Train je hersenen. Veranderingen en prikkels zijn goed, ook als je 60 bent.
Over weinig delen van het menselijk lichaam wordt zo conservatief gedacht als over de hersenen. Zo zou je geboren worden met een bepaald hersenvolume, dat zou doorontwikkelen tot ongeveer het twintigste levensjaar, waarna het alleen maar bergafwaarts gaat.
„Niet waar”, zegt Margriet Sitskoorn, directeur van het Neurocognitief Centrum Nederland en hoofd van de Cognitieve Neuroscience Unit van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Door alles wat we doen worden de hersenen beïnvloed en die blijven zich ontwikkelen, ook als we oud zijn.
Van Sitskoorns boek ’Het maakbare brein’ zijn inmiddels zeven drukken over de toonbank gegaan. Het boek heeft dan ook een optimistische boodschap. Iets goed leren, bijvoorbeeld pianospelen of een vreemde taal, is niet voorbehouden aan jongeren.
Ouderen kunnen het ook en maken door te leren nieuwe hersencellen en verbindingen aan. Er moet wel harder gewerkt worden dan op jongere leeftijd, maar wie zijn hersenen goed blijft gebruiken, houdt ze in vorm.
„Het is eigenlijk heel vreemd dat er zoveel aandacht is voor het in conditie houden van het lichaam en dat de hersenen daarbij worden overgeslagen”, aldus Sitskoorn. Voor ’Het maakbare brein’ verzamelde ze resultaten van onderzoek dat veelal al bekend was, alleen „wordt er veel te weinig mee gedaan”, aldus de onderzoekster.
Het idee voor haar boek ontstond tijdens een van haar reizen. Waarom kunnen kleine kinderen in Irian Jaya heel precies met een steen een rat raken?, vroeg ze zich bijvoorbeeld af. Ratten zijn watervlugge dieren. Het lukte Sitskoorn zelf niet, maar een vierjarig jongetje wel. Ook werkte ze een tijd als onderzoeker in Detroit, dat vanwege de vele schotwonden een interessant gebied is voor een hersenonderzoeker. Door deze lugubere omstandigheid kunnen wetenschappers goed onderzoek doen naar de gevolgen van hersenletsel.
Het blijkt mogelijk dat hersenen functies overnemen van kapotte delen, maar helaas niet altijd. In haar boek gaat Sitskoorn uitgebreid in op de plasticiteit van de hersenen. Sitskoorn: „We weten al heel lang dat blinden een betere tastzin ontwikkelen. Die aanpassing is zo sterk dat ook gezonde mensen, als ze een uur met een blinddoek oplopen, het verschil al kunnen merken. Vader Krajicek had dan ook gelijk toen hij zijn kinderen al jong veel liet tennissen. Het deel in de hersenen dat nodig is om goed te tennissen wordt dan gestimuleerd en ontwikkelt zich. Er worden meer verbindingen gelegd.”
„Bij ouderen gebeurt dat ook, maar langzamer. Wie na zijn zestigste nog heel mooi gitaar wil leren spelen, moet veel oefenen. Mensen zeggen vaak: ’Dat kan ik niet, daar heb ik geen aanleg voor’. Maar ze vergeten dat iedereen die ergens in uitblinkt, er veel tijd in heeft gestopt. Je hebt de keuze, want het kan wel. Natuurlijk word je geen topviolist meer na je vijftigste, maar je kan wel leren spelen.”
Sitskoorn raakte ook geïnteresseerd in de emotionele gevolgen van dat aanpassen, want het heeft een andere kant. Wie jarenlang in de herfst somber wordt en daar in berust, blijft dat houden. Sitskoorn: „Negatieve dingen kunnen ook een ingesleten pad worden. Maar je kunt dat veranderen door positieve prikkels toe te laten, in dit geval door bijvoorbeeld lekker door de herfstbladeren te wandelen. Maar het vervelende is dat de mens de neiging heeft te blijven doen wat hem bekend is en waar hij goed in is. Ombuigen kost enorm veel moeite. Daarom is het belangrijk dingen te doen die je leuk vindt. Als je heel lang iets tegen je zin doet, word je daar goed in, dat voelt bekend en daarom heb je de neiging dat te blijven doen. Dat werkt bij verslavingen ook zo.”
Een van de belangrijkste manieren om het brein soepel te houden is beweging. Het kan de gevolgen van veroudering niet genezen, aldus Sitskoorn, maar het vertraagt ouderdomsverschijnselen wel: „Het is echt onbegrijpelijk dat daar niet meer aandacht voor is in vergrijzend Nederland. Drie keer per week een half uur wandelen of een keer per week een uur gym geeft al een heel gunstig effect. En het kost niets, maar het lijkt wel of er grote weerstand bestaat tegen simpele oplossingen. Als er een nieuwe pil is, duiken we er allemaal direct op, maar zoiets simpels als bewegen wordt met argwaan bekeken. Kan het soms niet waar zijn omdat het te simpel is? Al ben ik wel uitgenodigd op het ministerie van OCW, en ook in de VS wordt al op een aantal plaatsen met ouderen in bejaardenhuizen regelmatig gewandeld.”
Maar met een wandeling alleen ben je er als oudere niet. Flexibelheid, nieuwe dingen doen, geheugen oefenen én bewegen zijn nodig om het brein goed te laten functioneren. Iedere dag de sudoku oplossen is nuttig als je heel goed wilt worden in sudoku’s oplossen, maar niet zo nuttig voor andere dingen. Vooral verandering en nieuwe prikkels zijn goed voor de hersenen. Sitskoorn: „Probeer eens meer dingen te onthouden en dat te integreren in het dagelijks leven. Probeer nieuwe recepten uit en leer die uit je hoofd. Lees eens een ander soort boek dan je normaal doet. Ik kreeg een brief van een mevrouw die veel van poëzie houdt en naar aanleiding van mijn boek iedere week een gedicht uit haar hoofd leert. Daarmee train je het geheugen. Alles wat je doet heeft invloed, een instrument bespelen, puzzelen, vogels leren herkennen, in een andere plaats boodschappen doen, een andere route fietsen naar je werk, verandering stimuleert het brein. Doorbreek je routine, dat is moeilijk want de paden in je brein zijn door je routinematige bezigheden uitgesleten, maar het helpt. Neem een computer en ga e-mailen of leer bridgen, dat is ook nog gezellig. Of richt een leesclub op die boeken bespreekt.”
„Gericht trainen heeft een heel goed effect tussen het 55e en 70e levensjaar. Als je je hersens niet gebruikt, gaan ze helaas achteruit.”
Margriet Sitskoorn: Het maakbare brein. Uitgeverij Bert Bakker, euro 17,95, ISBN 9035130367.