Vaderschapsverlof moet echt veel langer
Een verlenging van vaderschapsverlof van twee naar vijf dagen is veel te karig, vindt Gerard Adelaar. Veel meer verlof zou, net als in Duitsland, normaal moeten zijn.
Het vaderschapsverlof gaat van twee naar vijf dagen; de bewaarders van 's lands heilige schatkist hebben er 75 miljoen euro voor over. Een groot geschenk voor Nederlandse vaders en moeders, zo doen ze voorkomen.
Niets is minder waar. De uitbreiding van het verlof kan niet maskeren hoe armetierig de zaken zijn geregeld in Nederland. Het is te vergelijken met landen als Indonesië, Paraguay en Tunesië. De karige uitbreiding is een belediging voor Nederlandse vaders en moeders, een sigaar uit eigen doos. Veel meer verlof zou normaal moeten zijn, maar vaders gaan na twee of drie doorwaakte nachten alweer aan de slag om de nationale schatkist te vullen en op beschuit met muisjes te trakteren.
Dat staat in schril contrast tot bijvoorbeeld Zweden. Ouders krijgen daar samen zestien maanden ouderschapsverlof, terwijl 80 procent van het loon wordt doorbetaald. Minstens drie maanden zijn toebedeeld aan de vader. Duitsland heeft een gedeeld ouderschapsverlof van veertien maanden, voor 67 procent doorbetaald. En in IJsland bedraagt het aantal doorbetaalde dagen aan vaderschapsverlof 91.
undefined
Tranen met tuiten
Ook met het verlof voor de moeder is iets raars. Nederlandse moeders hebben na de bevalling tien tot twaalf weken verlof, terwijl de Wereldgezondheidsorganisatie aanbeveelt minimaal zes maanden borstvoeding te geven. Moeders die na het verlof nog borstvoeding willen geven, zitten dagelijks te tobben in een kolfruimte of een hok dat daarvoor doorgaat. Veel goede borstvoedingsvoornemens lopen daarop vast.
Daarnaast is inmiddels zonneklaar hoe belangrijk de eerste levensjaren zijn voor de hechting tussen kind en ouders. Niet voor niets schreien veel moeders tranen met tuiten als zij hun kindje al na drie maanden naar de kinderopvang brengen. En veel vaders doen dat stiekem ook.
Tegenstanders brengen hier een belangrijk argument in: ouders die kiezen voor een kind, kunnen ervoor kiezen vakantiedagen op te nemen, of een andere regeling te treffen met de werkgever. Maar zodra een woord als 'kiezen' over de toonbank vliegt, moeten we alert zijn op sociale normering.
In de consumptiemaatschappij zijn wij verwikkeld in een onderlinge strijd. Aan de spiegeling van onze meubels, kinderwagen en smartphone aan die van anderen komt geen eind. Wie weinig heeft, poogt meer te verkrijgen en wie veel heeft, moet zorgen boven de anderen te blijven uittorenen. In die prestigestrijd is carrière belangrijk. De vrouw of man die extra verlof opneemt, is minder interessant voor een werkgever en bereikt niet makkelijk een 'hogere' positie. Dat kan een bewuste keuze zijn, maar de kracht van de sociale normalisering is groot. Je hebt dan bijvoorbeeld 'geen ambitie'.
undefined
Werkgeverslobby
Over deze sociale norm is een diepgaande discussie gewenst. Maar zolang de norm er een is van carrière, concurrentie en consumptie, moet de overheid misschien maar waken over bepaalde vrijheden. Anders slaan ouders onder druk een richting in die niet goed is voor het kind.
Dat is het paradoxale: de overheid die alles inzet op economie en arbeidsparticipatie, moet zich tevens voortdurend inspannen om de daaruit voortkomende machtsverhoudingen te corrigeren. Als we eenzijdig blijven turen door een economische bril, wint de werkgeverslobby altijd, terwijl kind en ouders verliezen.
De macht van de economische concurrentiestructuren is niet zomaar gebroken. Dat het vaderschapsverlof van twee naar vijf dagen gaat, is een druppel op een gloeiende plaat. We zijn nog maar net begonnen.
undefined