Unicef boos over aanvallen op Syrische ziekenhuizen
VN-kinderrechtenorganisatie Unicef heeft woedend gereageerd nadat drie ziekenhuizen in de Syrische stad Aleppo woensdag werden gebombardeerd. Het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten meldt dat vijftien mensen zijn omgekomen, onder wie twee kinderen.
Alle drie de ziekenhuizen liggen aan de oostkant van de grootste stad van Syrië. In dat gebied hebben diverse rebellengroepen het voor het zeggen. Andere delen van Aleppo zijn in handen van het regime. Om de stad woedt een bittere strijd, waarbij het Syrische regime wordt geholpen door de Russische luchtmacht. In Oost-Aleppo zijn gematigde rebellengroepen actief, maar bijvoorbeeld ook het aan al-Qaeda verbonden al-Nusra.
'Iedereen moet zijn menselijkheid in twijfel trekken wanneer baby's uit couveuses gehaald moeten worden omdat ziekenhuizen worden aangevallen', aldus Peter Salama, regiodirecteur van Unicef in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. 'Dit zou het morele kompas van de wereld moeten schokken', zei Salama. 'Hoe lang staan we nog toe dat de kinderen van Syrië zo moeten lijden?' Unicef laat in het midden wie verantwoordelijk is voor de aanvallen.
Het geweld in de Syrische stad is de afgelopen dagen opgelaaid. Inwoners van Aleppo en het Observatorium maakten zondag melding van bijna vijftig luchtaanvallen door Russische en Syrische gevechtsvliegtuigen.