theater
T/m 13/12 in de Toneelschuur in Haarlem.
Vóór het rondlopende gordijn van doorzichtig plastic dat vormgeefster Tanja de Jonge in grillige patronen wit heeft gekalkt, staat de vader, Xander Straat, op uit zijn stoel, nadat hij voor de laatste keer heeft geroepen: 'Doe weg dat mes!'.
Van tussen de gordijnen pakt hij een glas rode wijn, slaat het naar binnen, en gaat weer zitten. Uit de luidsprekers zwelt het 'Lacrimosa illa dies' uit Verdi's Requiem aan. De zoon, Frank Lammers, komt naar voren. Zijn tot angst vertrokken gezicht bootst de woorden na. Uit de mond van de vader golft het bloed. Dan volgt de donkerslag.
Het is een theatraal sterk moment in deze voorstelling, die de jonge regisseuse Judith de Rijke als standplaatsproduktie maakte voor de Stichting Toneelschuur Producties. In deze stichting krijgen pas afgestudeerde toneelmakers onder de koesterende zorg van directeur Frans Lommerse en producente Ina van Veen de gelegenheid zelf een voorstelling te maken.
In 'De moed om te doden' staan, zoals in zoveel stukken van Norén, een vader en zoon tegenover elkaar. De vader: een vereenzaamde alcoholist en rokkenjager, die met een ziekelijke, behoudzuchtige angst de liefde van zijn zoon afsmeekt, daarom zeurt en hem voortdurend daarvoor vernedert. De zoon: een door de seksualiteit van zijn vader gefascineerde en verlamde jonge man, niet in staat uit de draaikolk van zijn liefde voor hem en zijn haat jegens hem te ontsnappen.
Tot het moment dat de vader hem bezoekt als ook de nieuwe vriendin van de zoon (Marthe-Geke Bracht) aanwezig is. De aanranding door de vader van het meisje (door de zoon bijna uitgelokt) geeft hem de moed zijn vader te doden. Freud en de Griekse tragedie in een wurgende beklemming. De Rijke zegt in het programma dat zij in deze voorstelling het zwartgallige paart aan het humoristische.
Of die termen goed gekozen zijn, betwijfel ik. Maar wat ze heel goed heeft gedaan, is de beklemming paren aan een lichte, strak gestileerde enscenering. De in- en in zieke relatie tussen de vader en de zoon geeft ze lucht door een afstandelijkheid in het spel, door fysiek ruimte te scheppen tussen de personages. En de drie acteurs vullen hun ruimte alle drie met een vanzelfsprekende aanwezigheid, met absoluut trukenloos spel. Ik vond het prachtig.