Super 8

Anniek van den Brand schrijft elke week over familie - en alles wat daarop lijkt. a.vandenbrand@trouw.nl | @anniekvdbrand

ANNIEK VAN DEN BRAND

Hij heeft wat super 8-filmpjes op een dvd'tje laten zetten, zegt ome Jan. Misschien vind ik het leuk om het te kopiëren? Ik sta er ook nog op, en dan kan ik het later in alle rust eens bekijken. Want eerst gaan we koffiedrinken en bijpraten.

Ik ren naar boven om het schijfje snel even in mijn computer te duwen.

Ineens kijk ik in het gezicht van mijn oma, die bijna dertig jaar geleden overleed. Ze zit gewoon op haar vaste plaats aan tafel, voor het kastje met het Chinese theeservies. Ik herken haar onmiddellijk, alsof er geen tijd tussen zit. Ze is zo dichtbij dat ik onwillekeurig mijn hand uitsteek. Ik weet nog precies hoe zacht haar gezicht was.

Gebiologeerd staar ik naar het scherm. Daar is mijn opa, met zijn eeuwige sigaar, in zijn bruin gebloemde rookstoel bij het raam. Hij lijkt zich wat afzijdig te houden, net als altijd.

Mijn jonge moeder lacht me toe. Ze staat in de deuropening van ons huis dat al lang ons huis niet meer is, zwanger van wat mijn kleine zusje wordt (weet ik nu, zij nog niet). Haar haar is bijna zwart, haar huid blank, die schotsgeruite jurk met wit kraagje staat haar mooi.

Het filmpje heeft weinig lijn, het zijn flarden zonder woorden, als een heldere droom, met op de achtergrond instrumentale uitvoeringen van wereldhits uit die tijd: Simon & Garfunkel, de Rolling Stones, de Beatles.

In polonaise danst de familie Van den Brand achter het huis van tante Annie. Er wordt gelachen, gezongen, gepraat - dat kun je niet horen, maar wel zien. De kinderen schommelen, springen, tillen elkaar voor de camera. De veertigers, vijftigers van nu - zeven jaar zijn ze, negen, twaalf.

Ik zie ome Piet, en weet dat hij een jaar of acht later in zijn woonkamer zal overlijden aan een gescheurde aorta. Hij slaat een arm om zijn vrouw Maria, die nooit echt over zijn overlijden zal heenkomen. In het midden staat ome Jan in zijn spijkerpak. Zijn Amsterdamse vrouw Marijtje rookt een sigaret met een van zijn zussen. Hun jongste zoon, over wie ze een levenlang zorgen zullen hebben, is nog niet geboren.

Ik zie een meisje van een jaar of acht met rossig haar en een bril, dat haar oma in beeld duwt. Ik ken het blauwe pakje met de oranje bloemetjes heel goed - het is mijn communiejurk, speciaal gekocht in Woensel.

Als ik mezelf zie, zie ik het nu vijfjarig dochtertje van mijn zus. Als ik mijn vader zie, zie ik mijn zoon. Als ik een van mijn nichtjes zie, zie ik mijn dochter.

Ik zie al die mensen en weet deels al hoe het ze zal vergaan.

Ik ben hier, en ik ben daar - tegelijkertijd. Maar ik moet naar beneden. Koffiedrinken en bijpraten met een oom die ik nog kan aanraken en horen. Hier, nu.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden