Technopop op zijn Canadees
Het duo Junior Boys heeft na vijf jaar een nieuwe plaat. De Canadezen vonden tussen de technomastodonten uit Detroit en de dancegrootheden uit Europa hun eigen geluid.
Hun profielfoto is er eentje uit de oude doos. Twee tieners, eentje achter een keyboard, de ander met een grote koptelefoon, beide met lang vettig haar. Geconcentreerd aan het musiceren. "Die opnames hebben we niet meer, maar het klonk nergens naar. Volgens mij waren we gedichten van Edgar Allen Poe aan het opnemen, daar doorheen boeren aan het laten en dat aan het loopen. O ja, en waren flink onder invloed. LSD", grijnst Jeremy Greenspan.
Die puberale ongein was in 1995, inmiddels tonen dertigers Greenspan en zijn muzikale wederhelft Matt Didemus zich een stuk serieuzer. Maar ook weer niet té, blijkt tijdens een gesprek in Amsterdam. Het duo is onder de noemer Junior Boys toe aan hun vijfde album, 'Big Black Coat'. Een houseplaat, maar dan eentje met liedjes, op het smakelijk snijvlak van toegankelijke techno en elektrofunk, met dit keer misschien een tikkeltje meer techno dan voorheen. Didemus zorgt voor het gros van het productiewerk, Greenspan schrijft en zingt de teksten met zijn heeshoge, zwoele tenor - waarbij het woordje 'baby' 56 keer voorkomt op dit album.
Didemus woont inmiddels in Berlijn, Greenspan nog in Canada - maar dat was niet de reden waarom het vijf jaar duurde voordat de Junior Boys weer bijelkaar kwamen. Ze waren met andere dingen bezig, Junior Boys hoefde niet zo nodig. Hun platencontract zat erop, Didemus begon zijn eigen houselabel in Berlijn, Greenspan produceerde het album van stadsgenoot Jessy Lanza en bracht ook een eigen danceplaat bij het label van Caribou uit. Caribou is trouwens degene naast wie u gerust het werk van Junior Boys kunt scharen, wat betreft klank en aanpak: ook in de kern popmuziek met de repetitieve kwaliteit van dance. En tevens een stadgenoot: Hamilton, een beetje het Utrecht van Canada, blijkt een vruchtbare grond voor alternatieve dancemuziek.
Daar in Hamilton ontmoetten de twee Junior Boys elkaar, volgens de één bij een bushalte, volgens de ander bij Stan's. Dat was een soort jeugdhonk, tegenover hun middelbare school, waar je na het laatste uur naartoe ging om te hangen, een potje te poolen, bier te drinken. Hamilton had een bloeiende alternatieve scene, waar de twee in de jaren negentig een hoop formatieve raves meemaakten. Ze herinneren zich Richie Hawtin alias Plastikman nog levendig, in Toronto: "De muren waren helemaal met plastic bedekt. Richie Hawtin was toen al groot, hij draaide in Detroit en in Europa. Maar hij kwam uit Windsor, Ontario, wat hem toch een beetje onze lokale held maakte."
undefined
Tienerkamer
Hawtin maakte furore in Detroit, geboorteplek van techno aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Op drie uur rijden van Hamilton; voor Canadese begrippen om de hoek. Maar het waren niet de technomastodonten uit Detroit waardoor de twee op hun tienerkamer serieuzer met muziek bezig gingen, maar een feest in Europa, in Londen, om precies te zijn.
Greenspan: "Mijn zus studeerde in Birmingham, en ik ging haar opzoeken. De dancescene bij ons in Canada bestond uit obscure kelderfeestjes, met dertig mensen in een rokerige ruimte, die dan allemaal aan de LSD gingen. Het was niet bepaald massaal. Op mijn vijftiende kwam ik voor het eerst in Londen, mijn zus en ik gingen naar Sven Väth en Claude Young, het was in 1995, en dat was... dat was een grote nacht. Wauw, dat was geweldig. Zo groot, en iedereen zat er zó in....ik heb de flyer van die avond nog steeds."
Het zorgde ervoor dat muziek meer ging betekenen voor Greenspan, en zijn vriend Didemus, dan alleen een manier om als verveelde puber de tijd te doden. Wel was het zoeken naar een eigen geluid, tot in 2004 hun debuut verscheen. "We werden echt geïnspireerd door dance en wilden dat ook echt maken, maar we stonden niet in de Britse traditie van jungle, garage of drum 'n bass. En die lui in Detroit waren allemaal van een generatie voor ons. Ik denk dat Junior Boys daarom iets is geworden dat helemaal van ons was. Daarom is Junior Boys ook nooit puur dance geworden."
Hoewel 'Big Black Coat' soms vervaarlijk richting die pure dance opstuurt. Er zit meer herhaling in de electrofunk, voortgestuwd door ratelende synths. Er zit minder melodie in dan voorheen, maar als die er is, is die wel prettig subtiel. Ze zijn hun muziek dit keer bewust wat experimenteler aangevlogen. "Niet experimenteel in de zin van piano's onder water, maar we hebben minder nagedacht over songschrijverij, en hebben meer aandacht besteed aan productie en het geluid", zegt Didemus, die onder andere een specifiek synthgeluidje voor het nummer 'M & P' opnam in het Utrechtse Kytopia, omdat die studio nou net een hele unieke synthesizer in huis heeft.
Nog even, al dat ge-baby op dit album? Greenspan lacht. Dat ging zeker niet per ongeluk, maar we moeten het ook weer niet te conceptueel opvatten. "De teksten gaan niet over politiek, maar over mensen, relaties, Het woordje 'baby' herhalen in verschillende nummers, is daar een uiting van. Geen enkele tekst gaat over mijzelf, trouwens."
Junior Boys - Big Black Coat (City Slang/Konkurrent)
undefined