Sterfgevallen zijn smet op Duitse beroepsgroep
Heelmeesters, of Heilpraktikers, heten ze. In Duitsland is het een gereguleerd, medisch beroep, waarvoor een opleiding bestaat. In het land waar de homeopathie is uitgevonden, is de gang naar één van de pakweg 40.000 Heilpraktiker net zo gewoon als een bezoek aan een arts.
Maar deze week werd de beroepsgroep ruw opgeschrikt door de dood van een Vlaamse en twee Nederlandse kankerpatiënten, nadat ze in een kliniek over de grens bij Venlo glucoseblokkers toegediend hadden gekregen. Twee Nederlandse vrouwen liggen nog in het ziekenhuis.
Dinsdag waarschuwde de Duitse politie om de kliniek in Bracht van de Duitse alternatieve genezer Klaus Ross te mijden. Inmiddels de instelling gesloten en loopt er een justitieel onderzoek. Het lijkt erop alsof Duitse Heilpraktiker voor wanhopige, uitbehandelde Nederlanders een toevluchtsoord kunnen zijn. Ross adverteerde daar expliciet mee. "De 'heelmeester' die in onze kliniek werkzaam zijn, mogen in Nederland niet als zodanig werken. In Duitsland worden onze behandelmethoden echter wel toegestaan dankzij een innovatieve toezichthouder die overigens streng controleert", staat er op klausross.com.
Dat er in Duitsland meer mag dan in Nederland, dat is evident. Zo mogen Duitse natuurgenezers infusen aanbrengen en injecties geven. In Nederland zijn dergelijke handelingen voorbehouden aan een arts, of mogen ze hooguit onder toezicht van een arts plaatsvinden. Maar dat is volgens de Nederlandse Vereniging tegen de Kwakzalverij niet de enige reden waarom Nederlanders hun heil regelmatig in Duitsland zoeken.
Regels aangescherpt
"Hier zijn de regels na de affaire Millecam aangescherpt", zegt Menso Westerouen van Meeteren, oud-inspecteur bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), en inmiddels werkzaam bij de anti-kwakzalverclub. "Haar dood is alweer ruim tien jaar geleden, maar de uitspraak van de Hoge Raad, die de straffen tegen twee behandelaars handhaafde, is nog maar van drie jaar terug. Daardoor is er veel veranderd. Zo moeten alternatieve artsen hun patiënten er verplicht op wijzen als er een betere reguliere behandeling is. Weigert hun patiënt die behandeling, dan moeten ze het contact verbreken. Het Openbaar Ministerie treedt nog niet vaak op, maar men is wel voorzichtiger geworden."
Wie in Duitsland zoekt op een alternatieve therapie, treft een overdaad aan mogelijkheden. Er zijn zeker tien koepelorganisaties van Heilpraktikers, met een enorm aanbod van behandelingen, uiteenlopend van aderlaten tot biologische kankertherapie. Toch kent Duitsland geen geschiedenis van ernstige incidenten, beaamt Westerouen van Meeteren. Volgens hem komt dat doordat de situatie in Duitsland minder gepolariseerd is dan hier, en reguliere artsen en Heilpraktikers beter samenwerken.
Rotte appel
Heino Nieland (65), die al zo'n 35 jaar vlak over de grens bij Groningen als Heilpraktiker werkt, herkent dat beeld. Met zijn team behandelt hij elke week zo'n honderd patiënten met migraine, van wie de helft uit Nederland komt. Volgens hem loopt de alternatieve geneeskunst in Duitsland mijlenver voor.
"Wil je Heilpraktiker worden, dan moet je eerst een opleiding van drie tot zes jaar doen. Een stage of een praktijkexamen is niet verplicht, maar er is wel een streng theorie-examen. In Nederland kan iedereen een bordje in zijn tuin zetten en zichzelf geneesheer noemen. Doe je dat hier zomaar, dan staat daar een gevangenisstraf van twee jaar op."
Volgens Nieland was er in Bracht sprake van 'een rotte appel'. Hij wijst erop dat Heilpraktikers alleen medicijnen mogen gebruiken die iedereen in de apotheek zonder recept kunnen krijgen. "Dat niet-artsen infusen mogen aanbrengen, daar moet je niet te zwaar aan tillen. Zo moeilijk is dat niet. Het gaat er om wat voor middel je toedient, en of dat goed is voor is voor de patiënt. Deze man heeft een experimenteel en giftig middel ingespoten. Dat had nooit mogen gebeuren. Het geeft ons allemaal een slechte naam."