Tot bezinning
Soms, en niet eens al te zelden, worden mijn gedachten lastiggevallen door een zeurend geneuzel dat niet één-twee-drie aflaat: is het nu Aldi of de Aldi, Lidl of de Lidl? Er zijn ook mensen die het over deze krant hebben als 'de Trouw'. Alsof het een binnenvaartschip is. Ik ben geneigd deze lidwoordzuchtigen te gispen. Jaren geleden maakte Gamma, of de Gamma, reclame met deze kwestie maar kennelijk is de strijd tussen verkrampten, zoals ik, en rekkelijken gestreden, je hoort de mensen er niet meer over. Ik sta alleen in mijn gevecht tegen de de. Enfin, dit slechts ter introductie.
Aldi, van Albrecht Discount, had een paar weken geleden een wildcamera in de aanbieding. Zestig euro of zo, niet duur. Dus ontvonkte in mij het verlangen om zo'n wildcamera te bezitten. Was het niet heerlijk om te zien wat er 's nachts als je sliep of überhaupt als je van huis was, allemaal door je tuin sloop: scharrelende muisjes, wie weet een eekhoorn, kijk een das, een dansende paradijsvogel. De wildcamera, die begint op te nemen zodra hij beweging ontwaart, zou mijn leven een nieuwe dimensie geven, eindelijk zou ik zien wat er achter mijn rug gebeurde. Maar toen ik naar Aldi ging om het ding te kopen, was ik al te laat. Alle wildcamera's waren weg, ja, ook bij die andere Aldi, in die andere Aldistraat. Kennelijk wil heel Amsterdam tegenwoordig een wildcamera.
Het bracht me tot bezinning. Wildcamera's zijn relatief nieuwe dingen in het leven van de moderne mens. We kennen ze uit natuurseries, zoals 'Planet Earth' en 'De Dodelijkste Zestig'. Je bindt zo'n ding om een boom en ziet wat voor wild er passeert. En omdat het meeste wild niet gesteld is op menselijke aanwezigheid zijn het heel handige apparaatjes om meer wilde dieren te zien dan waaraan we gewend zijn. Wie een wildcamera heeft speelt voor boswachter, voor avonturier. Je kunt de natuurmens in je wakker kussen. Toys for the Boys. Volwassen speelgoed. Ineens vroeg ik mij af door hoeveel onzin ik de laatste jaren al verleid was; ik bezit een metaaldetector, een walnotenpers, een zaagbok, dat alles om mij dichter bij de natuur te wanen.
En kijk, daar stak het verlangen in mij op om mijn grootvader te spreken, Jan Johannes Schouten uit de Bilt, reeds 47 jaar dood. Hij had een tuintje en wat kippen. Ik liep als jochie graag met hem mee en dan leerde hij me de peulvruchten te oogsten. Een wildcamera had hij niet en hij had er denk ik ook nooit van gehoord. Zijn bonen en lathyrussen kwamen tot harmonische bloei zonder buitenissige hulpmiddelen. Ik zou hem mijn wildcamera laten zien en hij zou nieuwsgierig kijken naar wat ik had meegebracht maar in zijn hart denken: wat een onzin. Juist de wildcamera uit de supermarkt wijst erop hoezeer wij van de natuur zijn vervreemd en hoe we die uit alle macht weer terug willen halen. Waarna ik mij afvroeg wat mijn kleinzoon, nu nog non-existent, mij over vijftig, zestig jaar, ik allang dood, had willen laten zien wat hem begoochelde: het volstrekt onbekende en overbodige.
undefined