Trots op Nederland

Trots kun je zijn op je huis of je werk. Maar op Rembrandt? Op het poldermodel? Beeld ANP
Trots kun je zijn op je huis of je werk. Maar op Rembrandt? Op het poldermodel?Beeld ANP

Nu de straten alweer oranje kleuren wegens het komende EK-toernooi, kunnen je gedachten opeens terugdwalen naar de tijd dat Trots op Nederland even de wind mee had, zo'n vier jaar terug. Al die hulde aan ons elftal: drukt die geen sterke behoefte uit aan collectieve trots? Hoewel TON geen herstart beschoren lijkt, is de behoefte aan vaderlands gevoel er zo te zien niet minder op geworden.

Leonie Breebaart

Weet u nog hoe Rita Verdonk de discussie over welbegrepen nationalisme en patriottisme destijds aanzwengelde? Hoe ze haar landgenoten een weg-met-ons-mentaliteit verweet, omdat we 'overal slavernijmonumenten wilden oprichten'? Het kwam er wat simpel uit, maar vergeet niet dat ook het CDA in 2007 de campagneleus 'Trots op Nederland' had willen gebruiken. Verdonk was de christen-democraten alleen voor, al zou Balkenende de VOC-mentaliteit nog wel aanprijzen - wat hem op hoongelach van menig opiniemaker kwam te staan. Zelfs Wouter Bos zong in 2008 nog even in dat koortje mee, toen hij een oproep deed tot 'beschaafd nationalisme', wat hij later afzwakte tot patriottisme.

Trots zijn op je land, is dat eigenlijk niet een beetje vreemd? Je kunt trots zijn op je kinderen (je hebt ze opgevoed), op je huis (zelf verbouwd!), op je geduld, je werk, je sportieve prestaties. Maar op je land? Heb je zelf soms zoveel bijgedragen aan het genie van Rembrandt, de brille van Robbert Dijkgraaf, het succes van de tulp of van het poldermodel?

Waarschijnlijk niet inderdaad. En toch mag je je best even opgetild voelen door de prestaties van jouw landgenoten. Zo werkt dat gevoel nu eenmaal. Daar is helemaal niks mis mee. Juist voor burgers die niet veel anders hebben om trots op te zijn - geen geld of status, niets wat erkenning oplevert - kan zo'n nationaal gevoel veel betekenen. Het is prettig deel uit te kunnen maken van iets groters, iets groots. En het is een beetje triest dat juist deze Nederlanders aan niets anders trots kunnen ontlenen dan aan ons nationaal elftal.

Dat is geen toeval, zoals de historicus Herman Pleij in 2003 helder heeft uitgelegd in zijn essay 'Hoezo identiteit'. Over voetbal heeft hij het daarin niet, maar hij laat wel zien dat trots op het eigen land, op grote vaderlanders, hier sinds de oorlog wordt geassocieerd met nationalisme, met Hitler en de NSB, en dus verdacht is geraakt. En dat is niet alles. Trots past ook slecht bij onze koopmansmentaliteit (juist het stokpaardje van Rita Verdonk) en bij de geringe macht die de adel hier altijd heeft gehad. In Nederland geen zwierige paleizen, pleinen, standbeelden of gebaren. En geen burgers die het volkslied zingen met de hand op het hart. Nou ja, bij de EK dus wel, straks, maar kennen onze godenzonen wel meer dan drie regels?

Het Wilhelmus, de groten die Nederland heeft voortgebracht: we doen er graag lacherig over. Rembrandt en Van Gogh zijn leuk voor de toeristen. Kunstenaars van nu die boven het maaiveld uitsteken, zoals Erwin Olaf (zie pagina 28) en Arnon Grunberg (zie pagina 30) worden al snel beschouwd als aanstellers. Het zal wel meevallen met hun talent.

In zo'n weg-met-ons-cultuur kunnen alleen de prestaties van gewone jongens, en dat zijn onze voetballers, op bewondering rekenen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden