Twijfel over veiligheid chemische afvalput

ROTTERDAM - De rijksafvalput voor gevaarlijk chemisch afval op de Maasvlakte bij Rotterdam vormt op termijn een groot risico voor het zeemilieu. Dit zegt ir. H. Roest, tot voor kort ingenieursgeoloog bij de Technische Universiteit Delft.

Van onze verslaggever

Deze C2-deponie, een betonnen bak van 320 bij 50 meter en 11 meter diep, is in 1990 in gebruik genomen voor de opslag van onverbrandbaar chemisch afval. De stortplaats is in beheer bij Afvalverwerking Rijnmond (AVR). De capaciteit is 230 miljoen kilo, de deponie is nu voor tweederde vol.

Volgens de overheid ligt het afval er de komende 100 jaar veilig, maar Roest maakt zich zorgen over de 'afvalterp van de 20ste eeuw'. Hij schreef in mei een brief aan de kamercommissie voor milieu, maar kreeg nooit antwoord.

Volgens Roest lijkt het er op dat het afval voor eeuwig op de Maasvlakte blijft liggen, 'dichtbij grondwater en zeer groot en diep oppervlaktewater, de Noordzee en het Voornse Meer'.

Roest, nu werkzaam bij het rijk, is bang dat de barrière tussen afval en bodem op termijn niet stevig genoeg is. ,,We hebben hier een deponie op een schiereiland, omgeven door water.'' Roest wees de Kamer op het lange termijnrisico van overstroming. Hij vreest dat de betonnen constructie op de lange duur niet bestand zal zijn tegen de werking van verzilt grondwater en ook niet tegen de agressieve werking van lekwater uit het chemisch afval.

,,Heeft 'eeuwige berging' van toxisch afval op een kustlocatie dicht bij het grondwater niet het risico dat bij een eventuele verwaarlozing van de deponie uiteindelijk een uitgesteld berging in zee het gevolg kan zijn'', aldus de brief. Roest riep de Kamer op de lange termijn risico's van de deponie opnieuw af te wegen.

Hij vroeg zich in zijn brief ook af hoe lang de drainagebuizen onder het afval in de betonbak intact zullen blijven.

Dat zijn zorgen niet onterecht zijn bleek in februari 1999, toen op basis van metingen het vermoeden ontstond dat de bodem van de C2-deponie was gescheurd. Bij inspectie bleek dat drainagebuizen gedeeltelijk waren ingedrukt.

Zo'n 30000 kubieke meter afval moest worden verplaatst om de bak te controleren en het buizenstelsel te herstellen. De schade viel uiteindelijk mee.

Bij de ingebruikneming in 1990 werd meegedeeld dat vanwege de risico's niemand ooit meer op de bodem van de C2-deponie zou staan. Maar in 1999 moesten werknemers met shovels in de bak werken om het afval te verplaatsen. AVR huurde daarvoor een aannemer in. Een van de arbeiders werd nadien ernstig ziek. Minister Pronk (milieu) heeft onlangs een externe commissie van deskundigen opgedragen uit te zoeken met welke stoffen de man in aanraking is gekomen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden