Tocqueville en de triomf van het milde despotisme
'Ik heb in Amerika een beeld gezocht van de democratie zelf', schreef Alexis de Tocqueville, die in 1831-1832 door de jonge Amerikaanse republiek reisde. Zijn werk is opnieuw vertaald. Wat zou de politiek filosoof Tocqueville zien als hij in het democratische Westen anno 2011 zou rondreizen? Albert Jan Kruiter over de opkomst en de ondergang van de verzorgingsstaat. Deel 2 van een korte serie.
"Egoïsme is van alle tijden. Maar individualisme - een term die Tocqueville heeft gemunt - is een specifiek kenmerk van democratie", licht bestuurskundige Albert Jan Kruiter toe. Vorig jaar schreef hij het boek 'Mild Despotisme', waarin hij de verzorgingsstaat probeert te bekijken door de ogen van Tocqueville.
Volgens de Franse denker leidt individualisme tot een steeds verder voortschrijdende bureaucratie, legt Kruiter uit. "Hoe meer de mens zich opsluit in zijn kleine kringetje, hoe minder hij zich drukt maakt om de publieke zaak. En hoe meer de overheid dat publieke domein zal claimen. Dat versterkt weer het individualisme. Bureaucratie en individualisme jagen elkaar aan."
Onder een democratisch gesternte wordt de burger dus steeds individualistischer en de overheid steeds bureaucratischer. Kruiter: "Je ziet dan dat de overheid steeds verder het privédomein binnendringt. Ambtenaren die een web van regels spinnen en achter de voordeur kijken wat de mensen daar aan het doen zijn."
Tocqueville noemt dit verschijnsel 'mild despotisme', omdat het met de beste bedoelingen gebeurt en zonder fysiek geweld. "Maar in haar ijver om voor haar burgers te zorgen, maakt de overheid die wel volstrekt tam en weerloos."
Hoe kun je die ontwikkeling tegengaan? Kruiter: "Dat zag Tocqueville óók in Amerika. De overheid bleef daar niet ongeremd de publieke ruimte claimen. Op lokaal niveau bestond er namelijk een solide democratische cultuur. De Amerikanen, hoe individualistisch ze ook waren, hadden een goed begrip van hun eigen belang, stelde Tocqueville. Zij hadden geleerd wat democratie betekent door die zelf te beoefenen. Ze begrepen dat je samen voor je buurt moet zorgen en dat concessies daarbij onvermijdelijk waren."
Dit 'welbegrepen eigenbelang', gebaseerd op persoonlijke democratische ervaringen, is voor Tocqueville heel belangrijk. "Het doorbreekt de vicieuze cirkel van bureaucratie en individualisme."
Maar juist die democratische ervaring is de afgelopen decennia beetje bij beetje uit Nederland verdwenen, constateert Kruiter. "In de jaren vijftig deden burgers veel dingen nog zelf - er werd goed voor elkaar gezorgd, zonder overheidsinmenging. Toen is de overheid dat allemaal gaan verstatelijken. Langzaam werd dat hele maatschappelijke middenveld geïnstitutionaliseerd. Een ramp."
Als voorbeeld noemt Kruiter de persoonsgebonden budgetten (pgb's). "Mensen die geheel uit eigener beweging voor elkaar zorgden, dat vond de overheid zo prachtig dat ze zei: we gaan die mensen betalen. Heel nobel, maar wat de overheid in feite deed, was een sociale relatie vervangen door een financiële. Dat is pervers. Daarmee stimuleer je geen sociale bewogenheid, maar juist individualisme en eigenbelang."
Hoe moet de overheid maatschappelijk initiatief dan stimuleren? "Tja. De overheid die maatschappelijk initiatief stimuleert, dat is dus het ergste dat er kan gebeuren, hè. Alsof een democratische cultuur van bovenaf kan worden gecreëerd. Dat is juist de ultieme betutteling. Burgers doen iets leuks, en hop, je geeft ze subsidie - waarna ze het vervolgens precies volgens jouw regels moeten doen. Met die goedbedoelde steun ben je juist bezig de democratie te ondermijnen."
Die pgb's staan nu weer op de helling. De overheid trekt zich terug, de verzorgingsstaat wordt meer en meer ontmanteld. Zou Tocqueville deze ontwikkeling dus toejuichen?
Kruiter: "Als je goed kijkt, dan is de boodschap van dit kabinet: jullie moeten het zelf gaan doen, want het geld is op, maar we gaan wel meekijken of jullie het goed doen en zo niet, dan geven we jullie een boete."
Eigenlijk is dat wreed, vindt Kruiter. "De burger is jarenlang afgeleerd zelf initiatief te nemen. En nu trekt de overheid haar zachte hand opeens terug, ten faveure van de markt. Maar de overheid blijft ons wel controleren. Tocqueville had nooit kunnen voorzien wat er op dit moment gebeurt. Hij zou verbijsterd zijn geweest. Dit is de opperste triomf van het milde despotisme. Nu ja, zo mild vind ik het onderhand niet meer."