Topeconomen zien scheuren in het neoliberale harnas
In de hausse aan boeken over de economische crisis vallen er drie op: The Big Short, 23 dingen die ze je niet over het kapitalisme vertellen en Crisiseconomie.
In dat laatste boek doen Nouriel Roubini, hoogleraar economie aan de Stern Businessschool van de University of New York, en Stephen Mihm, docent economische geschiedenis aan de University of Georgia, uit de doeken hoe de Grote Recessie heeft kunnen ontstaan. Het verhaal is de afgelopen drie jaar al vaak verteld, maar zelden zo helder en overzichtelijk als door Roubini en Mihm.
Terwijl veel van hun collega's geloofden dat een financiële crisis van deze verpletterende omvang hooguit eens in de honderd jaar voorkomt, stellen zij dat het kapitalisme, vooral van Anglo-Amerikaanse snit en met name de financiële sector, in de laatste decennia steeds bevattelijker is geworden voor crises.
De afgelopen vijfentwintig jaar zijn er veel crises geweest die vaak op het nippertje nog bezworen konden worden of geen wereldwijde impact hadden, maar drie jaar geleden begaven de dijken het.
Door de financiële sector de vrije hand te geven, regelgeving te schrappen in het geloof dat 'de markt', die bijna mythische grootheid, zichzelf wel zou reguleren, werden de waterkeringen ondergraven waardoor bijna ook de reële economie zou zijn weggespoeld. Want het zijn natuurlijk niet alleen de graaiers van de zakenbanken die dit op hun geweten hebben.
Oogje toeknijpen
Politici, leiders van centrale banken, toezichthouders en kredietbeoordelaars hebben op z'n minst een oogje toegeknepen toen de wind werd gezaaid die later als een orkaan zijn verwoestingen aanrichtte. Slechts doordat overheden en centrale banken op ongekende schaal alles in de strijd wierpen, van het overeind houden van kapseizende banken tot werkgelegenheidprogramma's en het aanzwengelen van de geldpers, ontsnapte de wereld aan een herhaling van de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw.
Voor deze reddingsoperatie moet nu een zware prijs betaald worden: de begrotingstekorten en staatschulden zijn enorm opgelopen waar de belastingbetaler nu voor mag opdraaien. Dat, met de weerzin van de kiezers en het gebrek aan politiek leiderschap, beperkt de handelingsvrijheid bij de eurocrisis, het tweede bedrijf van het drama. Ook daar had Roubini als een van de eersten voor gewaarschuwd.
Pervers bonussysteem
Het aanpakken van het perverse bonussysteem dat tot het nemen van onverantwoorde risico's stimuleert, is een van de aanbevelingen van Roubini en Mihm om het kapitalisme te redden van zijn grootste vijand, de kapitalist. De belangrijkste is het weer aanbrengen van de scheidingswand tussen zakenbanken, de 'casinobanken', en 'gewone' banken. Het verwijderen van die wand, die tijdens de Grote Depressie werd opgetrokken, geldt als een van de grootste blunders die bij de liberalisering van de financiële sector is gemaakt.
Banken mogen nooit meer zo groot worden dat ze bij hun eventuele ondergang de financiële sector en de echte economie meesleuren, waardoor de overheid wel gedwongen wordt ze te redden. Of die voor de hand liggende maatregelen er ooit komen, wagen Roubini en Mihm te betwijfelen. De bankenlobby is vooral in de VS zo machtig dat veel politici er voor terugdeinzen de heren in krijtstreep (met hun bijdragen aan de verkiezingskas) aan te pakken.
Dit is een bewerking van het artikel 'De humbug van neoliberalen' uit Trouw van 17 september waarin ook 'The Big Short' en '23 dingen die ze je niet over het kapitalisme vertellen' worden besproken.