Van 'raad' naar daad

Stembus tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam in 2010. Beeld anp
Stembus tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam in 2010.Beeld anp

Politieke partijen leven er al maanden naar toe, met meer of minder enthousiasme afhankelijk van de peilingen, maar de burgers lopen er nog bepaald niet warm voor. Kandidaat-raadsleden staan overigens evenmin te dringen. Toch vinden de gemeenteraadsverkiezingen al over twee maanden plaats.

Patrick van Schie

Hoogleraar bestuurskunde Bas Denters presenteerde onlangs in het tijdschrift Liberaal Reveil onderzoeksbevindingen waaruit bleek dat in Nederland relatief weinig burgers voor een raadslidmaatschap voelen. Slechts 1 op de 22 burgers zegt desgevraagd er in beginsel voor te porren te zijn. De animo ligt daarmee in ons land op de helft of nog minder van die in Scandinavische landen of Zwitserland. Tal van burgers associëren het raadswerk met veel papierwerk, ellenlang vergaderen en dan achteraf toch uitsluitend kritiek te verduren krijgen. Die burgers hebben vrij goed in de gaten hoe het werkt.

Gemeenteraad heeft weinig te zeggen
In het boekje De gemeenteraad heeft geen toekomst. Waarom stemmen op 19 maart 2014? van Jasper Loots en Piet-Hein Peeters komen negen deskundigen op het gebied van lokaal bestuur en enkele raadsleden aan het woord. Hun verhalen hebben alle dezelfde teneur: de gemeenteraad heeft eigenlijk niets te zeggen. Ja, er wordt door de raadsleden wel veel vergaderd, maar de beslissingen worden elders genomen. Schaalvergroting, regionale samenwerkingsverbanden en de neiging van de rijksoverheid de gemeenten als uitvoeringsorganen van landelijk beleid te behandelen dragen daar verder toe bij. Als de interviewers (de samenstellers van het boekje) dan vragen: kunnen we maar beter thuis blijven?, roepen de ondervraagden allemaal verschrikt dat men toch vooral moet gaan stemmen. Maar zij weten niet duidelijk te maken waarom.

Nederland regentenland
Diverse ondervraagde deskundigen stellen dat de zaken die in het gemeentebestuur spelen veel te ingewikkeld zijn om door raadsleden te worden beoordeeld. Wat weet een raadslid nou af van grondbeleid? Hoe kan een raadslid over de ingewikkelde wereld van de jeugdzorg oordelen? En ga zo maar door. Wethouders en gemeenteambtenaren schijnen er vaak net zo over te denken: wij weten het beter, dus moeten wij ook de beslissingen nemen; de raad kan ons alleen maar voor de voeten lopen.

Nederland is, zo blijkt, nog altijd een regentenland. Alleen zitten de regenten niet meer zelf in de gemeenteraad - zoals ten tijde van de Republiek in de zeventiende en achttiende eeuw - en daarom willen ze die raad op zo groot mogelijke afstand houden. Gemeenteraadsleden worden op zijn best geacht vrijblijvende 'raad' te geven, die als het niet uitkomt immers in een diepe bureaula kan worden gesmeten. Zo'n beetje zoals veel gemeentebesturen burgers tijdens inspraakprocedures plegen te behandelen.

Achterkamertjesdeals
Toch hoeven raadsleden zich dit niet te laten gebeuren. In plaats van te trachten hun informatieachterstand op wethouders en ambtenaren in te halen met het lezen van ontelbare ambtelijke stukken en door eindeloos te vergaderen, zouden zij bij plannen van het gemeentebestuur of concept-overeenkomsten gesloten tussen samenwerkende gemeenten behoren te zeggen: kom het ons maar uitleggen. En als u dat niet kunt, dan zeggen wij niet 'ja' maar kunnen wij niet anders dan uit democratische plicht 'nee' zeggen. Als u het ons niet kunt uitleggen, kunt u de burgers ook niet uitleggen wat u met hun belastinggeld wilt doen.

Momenteel stemmen gemeenteraadsleden meestal automatisch in met achterkamertjesdeals en onbegrijpelijke plannen van gemeentebesturen; zij krijgen te horen dat zij in een laat stadium allerlei 'afspraken' niet meer mogen blokkeren en hebben zelf ook het gevoel dat dit niet meer kan. Op die manier maken zij zichzelf echter vleugellam. Indien gemeentebestuurders zouden weten dat hun plannen automatisch worden afgewezen tenzij zij er een heldere, overtuigende onderbouwing bij weten te leveren, hebben die bestuurders een prikkel om 'moeilijke' materies inzichtelijk te maken. Een raadslid zit er dan niet alleen maar om te praten, maar zal zo juist in staat zijn de echte besluitvorming naar zich toe te trekken. En als de raad daadkracht toont wordt een gang naar de stembus bij lokale verkiezingen voor burgers vanzelf weer zinvol.

Patrick van Schie is historicus en directeur van de Teldersstichting, het onafhankelijk wetenschappelijk bureau ten behoeve van het liberalisme gelieerd aan de VVD. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden