Stroopwafels van groente-afval, waarom niet?
Een stroopwafel van groente-afval, een plastic zakje waar een online bestelde spijkerbroek mee door de brievenbus kan: hun uitvinding levert de jonge bedenkers een plaats op in de top van 100 duurzame jongeren. De DJ100 wordt vanavond gepresenteerd.
Als de lijst van 100 jonge, duurzame toppers iets duidelijk maakt, dan is het wel dat economie en duurzaamheid hand in hand gaan. In de vijf jaar dat de lijst bestaat zijn de initiatieven steeds groter geworden. En er valt geld mee te verdienen, ziet Marieke Jacobs, projectmanager van de Duurzame Jonge 100, afgekort DJ100.
Vanavond wordt in Hoofddorp voor de vierde keer in vijf jaar de lijst bekendgemaakt van 100 duurzame mensen van onder de 32 – er moet ergens een grens zijn en die heeft de organisatie op 32 gezet. De jongste dit jaar is 18. Zeker driehonderd aanmeldingen waren er. De jury, met onder anderen hoogleraar Jan Rotmans en Willem Ferwerda (vorig jaar de nummer 1 van de Duurzame 100 van Trouw, waar de DJ100 los van staat) beoordeelde de inzendingen op impact, innovatie, inspiratie en visie. In de uiteindelijke DJ100 zit geen rangorde, alle 100 jonge mensen zijn even ‘goed’. “Samen laten ze zien dat duurzaamheid mogelijk is”, zegt Jacobs, die het project leidt voor projectbureau SustainableMotion, gespecialiseerd in duurzaamheid en innovatie.
Is duurzaamheid bij oudere voorlopers nogal eens een mannenzaak, bij de aankomende generatie is de verdeling meer gelijk. In de DJ100 van dit jaar staan 56 mannen en 44 vrouwen, verspreid over verschillende sectoren (zie grafiek). Meer dan de helft verdient zijn of haar eigen geld met iets duurzaams:
40 procent heeft een onderneming met minimaal één werknemer in dienst, 15 procent is zzp’er. De rest werkt in loondienst of is student. “Jonge mensen zien de economische kansen van duurzaamheid. Je kunt er geld mee verdienen”, concludeert de 24-jarige Jacobs.
Inspiratie
Door haar verhaal heen loopt het woord ‘inspiratie’. “Deze honderd mensen zijn de toekomst, ze zijn inspiratiebron voor elkaar, en voor de gevestigde orde”, zegt ze. Bij de feestelijke bekendmaking van de lijst vanavond zijn daarom jonge professionals uitgenodigd van grote bedrijven, en van ministeries. “Zij staan heel erg open voor duurzame initiatieven, en we willen graag dat zij dit verhaal meenemen naar hun instelling. De mensen kunnen elkaar wederzijds inspireren”, hoopt projectmanager Jacobs.
De DJ100 laten de aanwezigen in een expositie zien én ervaren hoe zij met duurzaamheid bezig zijn. Ze worden beloond met een ring van gerecycled plastic. Die is er ook voor GroenLinks-leider Jesse Klaver. Hij is 31 en is ook dit jaar weer de enige landelijke politicus op de lijst.
Maar bij deze presentatie blijft het niet, de jonge duurzame ondernemers, zzp’ers, studenten en jonge professionals gaan ook meepraten over duurzaam beleid. Op 29 augustus ontmoeten ze oud-politicus voor D66 Jan Terlouw. Ze gaan met hem in debat over het manifest voor een duurzamer Nederland dat Terlouw met de jongerenorganisaties van politieke partijen heeft opgesteld. Dat stuk was ook bedoeld voor inspiratie, en wel voor de onderhandelaars over een nieuw kabinet.
Op Duurzame Dinsdag, 5 september, hebben de jonge toppers ook een rol. Zij denken daar mee over het rijksprogramma voor de circulaire economie die in 2050 een feit moet zijn. Eén gezamenlijk advies van de aankomende duurzame generatie gaat daar niet uitrollen. De 100 jonge mensen hebben het duurzame denken gemeen, maar ze hebben allemaal hun eigen kijk op de wereld. Jacobs vindt dat juist een voordeel: “Dit is een unieke kans om invloed uit te oefenen hoe de economie al voor 2050 circulair kan zijn. Dat doen ze vanuit verschillende perspectieven, en dat maakt hun geluid des te krachtiger.”
Een spijkerbroek via de brievenbus
Nikesh Jaglal, jong professional bij PostNl
De 23-jarige Nikesh Jaglal uit Schiedam koopt veel via internet, vooral kleding. Maar dat betekent ‘continu thuis blijven wachten’ op de aankoop. Erger nog vindt hij de milieulast. De pakketten worden bezorgd met bestelauto’s, en de dozen zitten doorgaans vol met in plastic verpakte lucht. Dat moet anders, dacht hij, en zo werd zijn idee geboren voor FashionPack.
De student international business management aan de Haagse Hogeschool liep stage bij PostNL, met collega’s besprak hij hoe die thuisbezorging beter kan. Hij kreeg van PostNL de ruimte en een trainingsprogramma voor young professionals om als projectleider het idee uit te werken. Volgende maand komt het op de markt.
In de vacuüm verpakking die hij liet ontwerpen is geen ruimte voor lucht, het plastic is duurzaam, het kan worden hergebruikt, het kan ook retour afzender. Het beschermt de kleren. “Ik was heel bang voor kreukels, maar het kreukelt nu juist minder”, zegt Jaglal. In één zakje kunnen een spijkerbroek, of drie T-shirts, of een trui. Die glijdt zo de brievenbus in, bezorgd door een postbezorger op de fiets, in plaats van in een bestelbus. Pure winst voor het milieu, zegt Nikesh, en puur gemak voor de webwinkelier en de online-shopper. Als werknemer van PostNL constateert hij ook dat de steeds leger wordende fietstassen van de postbezorgers er fijn mee worden gevuld.
Zes procent van de kleding die nu in een kartonnen doos wordt verstuurd, kan als brievenbuspakje naar de klant, zegt Jaglal. “Dat lijkt weinig, maar alleen al in Nederland gaat het om miljoenen zendingen.” Jaglal heeft contact gelegd met grote kledingmerken. “Als die meedoen, kan het snel gaan.”
Een stroopwafel van groenteafval
Chloé Rutzerveld, food&concept designer, zzp
De 24-jarige Chloé Rutzerveld uit Eindhoven kookt veel en graag. Toen ze eens zoete aardappelen bakte, viel het haar op dat er na het bakken een stroperig goedje uitliep, het deed haar denken aan karamel. “We beschouwen de zoete aardappelen als groente, verantwoord en gezond. Maar als je ziet hoeveel suikerstroop je uit één exemplaar kan halen is dat bizar”, zegt Rutzerveld, die haar verwondering omzette in een poging een suikerspin te maken van het sap. Dat mislukte, maar ze borduurde verder, ze ging aan de slag met bieten en wortels, met hun vocht en met hun vezels. Zo kwam ze op het idee voor de groentestroopwafel. Een typisch Hollands product, maar haast helemaal gemaakt van groente. En dan niet de puntgave gewassen, maar de buitenbeentjes en de restanten. Zo maakt ze van groente-afval een gezond en duurzaam product.
De food-designer vond iemand anders om het product verder te ontwikkelen en aan de man te brengen. Ze hoopt dat de groentestroopwafels eind 2017 in de schappen ligt. Die is inmiddels al zo bekend dat ze is genomineerd voor de Dutch Design Awards.
Zelf wil Rutzerveld weer verder, de oud-student industrial design probeerde al 3D-printers uit voor een nieuwe vorm van duurzame voeding. Nu gaat ze zich toeleggen op future farming. Een creatief onderzoek naar manieren waarop de consument in een vroeg stadium invloed kan uitoefenen op de groei van een gewas. Zodat hij een wortel krijgt die precies zo knapperig is als hij het wil. Rutzerveld geeft gastles op de hotelschool, houdt over de hele wereld presentaties, organiseert workshops, adviseert bedrijven en houdt experimentele diners. Van wat dat allemaal oplevert ‘kan ik inmiddels leven.”