Reportage

Tyron Lardy: karate is meer dan brute kracht alleen

Tyron Lardy bij de training in sportcentrum Kenamju in Haarlem. Beeld Joris Van Gennip
Tyron Lardy bij de training in sportcentrum Kenamju in Haarlem.Beeld Joris Van Gennip

Tyron Lardy won vorig weekend brons op het EK in Novi Sad. Hij hoopt over twee jaar mee te doen aan de Olympische Spelen in Tokio, waar karate een nieuw onderdeel is.

Noor de Kort

Coach René Oerlemans legt de training stil. "Even een mededeling: we trainen vanavond tot half negen, want daarna gaan we proosten op het succes van Tyron", zegt hij tegen de groep karateka's in de Haarlemse sportschool Kenamju. "Alle successen, hoe groot of hoe klein ook, moet je vieren." Lardy kijkt bescheiden naar de grond, waarna de karateka's hun partner weer opzoeken voor een gevecht.

Tyron Lardy won vorig weekend brons op het EK karate in het Servische Novi Sad. De 21-jarige Haarlemmer is een van de Nederlandse kanshebbers voor deelname aan de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. Karate zal daar als een van de vijf nieuwe sporten te zien zijn. Na vele jaren op de nominatielijst zijn ze er in 2020 echt bij. "Dat is een van de beste dingen die de sport is overkomen", aldus Lardy.

Hij beoefent de discipline kumite waarbij twee karateka's het tegen elkaar opnemen. Wie de regels niet kent, ziet gewoon een gevecht, maar er komt volgens Lardy veel tactiek bij kijken. "Op papier is karate een vechtsport, maar je komt er niet alleen met brute kracht", zegt hij. "Je moet punten halen door een soort schaak te spelen: constant je tegenstander een stap voor zijn."

1.97 meter

Vooral in de aanval blinkt Lardy uit. "Ik heb veel druk in de opbouw van mijn aanval", zegt hij. "Daardoor voelt het voor de tegenstander alsof hij niets in te brengen heeft." De karateka heeft in de duels veel profijt van zijn lengte. Met zijn 1.97 meter steekt hij ver boven de andere deelnemers van de training uit. "Ik kan van verder weg een aanval inzetten dan de tegenstander", legt hij uit.

Dat Lardy nu een serieuze kans maakt om over twee jaar op de Olympische Spelen te staan, was tijdens zijn eerste jaren als karateka ondenkbaar. "Het viel vroeger vooral op dat ik totaal geen talent had", zegt hij lachend. Juist daardoor vond hij de sport leuk. "Ik had het vroeger heel makkelijk op school", zegt Lardy, die nu natuur- en wiskunde studeert. "Karate was voor mij wel een uitdaging, want ik bakte er niets van."

Het omslagpunt kwam rond zijn veertiende, tijdens een toernooi in Frankrijk. "Ik stond op een gegeven moment in de tweede ronde, wat normaal gesproken het moment was dat ik verloor", vertelt hij. "Ook toen stond ik dik achter: 2-9. Ik hoorde mijn coach iets roepen en dacht: 'Of ik ga er nu echt voor, of ik stop met karate'." Lardy werd tweede en besloot daarna serieuzer te gaan trainen en gezonder te leven. "Ik was vroeger een beetje vadsig", zegt hij. Tijdens tussenuren op de middelbare school ging ik altijd naar de Dekamarkt. Dat was daarna klaar."

Hoop op Spelen

De Olympische Spelen zijn nu een belangrijk doel voor Lardy, maar hij weet dat de weg ernaartoe moeilijk zal zijn. "Karate is in Nederland nog klein: ik studeer en werk ernaast", zegt hij. "Atleten uit veel andere landen doen fulltime, professioneel karate. Zij hebben betere faciliteiten om iedere keer naar een kwalificatietoernooi te gaan en elk toernooi te presteren." Toch houdt hij hoop. Op de vraag of hij verwacht over twee jaar in Tokio op de mat te staan, volgt een lange stilte. "Verwachten vind ik zo'n naar woord, maar ik zie het wel voor me, ja."

Kata of kumite?

Op de Olympische Spelen van Tokio zullen beide disciplines binnen het karate vertegenwoordigd zijn: kata en kumite. Bondscoach Stuart Kemp is hier blij mee. "Karate is niet het een of het ander", zegt hij. "Karate bestaat uit beide disciplines."

Bij de eerste variant, kata, voert een karateka een reeks vormen uit waarmee een gevecht tegen een denkbeeldige tegenstander wordt verbeeld. Deze stijloefening wordt beoordeeld door vijf juryleden. Onder andere stijl en strakheid zijn belangrijke criteria bij de beoordeling. "Kata komt het dichtst bij het traditionele deel van het karate", vertelt Kemp. "Die vooringestudeerde vormen zijn lang geleden ontstaan en worden steeds geperfectioneerd, maar het denkbeeldige gevecht blijft zoals het is."

Bij kumite, het sparren, zijn er volgens de bondscoach wel veel veranderingen doorgevoerd. "De afgelopen jaren worden er nieuwe spelregels toegepast", zegt Kemp. "Daardoor gebeurt er iets in de sport: het is sneller en preciezer geworden en de sporters worden atletischer."

Lees ook: Kom niet aan de skatecultuur

Ook skaten is in 2020 voor het eerst op de Olympische Spelen te zien. Dat creëert mogelijkheden, maar niet alle skaters zijn enthousiast.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden