Veel mis met werksfeer en cultuur bij NFI
Er is veel mis met de omgangsvormen en de cultuur op het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag. Medewerkers van het instituut voelen zich vaak onveilig, concluderen twee onderzoeksbureaus.
Het NFI, dat informatie levert voor onderzoek naar misdrijven, vroeg zelf aan de twee bureaus – Andersson Elffers Felix (AEF) en INK – om de gang van zaken bij het instituut onder de loep te nemen. In een vandaag verschenen rapport concluderen zij dat er onder meer ‘een grote kloof tussen personeel en leidinggevenden’ bestaat. Er heerst achterdocht, er wordt geroddeld en geruzied.
Het NFI werkt te formeel en de leiding spreekt te veel machtswoorden, concluderen AEF en INK verder. Van samenwerken komt het nauwelijks omdat het instituut wordt bevolkt door eigenheimers en tal van aparte koninkrijkjes kent.
Onder het personeel is de directie de gebeten hond, met algemeen directeur Reinout Woittiez als voornaamste kop van Jut. Woittiez trok twee maanden geleden al zijn conclusies en besloot op te stappen. Al in 2015 zegde de ondernemingsraad het vertrouwen in hem op. De OR hekelde de 'managementcultuur' bij het NFI en het bezuinigingsbeleid en wilde zelfs niet meer rechtstreeks overleggen met de directeur.
Warm hart
Ook aan de aansturing door het ministerie van veiligheid en justitie schort van alles. Het NFI is een bezuiniging in de maag gesplitst en volgens de onderzoekers verder aan zijn lot overgelaten. Minister Stef Blok heeft nu zijn hoop gevestigd op een interim-manager, die de aanbevelingen van de onderzoekers moet uitvoeren en het instituut stevig op de schop moet nemen.
Omdat het personeel het NFI en het werk wel een warm hart toedraagt, zijn AEF en INK toch hoopvol over de toekomst. Maar er moet dan wel veel veranderen. Gemakkelijk is dat niet, waarschuwen ze. Het eigengereide optreden van medewerkers en het wantrouwen jegens de leiding hangt ook samen met het werk en is al jaren eigen aan het NFI.