Vangnet opgeruimd en in slaap gedommeld

Twee geradicaliseerde broers richtten een bloedbad aan in Parijs, en het is niet uit te sluiten dat ook jongeren in Nederland zo 'doordraaien'. Wie kan bijtijds signaleren? Amsterdam liep voorop bij het toezicht op jongeren met extremistische gedachten, maar veel kennis is de laatste jaren wegbezuinigd.

ROB PIETERSEN

Amsterdam was een 'gidsland' bij het op het rechte pad krijgen van radicaliserende jongeren. Vanuit heel Europa kwamen ze naar de hoofdstad om af te kijken. Maar die infrastructuur is na 2010 ontmanteld. Het had tot gevolg, zegt terrorismedeskundige Halim El Madkouri, dat het afgelopen halfjaar Amsterdamse jongens die allang bij de autoriteiten in beeld waren, naar Syrië konden afreizen om met IS mee te vechten.

De deskundigen zijn wegbezuinigd, het netwerk is afgebrokkeld. Iedereen die met die jongens een band had opgebouwd, die hen mogelijk van het strijdveld had kunnen wegpraten, is via de zijdeur verdwenen. "Doodzonde. Nu horen we vaak pas iets van die jongens als ze bij de grens staan en via de telefoon afscheid nemen van hun ouders", zegt El Madkouri. "Het werk is de afgelopen jaren steeds meer overgelaten aan de politie en veiligheidsdiensten. Na zoiets afgrijselijks als Charlie Hebdo zie je nu ook in Nederland een paniekreactie. Het hele land is een paar dagen in rep een roer, maar daarna dommelen we weer lekker verder."

Na de opkomst van Fortuyn en de moord op Van Gogh waren antiradicaliseringprojecten big business. Overal in het land waren initiatieven om ouders te waarschuwen voor signalen die radicaliserende jongeren tonen, werden moskeebesturen betrokken, eventuele 'haatpredikers' goed in de gaten gehouden en geïsoleerd en op internet actieve jongeren gevolgd. "Er was veel en niet alles werkte even goed. Natuurlijk niet. Maar er was wel een netwerk rond die jongeren. Een vangnet", aldus El Madkouri.

Daar kwam de klad in met het aantreden van het kabinet-Rutte I, de subsidiekraan voor veel allochtone organisaties ging dicht. "Ze werden allemaal als subsidieslurpende theedrinkers weggezet. Ze zouden die jongeren alleen maar pamperen. Maar elke ouder weet: luiers houden in ieder geval de shit tegen. Nu zitten we met die shit", aldus El Madkouri, die jarenlang religiedeskundige was van het pas opgedoekte Forum, instituut voor multiculturele vraagstukken.

Er waren organisaties die helemaal niks toevoegden, erkent El Madkouri. Pappen en nathouden: het was soms terechte kritiek. Veel van die organisaties waren vooral een gezellige huiskamer voor de eerste generatie en hadden inderdaad niet zo heel veel grip op jongeren. "Maar via die ouders kon je toch ook de kinderen bereiken. Er zijn ook weggesaneerde clubjes en initiatieven die een bufferzone vormden, die voor een tegengeluid zorgden, de woede van de jongeren filterden of extremistisch gedachtegoed bijtijds signaleerden."

Daarbij kwam nog dat ook gemeenten moesten bezuinigen en volgens El Madkouri in slaap gesust waren. "Er is een verkeerde inschatting gemaakt. De overheid heeft gedacht dat het wel aardig ging met de integratie en heeft dit soort spanningen door ontwikkelingen in het Midden-Oosten, maar ook het dreigende gevaar hier, totaal niet zien aankomen. De eerste generatie was alleen bezig met haar eigen problemen. De jongere generaties zijn internationaal georiënteerd en voelen een emotionele band met het Midden-Oosten."

Regeren is vooruitzien, niet alleen rücksichtslos bezuinigen, daar komt de kritiek van El Madkouri op neer. Er is geen sprake van structureel beleid maar van paniekvoetbal nu, volgens hem. Na de spanningen rond IS-betogingen zijn er weer honderden professionals, zoals onderwijzers en agenten, getraind, er werd een meld- en hulplijn voor ouders van radicaliserende jongeren gestart. Het onderwerp staat weer op de agenda. En dat was nodig, vindt El Madkouri. "Want na elk incident kijken de autoriteiten meteen naar wie er nog aan hun zijde mee kan helpen in de strijd tegen radicalisering. Wie er nog mee kan de-escaleren. Nou... Niemand dus. Er was een kaal speelveld waarop de jihadisten vrij spel hadden."

undefined

Zorg dat de radicale student vooral naar school blijft komen

Hoe herken je een student met radicale ideeën? Wat doen hogescholen om te voorkomen dat moslimjongeren radicaliseren? Wat kúnnen ze doen?

Dat is een lastige vraag, zegt Paul Goossens, adviseur integrale veiligheid van de Hogeschool Rotterdam (HR). De hogeschool traint docenten in het herkennen van 'zorgwekkend gedrag' van studenten. Dan gaat het niet alleen om radicalisering 'met welke ideologie dan ook', maar ook om het herkennen van een moeilijke thuissituatie of andere problemen, benadrukt hij.

Dat soort signalen zijn lastig te herkennen, volgens Goossens. "Waar je bijvoorbeeld op kunt letten is afwijkend gedrag, stemmingswisselingen, extreme uitspraken, slechtere studieresultaten."

De hogeschool adviseert docenten altijd in gesprek te gaan met een leerling. Hoe? "Vraag om uitleg, corrigeer verkeerde aannames, geef in discussies de grenzen aan als uitspraken beledigend zijn of aanzetten tot haat."

Daarbij moedigt de school docenten aan met elkaar te overleggen. Ook kunnen ze de hulp van professionals in de school inroepen. "Dan kunnen we een maatwerktraject rond de student organiseren. Het belangrijkste is te zorgen dat een student naar school blijft komen."

Concrete gevallen van studenten die naar Syrië vertrokken, kent Goossens niet. "Maar wij zijn een afspiegeling van de maatschappij, we hebben 35.000 studenten. Het is naïef om te zeggen dat het niet gebeurt."

Wat als een student niet meer komt opdagen op school? "Voor ons is het lastig te achterhalen waar studenten zitten als ze niet meer komen, dan verliezen wij het spoor. Onze taak als school is vooral democratische waarden doorgeven en proberen vroeg te signaleren, en te voorkomen dat mensen verkeerde keuzes maken."

Hogeschool Inholland meldde in augustus dat een aantal medewerkers een training krijgt om radicalisering te herkennen, maar wil nu niet op vragen ingaan. Ook op de Haagse Hogeschool wordt nagedacht over de omgang met radicalisering, maar een woordvoerder 'kan daar nog niks over zeggen'.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden