de Vierdaagse. Mijn advies is om langzaam op te bouwen van vijftien naar veertig kilometer. Zo doen onze militairen het ook. En als je dan twéé keer veertig kilometer aankunt, dan schiet het op.”
Naast trainen is ook voldoende eten en drinken onderweg van belang. Tijdens de Falcon Walk zijn er drie rustplaatsen neergezet waar de wandelaars wat kunnen kopen. Sapjes, soep, koffie of thee. Ook liggen er dikke koeken en chocoladerepen: zoetigheid voor een snelle energiekick. Verder staan er Dixies voor een snelle plas, en wie last heeft van blaren of andere ongemakken kan aankloppen bij de EHBO-post. Bij de eerste stop op 6,6 kilometer laten een paar wandelaars hun voeten bekijken. Blaren worden vakkundig doorgeprikt zodat de wandelaars hun tocht pijnloos kunnen voortzetten.
Onderweg worden stoere verhalen uitgewisseld. Vrouwen die tijdens de Vierdaagse van 2008 veertig kilometer per dag zouden lopen, maar er ’gewoon nog even’ tien kilometer aan vastplakten om hun man te steunen. Ook heeft menig wandelaar al meerdere voorbereidingstochten gelopen. Dit kon onder meer via de Via Vierdaagse: deze stichting, geïnitieerd door de KNBLO en de Vierdaagse, organiseert tussen half april en half juli zes tochten om ’in te lopen’. De Falcon Walk in Schaarsbergen is de vierde voorbereidingstocht.
Nina Falck (49) liep tot nu toe alle tochten van de Via Vierdaagse, met haar vriendin. Helaas is ze dit keer gestrand bij de tweede EHBO-post op 16 kilometer. „Zo stom. We zouden vandaag veertig kilometer lopen, maar ik ben mijn wandelschoenen thuis vergeten.” Falck draagt nu bootschoenen, die weinig steun bieden aan haar voeten. „Ik heb gelukkig geen blaren, maar mijn benen doen pijn. Natuurlijk kan ik wel door blijven wandelen, maar dan beleef ik er geen plezier meer aan. Ook ben ik bang een blessure op te lopen, waardoor ik de Vierdaagse moet missen.” Het stel heeft naast de voorgaande Via Vierdaagsetochten ongeveer twintig keer getraind met wandelen. „We zijn in oktober begonnen met vijftien kilometer per keer. Langzamerhand hebben we dat uitgebreid naar veertig. Veertig was erg vermoeiend; na afloop waren mijn benen verzuurd. Toch is het te doen.”
Falck en een paar andere geblesseerden worden na een half uur opgehaald door een busje van de Oranjekazerne. De militairen brengen hen terug naar het startpunt. „Daar wacht ik op mijn vriendin – die loopt de veertig kilometer wel uit”, aldus Falck. Het busje stopt onderweg nog bij de EHBO-post van kasteel Rosendael. Een man met geblesseerde hamstrings stapt in. „Mijn vrienden zijn doorgelopen, maar ik kon niet meer. Natuurlijk heb ik het zo lang mogelijk uitgesteld om ze dat te vertellen, want dan lachen ze je uit.”
Op de Oranjekazerne zijn de eerste wandelaars al binnengedruppeld. Mensen die voor de vijf of tien kilometer kozen, halen hun medaille op bij de balie. „Altijd leuk als aandenken, ook al lopen we geen veertig kilometer meer, zoals jaren geleden”, zegt Henk Pieters (71). Hij en zijn vrouw Ans hebben zo’n twintig keer meegelopen met de Nijmeegse Vierdaagse, maar doen het nu wat rustiger aan. „Misschien dat ik het nog wel kan”, glimlacht hij, „maar eigenlijk vind ik het wel welletjes. Nu loop ik alleen nog voor de gezelligheid.”
In totaal liepen vorige week 1930 wandelaars mee met de tocht in Schaarsbergen. Secretaris Van der Molen: „Ik hoorde dat dit jaar een paar mensen zijn afgehaakt. Toch heeft het merendeel de eindstreep gehaald. Bijna iedereen koos voor dertig of veertig kilometer. Heel verstandig, nu de echte Vierdaagse in zicht begint te komen.”