Steinbrück versus Merkel

Zal bondskanselier Angela Merkel (CDU) haar imago als 'moeder van de natie' waarmaken? Of weet Peer Steinbrück (SPD) haar te overtroeven? Na het televisieduel van zondagavond weten we meer.

TEKST ANTOINE VERBIJ en BERLIJN

Zondagavond, exact drie weken voor de Bondsdagverkiezingen van 22 september, krijgen de kanselierskandidaten Merkel (59) en Steinbrück (66) anderhalf uur lang de gelegenheid de kijker-annex-kiezer voor zich te winnen. Maar liefst vier omroepen zenden het duel gelijktijdig uit, dat daarmee tot de categorie 'nationale gebeurtenis' promoveert. Twee publieke en twee commerciële omroepen doen eraan mee, elk met een eigen ondervrager.

De publieke omroepen ARD en ZDF gooien hun geroutineerdste vrouwen in de strijd: Anne Will en Maybrit Illner. RTL brengt de degelijke Peter Kloeppel. De amusementszender ProSieben schuift de entertainer Stefan Raab naar voren. Op het eerste oog is de maker van nogal platte vermaaksprogramma's een risicofactor, al heeft hij sinds enige tijd ook een politieke talkshow met een vlotte formule, die echter nauwelijks aanslaat.

Merkel begint aan het duel met een grote voorsprong op Steinbrück in de populariteitspolls. Menig waarnemer spreekt al over een 'gelopen race'. Maar zo was de situatie ook bij de verkiezingen in 2009. Ook toen genoot Merkel, na vier jaar een 'grote coalitie' met de SPD te hebben geleid, een ongekend groot vertrouwen bij de burgers. Maar haar partij haalde de laagste score ooit. De door haar gewenste coalitie met de liberale FDP kwam er nipt.

Dat is de strohalm waaraan Steinbrück zich kan vastgrijpen. De geschiedenis laat zien dat veel Duitse kiezers pas de laatste dagen voor de verkiezingen hun definitieve keuze maken en dan niet zelden de peilingen ondersteboven gooien. Partijprogramma's blijken daarbij beslissender dan persoonlijkheden. Dus is voor de SPD nog niet alles verloren wanneer Merkel morgen op onverstoorbare wijze alle aanvallen van de gewiekste Steinbrück weet te pareren.

Zo had niemand hem ooit gezien. En trouwens, niemand had háár ooit gezien. Op het verkiezingscongres van de SPD was men op het lumineuze idee gekomen om Peer Steinbrück samen met zijn vrouw Gertrud op het podium te laten interviewen. Steinbrücks vrouw bleek haast een kopie van haar man: zelfde bril, zelfde gezichtsvorm, zelfde spreekvaardigheid, zelfde humor. Twee perfect op elkaar ingespeelde mensen. Een goed huwelijk.

Toen gebeurde het. Het ging over Steinbrücks plotselinge besluit om zich kandidaat te stellen voor het lijsttrekkerschap van de partij, terwijl hij eigenlijk bezig was afscheid van de politiek te nemen. Gertrud zei iets over wat dat voor haar en voor de kinderen betekende. Ineens werden Steinbrücks ogen waterig, zijn mond begon te trillen, hij huilde. Een troostende aai van zijn vrouw wimpelde hij af. Het werd stil in de zaal. Er klonk een bemoedigend applaus.

Was dat nu die koele rekenaar, die uitgekiende financiële expert, die man met de gevreesde, scherpe tong, die nooit een blad voor de mond neemt? Want zo hadden de Duitsers hem de laatste jaren leren kennen. Als de man die altijd hoog van de toren blaast, die volstrekt overtuigd is van zijn eigen gelijk, die andere politici, inclusief zijn politieke vrienden, geregeld de levieten leest.

Kruimelwerk
Voor die tijd was hij jarenlang onzichtbaar. Men hoorde wel eens iets over die herrieschoppende politicus in de provincie. Eerst deed hij in de deelstaat Sleeswijk-Holstein als minister van financiën de begroting, vervolgens in Noordrijn-Westfalen. Allemaal kruimelwerk voor een echte 'hanseaat', iemand die zich vooral verbonden voelt met de politieke en intellectuele elite van de 'Vrije Hansestad Hamburg', zijn geboorteplaats.

Pas toen de doorgeleerde boekhouder in Noordrijn-Westfalen minister-president werd, leerde Duitsland hem beter kennen. Vooral zijn coalitiegenoten van De Groenen hebben het geweten. Nog altijd kijken ze verbitterd terug op hoe hij hen behandelde. En treuren ze nauwelijks over de door Steinbrück vervolgens grandioos verloren verkiezingen in de deelstaat. Ze noemen hem 'abgehoben': iemand die zich ver boven de rest verheven voelt.

Steinbrücks grootste hindernis op weg naar het kanselierschap is Steinbrück zelf. Voor de gemiddelde Duitser is hij te rap van tong, te zelfverzekerd, te intellectueel. Hij doet nu erg zijn best om zich in te leven in andere thema's dan financiën. De laatste maanden spreekt hij veel over de groeiende kloof tussen arm en rijk, de tekortkomingen van de zorg en de positie van vrouwen en homo's. Niet ongeloofwaardig, maar toch: alsof het zijn vak niet is.

Zijn politieke hoogtepunt bereikte hij als vakminister van financiën, nota bene onder bondskanselier Merkel. Het was 5 oktober 2008, de bankencrisis, veroorzaakt door het failliet van Lehman Brothers in Amerika, bereikte haar hoogtepunt. Er dreigde een run op de Duitse bankloketten. Samen met zijn cheffin trad Steinbrück voor de camera's. "Uw banktegoeden zijn veilig", zei hij. Oftewel: gaat u maar rustig slapen. Wat de Duitsers prompt deden.

Was dat bluf? vroegen journalisten hem naderhand. Zijn antwoord was verbluffend. "Als het spaargeld van de Duitse burgers in gevaar zou zijn gekomen, zou de overheid zijn bijgesprongen." Alsof de overheid daarvoor het geld had. Dat was Steinbrück in optima forma. Als hij de Duitsers van één ding weet te overtuigen, is het wel dat hun centen bij hem in goede handen zijn. Dat hij ook een goede kanselier kan zijn, moet hij zondag nog bewijzen.

Politieke waarnemers in Duitsland blijven peinzen. Welke eigenschappen van Angela Merkel maken haar zo populair bij de Duitse bevolking? Ze hebben al een hele boekenplank volgeschreven met analyses. Herkennen Duitsers iets van zichzelf in haar zigzagbeleid? Waakt ze, juist omdat ze zelf geen kinderen heeft, als een overbezorgde moeder over haar onderdanen? Of berust haar succes op haar van de DDR overgeërfde paternalisme?

Dat zijn allemaal veronderstellingen die dit jaar door serieuze auteurs in honderden pagina's dikke studies zijn getoetst. 'De twijfelkunstenaar', 'Angela Merkel en wij', 'De peetmoeder'. Zo luiden de titels van drie recente publicaties. Wat aan die studies opvalt, is dat geen van de schrijvers het succes van Merkel toeschrijft aan een ongebreidelde wil tot macht. Bij haar voorgangers Kohl en Schröder gold die wil steeds als een doorslaggevende factor.

Alsof machtswellust een typisch mannelijke eigenschap is, die men een vrouw niet snel toedicht. Of slaagt Merkel er beter in de verliefdheid op de macht te verbergen? De gewone Duitsers lijken zich zulke dingen niet af te vragen. Die vertrouwen er blindelings op dat hun welzijn bij de huidige bondskanselier in goede handen is. Of hebben we hier te maken met een rest van de onderdanenmentaliteit die in de vorige eeuw zo fataal uitpakte?

Plezier
Merkel zelf verhult haar machtsstreven door een professionele houding aan te nemen. Ze straalt plezier uit in haar vak. En ze beheerst het ook verdomd goed. Mensen die veel in haar omgeving verkeren, bewonderen de systematiek waarmee ze het vak beoefent. Hoe ze zich informeert, hoe ze elke beslissing wikt en weegt, hoe ze geduld oefent voordat ze op het juiste moment toeslaat. Wat er als twijfel uitziet, is in werkelijkheid geslepen tactiek.

Die tactiek der voorzichtigheid schrijven velen toe aan haar achtergrond als natuurkundige. In de wetenschap gaat het immers ook om het afwegen van hypothesen en het voortschrijden langs de weg van 'trial and error', 'proberen en vergissen'. Net als wetenschap is politiek in de ogen van Merkel een kunde. En die kunde, daar weet ze de Duitsers van te overtuigen, moet je overlaten aan deskundigen. Zoals zij.

Ze is op en top pragmaticus. En dat is precies wat de Duitsers bevalt. Politici van andere partijen verwijten haar vaak het ontbreken van een visie en een programma. Ook Steinbrück zal haar daar morgenavond telkens weer op aanvallen. Maar de meeste Duitsers hebben daar hun buik vol van. Ze zien liever iemand die zijn werk goed doet dan iemand die hun vertelt hoe ze moeten leven.

Merkels grootste hindernis op de weg naar een hernieuwd kanselierschap is haar partij. Op haar karakteristieke pragmatische wijze heeft ze de CDU stapsgewijze aan de moderne tijd aangepast. Eigenzinnige mannetjesputters die de partij een duidelijke koers wilden voorschrijven, of die nu conservatief of neoliberaal was, wist ze de een na de ander op een zijspoor te zetten. Op zulke momenten was ze wel degelijk een gehaaide machtspoliticus.

Ook dat waarderen de kiezers in haar. De manier waarop ze zonder al te veel spektakel iedereen die haar naar de kroon steekt, weet uit te schakelen. In veler ogen is ze pas op de laatste plaats een leider van de CDU. Daarom kunnen blijkens de peilingen zo veel Duitsers zich goed voorstellen dat ze na de verkiezingen opnieuw leiding geeft aan een grote coalitie met Steinbrücks SPD. Zelfs een coalitie met De Groenen is voor velen allerminst ondenkbaar.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden