Tijd van sjaaltjes en doordringende parfum is voorbij

Wilma is naar 'The Mac' gekomen voor de reünie van oud-medewerkers en stamgasten, ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig jubileum van Jack de Wette als eigenaar van de Groninger gay-bar-disco. “Hé Wilma, leuk dat je er ook bent. Je bent nog niks veranderd, joh. Alleen is je haar wat platter.”

HELENE BUTIJN

Wilma, een man van tegen de vijftig, glimlacht. Hij legt uit dat hij geen zin meer heeft om zijn haar zo omhoog te zetten als in de jaren zestig, toen hij begon als barkeerper in homo-bar 'The Mac', die toen nog 'Red Lion' heette.

Jack en Wilma werden in 1969 collega's in het pand aan een van de grachtjes vlakbij de Noorderhaven in Groningen. Vijf jaar later werd Jack eigenaar van de bar en veranderde de naam in 'Macdonnald', kortweg 'The Mac'. Hij woont nu met zijn partner Michel Feenstra boven de zaak. Jack is 45, Michel 32. De veranderingen in de Groningse homo-scene maakten ze van dichtbij mee.

Jack behoort tot de generatie van eind jaren zestig. Hij ontdekte ongeveer op z'n vijftiende dat hij homoseksueel is. “Ik zette in mijn hoofd twee plaatjes naast elkaar. Een van een vrouw en een van een man, en ik vroeg mezelf af welke ik nou aantrekkelijker vond. De man dus.” Jack had er weinig moeite mee om het zijn ouders te vertellen. Z'n moeder, een Groningse, reageerde volgens hem zoals de meeste noorderlingen: 'Zo is die jongen nou eenmaal, 't is niet anders.' In de jaren zestig verhuisde Jack met zijn ouders uit Rotterdam naar een dorp vlakbij Groningen, waar zijn ouders een café-restaurant begonnen.

In die tijd ontdekte Jack het uitgaansleven voor homo's in de stad Groningen. Jack: “Middenin de hoerenbuurt stond de 'Minekebar'. Daar kwamen hoeren, pooiers, hetero's en ook homo's, had ik gehoord. Eerst liep ik er een paar keer langs en keek een beetje, maar ik dorst niet naar binnen. Toen ik eindelijk binnenstapte, vond ik het wat griezelig. Er zaten allemaal van die enge mannen, heel andere types dan nu.”

“Het was die periode waarin veel homo's een sjaaltje droegen, en van die doordringende parfum gebruikten. Maar op een of andere manier voelde ik me er na verloop van tijd toch thuis. Ik veranderde en ging ook naar de 'Lucky Star', waar homo's zich wat vrijer konden gedragen.”

Want de eigenaars van de 'Minnekebar', Ko en Mien, zorgden ervoor dat het allemaal 'netjes' bleef. Jack: “Die twee waren een soort vader en moeder voor iedereen. Ze keken wat er gebeurde, en als je te ver ging, hoorde je dat. Je mocht bijvoorbeeld gezellig kletsen, maar niet te intiem. En zoenen, dat kon natuurlijk helemáál niet.”

Homo's moesten zich in het Groningen van eind jaren zestig op de achtergrond houden. Maar als reactie daarop probeerden ze zich des te sterker van hetero's te onderscheiden. Jack: “In die tijd waren homo's veel provocerender dan nu en gingen ook vaak heel extravagant gekleed. We hadden ook een aparte gein onder elkaar. Zo had iedereen bijvoorbeeld een bijnaam, zoals Wilma, Hendrika, Lola en Keesje Plu. Dat waren eigenlijk Wim, Henk en een jongen die een populair liedje uit die tijd, 'Lola, zwarte Lola', zong. Keesje Plu heette zo, omdat hij altijd met een paraplu koketteerde.”

In de meeste bars werd die aparte humor niet gewaardeerd. Homoseksuelen werden gedoogd, maar alleen in 'The Mac' konden ze zich echt vrij voelen. Jack organiseerde, vaak op verzoek van de gasten, allerlei happenings. Zoals een hoerenbal, waar iedereen in jarretels en met ordinaire make-up op, naar toe kwam. Midden jaren tachtig begon hij ook een leather-bar, achterin de zaak, die een aantal jaren succesvol draaide.

Jack: “Dingen die met seks te maken hebben, geven altijd drukte in de zaak. Dat is overal zo. De mensen zeiden op een gegeven moment: 'Doe nou eens wat spannends, maak er nou eens een beetje iets geils van'. Wij wilden dat eigenlijk niet, maar uiteindelijk vroegen we dan maar een keer een stripper op de maandagavond. Gewoonlijk is dat de rustigste avond, met twintig, hooguit dertig mensen. Die avond was er een half uur nadat we openden nog niemand, maar ineens liep het storm. We moesten zelfs een extra portier en een extra barkeeper bellen. Er kwamen meer dan 125 mensen.”

Veel mensen komen uit de wijde omtrek speciaal voor 'The Mac' naar Groningen. Dat zijn vooral Groningers uit de 'Ommelanden', het platteland, en Friezen. De laatste tijd komen er volgens Michel ook steeds meer Duitsers in de bar. Jack: “Die zeggen altijd: 'Wat zijn jullie toch lekker vrij'. Groningen is inderdaad vrijer dan andere steden in het noorden. Dat komt door de studenten. Als je die zou wegdenken houdt je een soort veredeld Assen over.” “Kijk, de homo-scene in Amsterdam is toch anders dan hier. Dat is geen wonder. Die stad is het Mekka van Europa. Zo'n dagelijks wisselende stroom toeristen geeft een heel andere sfeer, want je weet zelf wel: op vakantie ben je nu eenmaal vrijer dan normaal. En bovendien, die stad is zo ontzettend groot. Alles gebeurt in Groningen gewoon kleinschaliger.” Michel: “Als je in Amsterdam duizend gekke mensen hebt rondlopen, heb je er in Groningen tien.” Jack: “Er is vaak commentaar vanuit de Randstad op Groningen, maar als ze hier komen, vinden ze het altijd ontzettend gezellig. En ik denk dat Amsterdam wat tegenvalt als je daar alleen heen gaat. Ik zie daar vaak mensen van wie ik denk: die zijn éénzaam.”

De gezelligheid en de vrijheid in 'The Mac' heeft voor homoseksuelen buiten de stad Groningen een emancipatie-functie. In de stad krijgen ze de bevestiging van hun homoseksualiteit en gaan inzien dat ze zich daarvoor niet hoeven te schamen. Jack: “Vroeger kwamen hier veel mensen stiekem. Dan parkeerden ze hun auto over de brug, een paar straten verder, en slopen hier naar binnen. Die waren dan meestal getrouwd. Over het algemeen is dat geen reden meer om stiekem te doen.”

“Het komt nu wel vaak voor dat jongeren het thuis nog niet durven te vertellen. Ik weet bijvoorbeeld van een jongen uit een dorp ergens boven Groningen, die thuis heel kort werd gehouden. Hij moest om tien uur 's avonds al binnen zijn. Toch ging hij een paar keer met een vriend mee naar 'The Mac'. Dat heeft hem geholpen om dingen voor zichzelf duidelijk te krijgen.”

Niet dat er veel gepraat wordt in 'The Mac'. Volgens Jack komen mensen naar zijn bar om te kijken en intiem te dansen. Wie wil praten kan beter naar het COC gaan. Jack: “Begin jaren zeventig kreeg het COC een eigen kroeg in Groningen, de 'Quasimodo'. Daar gaan eigenlijk vooral mensen heen die nog wat onzeker zijn. Die er thuis of tegenover hun vrienden nog niet voor uit durven komen. In 'The Mac' komen mensen die dat stadium al voorbij zijn. 'The Mac' is een versiertent geworden. Hier wordt niet zo in clubjes gepraat.”

Toch merk je volgens Jack en Michel 'beneden', in de bar onder hun etage, wel wat er in de samenleving gebeurt. Jack: “Zo'n vijf, zes jaar geleden kwam bijvoorbeeld bi-seksualiteit ineens enorm op. Toen kwamen hier plotseling veel mensen die vertelden dat ze getrouwd waren, kinderen hadden enzo, maar nu zichzelf ontdekt hadden.” Michel: “Op dezelfde manier is nu de travestie weer in opkomst.”

Maar ook andere ontwikkelingen, zoals de komst van aids, gaan niet ongemerkt aan The Mac voorbij. Jack: “Ik weet nog goed hoe ik voor het eerst van aids hoorde. We zaten in een homo-café en één van ons had zo'n blad, de Nieuwe Revu of de Panorama, geloof ik. Daar stond een verhaal in van die nieuwe ziekte, met foto's van een man die al aan het aftakelen was. In het begin dachten we: 'Nou ja, dat is iets voor Amerika, voor Amsterdam'. Over aids werd hier niet gepraat. Het stond nog allemaal nog ver van ons af.”

“Maar toen, midden jaren tachtig, overleed Doortje aan aids. Hij ging geregeld naar Amsterdam en was vaak op vakantie. In die periode had hij veel wisselende contacten. Doortje was het eerste aids-slachtoffer in Groningen. Daarna stierf Cora, een oudere man. We kwamen er pas laat achter dat hij besmet was. Met Oud en Nieuw zei hij plotseling dat dit de laatste jaarwisseling was die hij met ons zou meemaken. Drie maanden later was hij dood.”

In 'The Mac' staat nu een rek met voorlichtingsmateriaal over hiv. Jack: “Als je nu aids krijgt is het gewoon stom, maar in die tijd wisten we eigenlijk nog niets. Er echt over praten 'beneden' deden we niet. Kijk, men heeft het, en dan sta je zo iemand zoveel mogelijk bij. Maar verder kan je niets doen, behalve wachten tot ze de juiste medicijnen vinden.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden