Thema kan nieuwbouw herkenbaar maken

GRONINGEN - Er is nog hoop voor herkenbaarheid van stad, dorp en land. Niet dat hij er gerust op is, maar Wijbrand Havik denkt dat de eigen regionale identiteit van stad en streek een kans krijgt. De veel bejubelde Amersfoortse wijk Kattenbroek was het omslagpunt. Een begin nog maar, maar toch.

JAN SLOOTHAAK

Havik, directeur 'Libau' welstands- en monumentenzorg Groningen, is met Heero Meindersma auteur van een boekje Geen top zonder berg van de Federatie Welstandstoezicht: als je aan de basis geen zorg besteedt, kom je ook nooit tot grote hoogte.

Hoe moeten we ons het voortbouwen aan die top en de herkenbaarheid van stad en regio in architectuur en stedenbouw nog voorstellen in een tijd waarin massale bouw de boventoon voert? De nieuwe uitbreidingsplannen van steden zijn gelijkgeschakeld onder een en dezelfde verzamelnaam: Vinex-locaties. Zal dat Vinex-geweld (elk jaar 100 000 huizen) niet leiden tot een eenheidsworst? Allemaal Almeres en Lelysteden aan de randen van de steden.

Vroeger had je de Hollandse molen. Als je geblinddoekt naar een plek in een polder werd gebracht en plotseling werd geconfronteerd met zo'n molen, wist je het meteen: dit moet ergens in Nederland zijn. Nu wordt het landschap overwoekerd met windturbines van staal, hoog en zonder enige relatie met een streek.

De nieuwbouwwijken werden tot voor kort van rijtjeshuizen of na-oorlogse hoogbouwflats opgetrokken. Wordt dat beter, of zal de nieuwe trend van duurzaam bouwen en energiebesparing nieuwe eentonigheid bewerkstelligen. Veel stedenbouwkundige concepten richten de ramen immers op het warme zuiden. Steeds meer nieuwe huizen raken straks bedekt met van die blauwige zonnepanelen, schitterend in het zonlicht dat ze moeten omzetten in stroom of warmte.

Zelfs de natuur wordt gelijkgeschakeld. De trend om 'nieuwe natuur' te scheppen, leidt naar een soort gecultiveerde wildernis. Een 'ecologische hoofdstructuur' met in heel Nederland dezelfde grazers.

Een beetje stad gaat tegenwoordig schuil achter stadswallen-nieuwe-stijl; niet bedoeld om geharnaste ridders buiten de poort te houden, maar om het lawaai te weren. Klachten duiken op over de wildgroei van gewolmaniseerde schuttingen om de eigen tuin af te schermen. Camouflage met groen moet uitkomst brengen. Zelfs in de binnensteden lijkt de eigen identiteit alleen nog te bestaan bij de gratie van wat in het verleden werd gebouwd, in de vorm van oude gebouwen die een nieuwe bestemming krijgen. Wijbrand Havik zelf troont met zijn welstandswerk in het historische pakhuis Libau.

De eigen identiteit is door de massaliteit van de hedendaagse nieuwbouw niet veilig, erkent Havik, maar hij vindt dat enige correctie op een al te somber beeld op zijn plaats is. Er zijn ook gunstige tekenen. Het toverwoord is 'thema': nieuwe woonwijken een eigen gezicht geven door een herkenbaar thema als leidraad te nemen. Zoals dat is gebeurd in de veel bezongen wijk Kattenbroek in Amersfoort van stedenbouwkundige Ashok Bhalotra. Met weidse namen als Verboden Zone, Gesloten stad en Het Masker. Die vertegenwoordigen elk een eigen bouwwijze, een onderscheidend thema.

Havik: “Eigenlijk is dat net als vroeger. Als je een afzonderlijk huis of zelfs een straat uit vervlogen tijden ziet, dan weet je nog niet meteen waar dat is.” Veel grachtenpanden in Alkmaar, Leiden of Delft zien er op het eerste gezicht hetzelfde uit. De herkenning komt pas als je zo'n pand in zijn omgeving ziet. Een bepaalde structuur of een bijzonder gebouw als herkenningspunt.

Wat dat betreft is er een tijdperk aangebroken dat hoop geeft. Na de typisch na-oorlogse rijtjes- en seriebouw kwam in het recente verleden eerst het kleinschalige bouwen op, woonerven waarin je verdwaalde. Die stoelden niet op aandacht voor vormgeving, maar kwamen voort uit een sociale beweging, een maatschappelijk geëngageerde stoet die teruggreep op filosofen als Marx en Marcuse. “Vormgeving was verdacht. Wie was jij die een lijn zou uitzetten voor anderen? Dat moest uit het volk komen. Nu zijn de psychologen en filosofen verdwenen en met de herintrede van het marktdenken de architecten en stedenbouwkundigen teruggekeerd, inclusief de arrogantie van de vorm.”

In Geen top zonder berg zijn voorbeelden afgebeeld van toparchitectuur, het Haags gemeentehuis van Richard Meier, het Groninger museum van Alessandro Mendini. “Er is een hausse in aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en architectuur.” Je ziet het ook in de nieuwe wijken. Het Hoornse Meer in Groningen is herkenbaar, in Almere zijn de Filmwijk en de Regenboogbuurt voorbeelden van het nieuwe bouwen.

“De massaliteit van de bouw houdt wel een risico in”, signaleert Havik. “Steden zullen er voor moeten waken niet allemaal dezelfde thema's te kiezen. Ze zullen moeten onderzoeken wat hen onderscheidt, waar aangrijpingspunten voor regionale identiteit liggen in het landschap en de eigen geschiedenis om thema's te kiezen. Er ligt wellicht ook een taak voor overheden en overkoepelende instanties om erop toe te zien dat niet overal dezelfde thema's worden herhaald.

En Havik heeft ook nog een nadenkertje als uitsmijter achter de hand: “De spoorlijn van Amsterdam naar Amersfoort loopt dwars door een natuurgebied, het Naardermeer. Duizenden reizigers genieten daar dagelijks van. In plaats dat wij buitenlanders straks een blik gunnen op het mooie polderlandschap dat de identiteit van Nederland bepaalt, hebben ze vanuit de flitstrein straks uitzicht op een donkere tunnel in het Groene Hart.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden