Tsjaikovski's vijfde, met bier
Het is haar eerste klassieke concert. Nooit eerder zag ze in een zaal een symfonieorkest spelen. Ze is zeventien. Laat misschien, ik weet het. Maar dit was een goede gelegenheid. Hoe breng je jonge mensen in contact met die oude muziek? Opvoeding? Die faalt wel eens.
Maar sinds een paar jaar biedt Tivoli-Vredenburg, het muziektheater van Utrecht, een helpende hand. Daar loopt een programmareeks die 'Pieces of Tomorrow' heet, waarin klassieke muziek wordt aangeboden, zonder poespas, zonder dresscode, zonder plechtig gedoe. Klassiek met bier, ingeleid door een dj. De entreeprijs is laag, twaalf euro. En ze beginnen laat. Ergens na negenen.
Maar je krijgt een echt, groot orkest: tachtig man van het Radio Filharmonisch. En daarbij visuals, filmbeelden of lichteffecten, en laatst -- een maand geleden - zelfs geurkanonnen, bij 'Les Parfums de la Nuit', het tweede deel van 'Iberia' van Debussy. Soms zijn er ook adventure seats: stoelen tussen de orkestleden. Veel dichterbij kom je niet. Vanavond geen avonturenstoelen. Wel gemakkelijke zitbanken. Ook bij klassiek kun je hangen.
Wij niet, mijn dochter en ik. We zitten wat hoger in dat octogoon van Herzberger, in die prachtzaal. En ik zie dat het werkt. Bijna duizend vooral jonge mensen doen wat van ze verwacht wordt, ze zijn laat bij hun binnenkomst en voeren flessen bier mee. De dj warmt de zaal op met harde pop. Een kort filmpje nog - Nurejev danst het Zwanenmeer met Miss Piggy - dan is er het orkest. Onder applaus nemen de leden hun plaatsen in, zacht licht op hun partituren. Hout en koper. Slagwerk achterin. Grote trommels.
Het orkest gaat de vijfde symfonie van Tsjaikovski spelen, gecomponeerd in 1888. Die vijfde, deels lyrisch, deels opzwepend, werd later zeer geliefd in de Sovjet-Unie als overwinningssymfonie. Leningrad 1941, het orkest speelde de vijfde, de BBC zond het uit, je kon de Duitse bommen horen vallen.
Lahav Shani komt op, de 27-jarige dirigent. Rijzende ster. Hij is zo jong, zegt mijn dochter bewonderend. Ze maakt een foto van haar biertje (ja, ja ik weet het) met het orkest op de achtergrond. Lahav Shani vertelt over Tsjaikovski, over de romantiek van de negentiende eeuw, over het bijzondere van deze vijfde symfonie, waarin hetzelfde thema -'het lot' -- in alle vier de delen terugkeert. Luister maar. En daar speelt het orkest alvast het thema.
En het is alsof ikzelf voor het allereerst een symfonieorkest zie spelen, ik kijk door de ogen van mijn dochter, hoe uit die verzamelde groep mensen ineens die wonderbaarlijke klanken opstijgen, in gang gezet onder de vingertoppen van de dirigent. Een korte, hevige ontroering.
Ik kijk schuin opzij, haar gezicht lijkt op te lichten. Dan alvast een stukje finale, luister maar eens, je hoort het thema terug. Nu davert het hele orkest, de soundmachine. De zaal klapt. Dan speelt het de eerste twee delen (Tussendoor kan weer bier gehaald kan worden). Het golft en wuift, dat orkest, als Russisch koren, het vleemt en teemt, dondert en jubelt, en ervoor staat een dirigent van 1000 volt, z'n baton een toverstaf uit Harry Potter. De finale is fabuleus, de bijval erna stormachtig.
Overweldigend.
Ik kijk naar haar.
Bijzonder, zegt ze.
undefined