Succes gebouwd op teleurstelling
Individueel loopt EK in Sotsji uit op deceptie, maar op de aflossing is het raak met tweemaal goud
De dunne scheidslijn tussen falen en triomferen kan bij shorttrack in één mislukte actie liggen, van jezelf of een ander. Zoals falen en triomferen in een tijdsbestek van enkele minuten in elkaars verlengde kunnen liggen. Dat maakt shorttrack met zijn onnavolgbare wendingen tot het spektakelstuk van de schaatsdisciplines, voor sommigen tot circusattractie.
Van frustratie naar opluchting en euforie. Het is een kwestie van onmiddellijk kunnen vergeten, en vooruitkijken. De Nederlandse ploegen hadden daarvoor op de slotdag van de EK in Sotsji geen uur de tijd. Individueel was de driedaagse door een opeenstapeling van materiaalpech, tegenslagen en onkunde op een deceptie uitgelopen. De som van die falende individuen smeedde in kracht en verbetenheid een eenheid die zowel bij mannen als vrouwen goed was voor de Europese titel op de aflossing.
Dat ploegenonderdeel, de apotheose van het toernooi, wordt binnen shorttrack als belangrijkste discipline beschouwd. Niet het klassement voor individuen, dat geen olympische erkenning heeft, niet de afstandstitels. Omdat in de aflossing naast individuele kwaliteiten de kracht in de breedte en het samenspel een dimensie geven die adembenemende gevechten op de hoogste snelheden kunnen opleveren.
In de olympische hal van Sotsji gaven bij de Nederlandse vrouwen verse emoties van woede en teleurstelling de kracht voor het wegwissen van tegenslagen. Bij de mannen smeulden revanchegevoelens voor de olympische race uit 2014 die de kroon op een jarenlange ontwikkeling had moeten zijn, maar een onuitwisbare frustratie werd.
Na twee dagen hadden titelverdediger Sjinkie Knegt en Jorien ter Mors ondanks materiaalpech en onnodige nederlagen nog uitzicht op goede klasseringen, zelfs op titels. Maar ook op de 1000 meter en de superfinale over drie kilometer werd gisteren bevestigd dat beiden niet in goeden doen waren.
Ter Mors, na een jaar afwezigheid sterker geworden op de langebaan maar met haar lange lichaam minder wendbaar in lijf-aan-lijfgevechten op de krappe shorttrackbaan, had in de achttien jaar jonge Suzanne Schulting in de eigen equipe zelfs grote concurrentie. Zozeer zelfs dat ze elkaar eerst in de voeten reden, om uiteindelijk samen te winnen.
Schulting, volgens bondscoach Jeroen Otter als pitbull op het ijs een topper in de dop, hoefde Ter Mors op de afsluitende drie kilometer slechts te volgen om haar in het algemeen klassement voor te blijven. De Schotse Elise Christie had toen met zeges op alle afstanden prolongatie van haar titel al veiliggesteld. Bij een inhaalactie van Schulting drie ronden voor tijd tikte zij met haar schaats het scheenbeen aan van Ter Mors. Die ging hard onderuit en verliet strompelend de baan. Schulting won de race, ging gebukt onder schuldgevoel, werd gediskwalificeerd en zakte in het eindklassement als beste Nederlandse naar plaats drie.
Met pijnstillers in het lijf en een dodelijke blik in de ogen keerde Ter Mors voor de aflossing terug op het ijs. Daar was haar start zo overdonderend, dat de zege van het Nederlandse kwartet geen moment in gevaar kwam. De laatste aflossing van Ter Mors op Schulting was de symbolische metamorfose van teleurstelling in succes. Daarmee was de vorig jaar in Dordrecht zonder Ter Mors verloren titel terug in Nederland. Met Ter Mors was die in 2011, 2012, 2013 en 2014 al een Nederlandse prooi, al kon daar mondiaal slechts eenmaal (zilver 2011) een vervolg aan worden gegeven.
De mannen deden dat vaker, ze werden in 2014 zelfs wereldkampioen. Maar dat gebeurde nadat het 'levenswerk', de olympische finale, in de eerste ronde al was afgebroken door een val van Freek van der Wart. Om die nachtmerrie draagbaar te maken moest Van der Wart zelfs mentale begeleiding zoeken.
Misschien was de race van gisteren het beste medicijn, en waren de getergde Sjinkie Knegt, de op een knie-operatie wachtende Daan Breeuwsma en nieuwkomer Dennis Visser de best gemotiveerde heelmeesters. Zij vormden de dit keer onbreekbare ketting, waarvan Van der Wart met een onnavolgbare passeerbeweging Knegt eerst aan de leiding bracht, om hem vervolgens na een enorme tempoversnelling voor de dreigende Hongaren naar winst te lanceren.
undefined
Van der Wart is wijzer
Het verloren olympische goud van Sotsji is volgens Freek van der Wart nooit meer weg te poetsen. "Misschien kunnen we er over twee jaar een olympische medaille naast zetten", zei hij bij zijn terugkeer in Sotsji tegen de NOS.
Het terugzien van de hal met de fatale bocht waarin hij na veertig meter in de aflossingsrace viel, was moeilijk. "Ik bleef dat beeld weer zien, werd geconfronteerd met alle herinneringen van de laatste keer dat ik hier was."
"Maar het is goed dat we hier zijn, ik kan een stap zetten in mijn verwerkingsproces naar een goede volgende Spelen. Dit is een levensles, leren omgaan met tegenslagen en er sterker uitkomen. Ik kan het ombuigen in iets positiefs."
undefined