Column
Van Rutte wordt nu leiderschap gevraagd
De vorming van een kabinet is in Nederland geen verheffend schouwspel, schreef Anne Vondeling in 1976 in zijn boek 'De Tweede Kamer, lam of leeuw?' De burger ziet tot zijn verbazing en verontwaardiging dat het maanden duurt voor er een nieuw kabinet komt, soms zelfs aangevoerd door een premier die, zoals De Quay, uit het niets lijkt gekomen.
Op het eerste punt van Vondelings klacht is weinig veranderd, op het tweede punt slechts iets. Door de strijd om het Torentje, die de Kamerverkiezingen is gaan beheersen, is het na de verkiezingsdag tamelijk zeker dat de aanvoerder van de grootste partij premier wordt. De vraag is: schept dat geen verplichting, in de zin dat deze politicus, voor de derde keer Rutte, ook aanstonds de formatie van een kabinet ter hand neemt?
Dat zou toch een logische consequentie zijn van de verkapte premiersverkiezing. Maar politiek en logica gaan meestal niet hand in hand. De verkiezingsstrijd wordt hier dan wel gretig gevoerd volgens Angelsakisch model, als hadden we een tweepartijenstelsel, na de verkiezingen vallen onze politici als bij toverslag terug op de stijl-Beel uit de jaren vijftig. Dan gelden ineens weer de wetmatigheden van het coalitiebestel.
In dit bestel vraagt de machtsvorming om afscherming, radiostilte en schimmigheid. Beel ging als informateur wel eens zover dat hij, om koningin Juliana verslag uit te brengen, door de bosjes naar paleis Soestdijk kroop om wachtende journalisten te ontlopen. In overdrachtelijke zin gaat het nog steeds zo, zoals we deze week konden waarnemen na het vastlopen van de eerste poging tot coalitievorming. Schimmigheid, onvermijdelijk, maar frustrerend.
Toon leiderschap
Voor Edith Schippers geldt wellicht de metafoor die Vondeling voor de formatie vond in het Friese spreekwoord 'ho stiller, ho beter, zei het wyfke, en ze ging met haar gat in de brandnetels zitten'. Schippers wil de politiek verlaten, maar zal vermoedelijk nog maanden doorbrengen in de Stadhouderskamer op zoek naar een coalitie.
Zij knapt het zware werk op, terwijl Rutte uit de wind blijft en straks alleen nog maar de sleutel in de deur van het Torentje hoeft om te draaien. Onze politici willen dus in de beste van verschillende staatkundige werelden leven.
Het zou in lijn liggen met de strijd om het premierschap dat de aanvoerder van de grootste partij, mogelijk na een korte verkenning van de opties, een regeerprogram schrijft waarbij hij een meerderheid zoekt. PvdA-voorman Kok deed dat in 1994, toen de formatie na het mislukken van een paarse coalitie (PvdA, VVD, D66) in een impasse terecht kwam. Dat gebeurde niet meteen, maar twee maanden na de verkiezingsdag, in een fase vergelijkbaar met de huidige.
Kok eiste toen, dwars tegen het advies van de tussentijdse informateur Tjeenk Willink in, de verantwoordelijkheid voor de formatie op, daarmee op het juiste moment leiderschap tonend. Dat moment lijkt ook voor Rutte niet ver weg meer, nu het speelveld nog maar twee min of meer reële mogelijkheden biedt. Ofwel de ChristenUnie, ofwel de PvdA schuift bij VVD, CDA en D66 aan om een meerderheidscoalitie mogelijk te maken.
Verstoppertje
Het debat van woensdag was nuttig om het speelveld nader af te bakenen: de PVV had zichzelf al buitenspel gezet, de SP doet niet mee en kiest opnieuw voor de zijlijn. Dat lijkt ook voor GroenLinks andermaal de bestemming. Formeren is elimineren, al bestaat er in de Haagse logica ook zoiets als schijndood, zoals in 1994 en 2010 is gebleken.
Voor zover de incongruentie tussen de fases voor en na de verkiezingen een positief effect heeft, is het dat de zojuist veroverde macht meteen wordt getemperd. Het heeft daarom geen zin tot directe verkiezing van de premier over te gaan, omdat ook dan coalitievorming nodig is om macht werkzaam te maken - vergelijk dit met de positie van de Franse president Macron die voor draagvlak verder moet kijken dan zijn beweging En marche!
Na de eerste verkapte premiersverkiezing in Nederland, in 1977, ging het precies op dit punt mis. De PvdA overspeelde haar hand en zag het tweede kabinet-Den Uyl, het beroemdste kabinet dat er nooit is gekomen, in rook opgaan. Dat maakte de navolgers voorzichtig: niet zoals Den Uyl meteen als formateur aan de slag, eerst een informateur het pad laten banen. Den Uyl stond na ruim een half jaar formeren gehavend en gebutst met lege handen, al lag dat vooral aan de overmoedigheid van zijn partij. De winnaars kijken sindsdien wel uit.
Toch blijft het wringen dat de politicus met het zwaarste mandaat voor maanden schuilevinkje kan spelen achter de rug van een niet-gekozen partijgenote. Tot op zekere hoogte is dat te begrijpen, maar zeker nu een impasse dreigt, zou het van leiderschap getuigen als Rutte het initiatief naar zich toetrekt.