Twijfel zaaien tegen de klimaatgekkies
Ze vinden zorgen om klimaatverandering ‘klimaathysterie’, windmolens ‘subsidiemolens’ en groene politici ‘klimaatgekkies’. Ze trekken dagelijks van leer op twitter en speciaal daarvoor opgerichte blogs als climategate.nl: het GeenStijl voor klimaatsceptici. Het zijn Nederlanders die openlijk hardnekkig twijfelen aan het bestaan of de ernst van het klimaatprobleem.
In de Verenigde Staten zitten sceptici tegenwoordig in het centrum van de Amerikaanse macht. Daar spannen ze zich in om het thema klimaatverandering helemaal uit te bannen. Direct na het inzweren van president Donald Trump werd de term climate change van de website Witte Huis verwijderd. Sinds kort heet de ‘task force for climate change’ van de marine bijvoorbeeld ‘the office of the oceanographer of the navy’. Maar hoe zit dat in Nederland? Wie zijn de poldertwijfelaars en lukt het hen om invloed te krijgen?
Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en Trouw zochten het uit en troffen een losjes georganiseerd netwerk bestaande uit wetenschapsjournalisten, gepensioneerde professoren en vasthoudende amateurs. Anders dan in Amerika worden zij niet overeind gehouden met geld uit de olie-en kolensector, maar vormen ze een harde kern van naar schatting honderd ‘actieve sceptici’, die het publiekelijke debat opzoeken om twijfels te uiten over het klimaatprobleem.
Ook al worden ze daarin niet ondersteund door de wetenschap. Meer dan 97 procent van de klimaatwetenschappelijke publicaties onderschrijft de stelling dat de uitstoot van menselijke broeikasgassen, zoals CO2, bijdraagt aan de opwarming van het mondiale klimaat. Voor de Verenigde Naties verzamelt het internationale panel voor klimaatverandering (IPCC) iedere vijf jaar de meest recente wetenschappelijke data over het klimaat. Die zijn iedere vijf jaar zorgwekkender. Vorig jaar sloten wereldleiders in Parijs een akkoord om de uitstoot van CO2 terug te dringen in de hoop de aarde niet verder te laten opwarmen van dan 1,5 graad Celsius.
“Ach, ze verzinnen iedere tien jaar weer wat nieuws. Eerst het gat in de ozonlaag, daarna zure regen en nu klimaatfauwekul”, zegt Gert-Jaap van Ulzen, 53 jaar oud en voormalig VVD-gemeenteraadslid in Leeuwarden. Op Twitter is hij een echte rechtse houwdegen die windmolens wegzet als ‘wapperpalen’ en activisten als ‘groenhemden.’ Boven een kopje koffie in het Leeuwardense Oranjehotel praat hij opvallend behoedzaam, bijna op fluisterende toon. Als gemeenteraadslid was hij een echte backbencher: hij mag graag een robbertje politiek vechten, maar dan het liefst in de gedetailleerde cijfers en de kleine lettertjes.
Stijgende zeespiegels
Daarom reisde hij op 19 november vorig jaar van Leeuwarden naar het VVD-congres in Noordwijkerhout, waar de liberalen de definitieve versie van hun verkiezingsprogramma vaststelden. In een kleine commissie die besliste over de milieu- en klimaatparagraaf wist hij de leden te overtuigen dat het beter was als de VVD niet zou zeggen dat klimaatverandering leidt tot ‘stijgende zeespiegels en hevige regenbuien’. Aan de commissie lichtte hij toe dat helemaal niet vaststaat of klimaatverandering mede door de mens wordt veroorzaakt. Daarover zijn ‘de wetenschappelijke meningen zeer verdeeld’. De zinsnede werd door de commissie uit het programma voor de komende Kamerverkiezingen gegumd.
Een kleine wijziging in een fors document, maar daarmee verdween wel een van de weinige expliciete opmerkingen over de desastreuze effecten van klimaatverandering voor Nederland uit het VVD-verkiezingsprogramma .
Het groene netwerk binnen de VVD, Liberaal Groen, wil van duurzaamheid bij de partij juist een speerpunt maken. Die club van VVD-leden vreest dat sinds de verkiezing van Donald Trump ‘het anti-sentiment rond klimaat’ weer zal toenemen. Ook al bevinden de sceptici zich volgens Liberaal Groen-voorzitter Gijs Dröge in een achterhoedegevecht. Dröge: “Inhoudelijk zijn we het binnen de VVD met elkaar eens. Maar het is voor de partij moeilijk om het naar politiek te vertalen. Het bestuur is bang dat kiezers zich niet in het verhaal herkennen.”
Van Ulzens ogen twinkelen als hij vertelt over de andere overwinning op het VVD-congres. Tijdens de plenaire sessie waar honderden VVD’ers samenkwamen om laatste wijzigingen door te voeren, diende Van Ulzen nog een amendement in. Daarin stond dat milieuclubs die ‘het heft in eigen hand nemen’, zoals bijvoorbeeld door wegen te blokkeren of stenen in zee te gooien, niet alleen hun eventuele subsidie kwijtraken, maar ook hun zogeheten Anbi-status. Met zo’n Anbi-label kunnen milieuorganisaties belastingvrij donaties ophalen. Verlies van de status is een schrikbeeld. Van Ulzens voorstel werd met handopsteken aangenomen.
Hij vindt het prachtig. “De eerstvolgende keer dat ze in een kolencentrale hangen, is het afgelopen”, zegt hij tevreden. “Greenpeace is een heel gevaarlijke club. Milieudefensie is er ook zo eentje, en Wakker Dier.”
Groene Rekenkamer
Al bijna tien jaar richt hij zijn pijlen nu op politici, wetenschappers en ondernemers die hun zorgen uiten over klimaatverandering. Op eigen titel, maar ook als bestuurslid van een clubje dat zich de De Groene Rekenkamer noemt. Een opmerkelijke en misleidende naamkeuze, voor een groep die groene maatregelen aan de lopende band wegzet als onzin en geldverspilling.
De leden van die stichting verzamelen artikelen, geven lezingen over het klimaat bij Rotaryclubs en bemoeien zich met duurzame plannen van onder meer gemeenten. Het plan van de gemeenteraad van Zutphen om in 2047 energieneutraal te zijn hekelen ze als ‘een gedrocht’. Bewoners van Beekbergsebroek, bij Apeldoorn, vroegen De Groene Rekenkamer om hulp om een windmolenpark tegen te houden. Sindsdien verzamelt het instituut cijfers en belooft het ‘desnoods tot aan de Hoge Raad te gaan’ om de windmolens te stoppen.
Vorige week nam de Rekenkamer een bestuurlijke werkgroep op de korrel, die Apeldoorn moet adviseren over windmolens en wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter die als jurist voor De Nederlandsche Bank werkt. ‘Is deze groep wel zo onafhankelijk als de gemeente Apeldoorn ons wil doen geloven?’, vraagt de stichting op haar site. Het antwoord ligt voor de hand: DNB pleit ‘voor een drastische verandering van ons energiesysteem, met zon- en windenergie als belangrijkste energie opwekkers’. Dan kan hun jurist ‘zijn groene directeur bij DNB niet voor de voeten gaan lopen’.
“Zo werkt het in Apeldoorn dus. Vrienden onder elkaar en de bevolking wordt gewoon een neprapport onder de neus geduwd”, aldus De Groene Rekenkamer.
Zelfstandig wetenschapsjournalist Marcel Crok schreef talloze artikelen en een boek (‘De staat van het klimaat’) over klimaatwetenschap, hij noemt zichzelf ‘excuusscepticus’. In 2010 werd hij uitgenodigd door staatssecretaris voor milieu Joop Atsma (CDA) om hem te adviseren over klimaat en vier jaar later vroeg minister van economische zaken Henk Kamp (VVD) hem eens langs te komen om te praten. Crok was teleurgesteld dat de bewindslieden niets deden met zijn advies. “Maar dat is typisch Nederlands, in de polder moet iedereen worden gehoord.”
Momenteel is Crok bezig met een grote doorrekening van het energieakkoord waarin hij wil laten zien dat het miljarden meer gaat kosten dan het ministerie van economsiche zaken tot nu toe zegt en dat het mondiaal weinig effect heeft.
Klimaatwaanzin
Dat CO2 de aarde opwarmt is volgens hem geen ‘feit’. “Natuurlijk, ik weet dat het een broeikasgas is”, zegt hij. “Maar daarmee staat nog niet per se vast dat het ook tot opwarming leidt.” Crok blijft strijden tegen ‘groene leugens’.
In politiek Den Haag heeft Reinette Klever van de PVV volgens hem de beste visie op deze materie. Zij is de enige die ‘valide vragen’ stelt bij het Energieakkoord, al benadrukt Crok weinig op te hebben met de partij. De bewuste vragen gaan uitsluitend over de kosten van duurzaamheid. De partij van Geert Wilders is tegen windmolens en waarschuwt voor ‘klimaatwaanzin’, zoals Eerste Kamerlid Marjolein Faber het formuleert.
Klimaatscepsis in Nederland manifesteert zich ook buiten de politiek. Sceptici schrijven bijdragen voor radicaal rechtse sites als De Dagelijkse Standaard en het onlangs gelanceerde neonationalistische Pauwnieuws.nl, dat ‘Nederland weer zo trots maakt als een pauw’.
Twee weken geleden publiceerde geoloog Salomon Kroonenberg het boek ‘Spiegelzee’, waarin hij de angst voor de stijging van de zeespiegel probeert weg te nemen. Kroonenberg kijkt als geoloog graag naar de lange termijn en vindt dat politici en activisten die zich hardmaken voor klimaatbeleid ‘kippendrift’ vertonen. “Onze voorouders hebben al verschillende stijgingen en dalingen van de zeespiegel meegemaakt, die hebben het gewoon overleefd.”
Wat Kroonenberg er volgens critici, zoals Bart Verheggen (Universiteit van Amsterdam), niet bij vertelt, is dat die voorouders van ons nog niet in grote, complexe steden aan zee woonden. De bedreiging die een stijgende zeespiegel nu vormt is veel groter dan in de steentijd. Kroonenberg wijst die kritiek van de hand: “Wij hebben nu satellieten en moderne technologie, wij zien stormen aankomen, onze voorouders konden dat niet.”
Veel Nederlandse klimaattwijfelaars voelen zich gesteund door de verkiezing van Trump. Die noemde het klimaatprobleem tijdens de campagne een ‘hoax’ bedacht door China om Amerikaanse banen in te pikken. Het Witte Huis en Republikeinen in het Congres willen dat ruimtevaartorganisatie Nasa stopt met zijn satellieten te gebruiken voor klimaatonderzoek. Volgens Trumps beoogde wetenschapsadviseur William Happer is meer CO2-uitstoot juist heel goed voor de planeet. En zitten we momenteel in een ‘CO2-hongersnood’ – van planten, welteverstaan, want die gebruiken CO2 om te groeien.
Duurzaamheidsadviseur en onderzoeker Jan Paul van Soest beaamt dat de Nederlandse klimaatsceptici voor hun argumenten erg afhankelijk zijn van Amerika. Van Soest publiceerde in 2014 ‘De Twijfelbrigade’, een boek over klimaatscepsis. “In Nederland zijn er geen grote geldstromen naar klimaatsceptici om eigen onderzoeken te produceren. Je moet het meer zien als een wereldwijde bazaar met vraag en aanbod voor klimaatsceptische argumenten”, zegt hij.
“In Amerika heb je bijvoorbeeld de aartsconservatieve gebroeders Charles en David Koch, die rijk zijn geworden in de olieraffinage”, vervolgt Van Soest. “Zij betalen denktanks als The Heritage Foundation en The American Enterprise Institute om klimaat-sceptische rapporten te schrijven. Daarnaast heb je ideologen, zoals William Happer, die zelf hun rapporten schrijven. Dat is de aanbodzijde, zij produceren de twijfel. Hier in Nederland zit alleen maar de vraagzijde, organisaties als De Groene Rekenkamer nemen de cijfers en argumenten gretig af en verspreiden ze vervolgens.”
Kanttekeningen
VVD’er Van Ulzen hoopt dat Trump de onderzoeksfinanciering van ‘klimaatadepten’ verlegt naar ‘onafhankelijke wetenschap’. Wetenschapsjournalist voor Elsevier Simon Rozendaal waarschuwt al dertig jaar lang voor de milieubeweging. Vlak voor de inauguratie van Trump zette hij in het grootste weekblad van Nederland zestien kanttekeningen bij de ‘klimaathysterie. Onder meer dat ‘CO2 goed is voor planten’. Het mag weer hardop worden gezegd, schrijft Rozendaal, “nu er een echte klimaatscepticus in het Witte Huis zit”. Ook econoom en klimaatscepticus Hans Labohm noemde de boodschap van Trump ‘bevrijdend’. “We zijn erg blij dat we de wind in de rug hebben gekregen.”
“Vergeleken met de situatie Amerika is het werk van klimaatsceptici in Nederland natuurlijk kinderspel”, zegt onderzoeker Van Soest. “Maar het heeft wel degelijk effect als in bepaalde politieke kringen het klimaatprobleem niet serieus wordt genomen. Dan moeten maatregelen die juist vooruitstrevend zouden moeten zijn, of het nu gaat om CO2-vermindering of maatregelen tegen de effecten van klimaatverandering, toch weer bevochten worden op twijfel. Dan ben je toch weer een paar jaar verder. Dat is wel degelijk schadelijk.”
Lees ook: VVD schrapt zin over klimaatverandering uit verkiezingsprogramma na kritiek klimaatsceptici.