Steeds grotere verschillen

Wat doe je als de ene leerling in de brugklas niet eens in het Engels kan tellen, en zijn klasgenoot met gemak een Engelse spreekbeurt houdt?

ROB PIETERSEN

De verschillen worden steeds groter", verzucht Holly Struikman, docente Engels op het Hondsrug College in Emmen. "Je ziet het aan onze Engelse instaptoets. Daar varieert het niveau, op een schaal van tien, van 1 tot 9. Hier zijn we in de opleiding niet op voorbereid. Er is wel aandacht voor differentiatie. Over: hoe stimuleer je onderpresteerders en houd je bovenpresteerders gemotiveerd? Maar dit moet je toch echt helemaal zelf uitzoeken."

Docenten moeten improviseren, elke school zoekt naar een oplossing. Voorbeelden: Struikman zweert bij de iPad, in Zeeland zetten ze hun geld op een tussenpersoon als 'brug' tussen basis- en middelbare school en in Oss verwachten ze veel van hun fonkelnieuwe Open Leercentrum (zie kaders).

Leerlingen zijn geen eenheidsworsten. Gelukkig niet. Maar de niveauverschillen in Engels waarmee leerlingen van groep 8 in de brugklas instromen, zijn wel heel groot. Waar sommige scholen nu al vanaf groep 1 met Engels beginnen - in een proef van staatssecretaris Dekker met tweetalig onderwijs, zijn er ook nog veel die nauwelijks voldoen aan de minimumeisen. En dat is een uurtje per week, vanaf groep 7.

"Ik heb leerlingen in mijn klas die twee jaar lang, drie keer in de week een uur intensief les hebben gehad. Van een leerkracht die als er nog eens ergens een gaatje in het programma was, Engelse liedjes ging zingen en songteksten besprak", vertelt Joyce van Hoorn, docente Engels op het Titus Brandsma Lyceum in Oss. Maar in diezelfde klas zitten kinderen van wie de leerkracht het ene uurtje Engels in de week schrapte als het andere werk niet af was. "Die kinderen kennen het alfabet, kunnen in het Engels klok kijken, maar daar houdt het mee op", aldus Van Hoorn.

Het onderwijs is in principe afgestemd op de zwakste schakel, erkent Van Hoorn. Het lesmateriaal van haar school begint met 'good morning' en 'how are you?'' En met de tegenwoordige tijd van het werkwoord 'to be'. Voor een grote groep is dat lesmateriaal uit een ver verleden, heel veel stappen terug.

Er wordt weleens gesteld dat rond de Kerst de grootste verschillen zijn rechtgetrokken en de zwakkeren bij de besten in de buurt komen. Flauwekul, vindt Struikman. "Dat is misschien de ervaring van een docent die iedereen dezelfde lesjes voorschotelt. Die ziet de verschillen niet meer. Misschien ook omdat de goede leerling onderuit gezakt, ongemotiveerd zijn tijd uitzit. In de achterlopers steek je de meeste energie. Dat is je natuur als docent. Maar ondanks al die extra inspanning merk je soms in de derde of vierde nog steeds welke basis ze hebben meegekregen vanuit de basisschool."

Scholieren op het Open Leercentrum van het Titus Brandsma Lyceum in Oss.

undefined

Het Open Leercentrum

Op het Titus Brandsma Lyceum in Oss moest iets worden bedacht om de grote groep hoogbegaafde leerlingen te blijven uitdagen.

Daar werd begin dit schooljaar het Open Leercentrum (OLC) voor ingericht. In die ruimte kunnen ze, buiten de les maar wel onder toezicht, op eigen niveau, in eigen tempo, aan opdrachten werken.

"Toen we met dat idee begonnen, beseften we dat we dat OLC veel breder kunnen inzetten. Ook voor leerlingen die in één of twee vakken echt uitblinken", aldus Joyce van Hoorn, voor het derde jaar docente Engels op de Brabantse school.

Van Hoorn geeft dit schooljaar onder meer les aan vwo 1. Vanuit die klas stuurt ze twee leerlingen regelmatig naar het Open Leercentrum, 'als ik vind dat ze daar hun tijd nuttiger kunnen besteden dan in de klassikale les'. "Ze krijgen dan een opdracht mee."

Twee kandidaten: dat is nog niet zo heel veel, erkent ze. Brugpiepers moeten eerst aan hun nieuwe school wennen. Daarnaast willen pubers soms liever niet opvallen, maar graag wat onzichtbaar in de groep meedraaien. "Soms vinden ze het ook gewoon leuk ergens goed in te zijn en dat te laten zien. Bij andere vakken zijn er dan weer anderen die uitblinken."

Joyce van Hoorn denkt wel dat het Open Leercentrum 'werkt'. "De niveauverschillen zullen, zolang er voor Engels het basisonderwijs geen eisen gelden, groeien. En ons OLC kan dat ook."

undefined

De Laptopschool

Het Hondsrug College in Emmen is sinds april 2011 een iPad-school die zich profileert met 'Leren op Maat'. Het is er mogelijk een vak waarin een leerling goed is, in minder tijd te volgen en de vrijkomende tijd te besteden aan vakken waar hij moeite mee heeft.

"Jaren geleden ben ik op eigen initiatief voor een groepje goede leerlingen een andere methode gaan gebruiken, Engels-Engels. Die had ik zelf bij elkaar gezocht", zegt Holly Struikman, al twaalf jaar docente Engels op de school. "Maar eerlijk is eerlijk: de beste leerlingen zaten achter in de klas, de motivatie was moeilijk."

Dat gaat dankzij de iPad een stuk beter, zegt ze. "We werken met veel apps, onder meer met 'Zite'. Daar vinden mijn leerlingen elke dag nieuwe artikelen die aansluiten bij hun interesses: volleybal, huisdieren, of recepten om te bakken. Die app stimuleert de wat zwakkere leerlingen te gaan lezen en daagt ook de uitblinkers uit."

In de les van Struikman zitten leerlingen nooit fulltime op de iPad. "Ik begin een hoofdstuk met klassikale uitleg, uitspraak oefenen en grammatica. Met veel interactie. Pas daarna gaan ze zelf aan de slag, in hun eigen tempo, op hun eigen niveau."

En de kritiek dat leerlingen zich qua niveau door zo individueel te werken niet aan elkaar kunnen optrekken? "Dat klopt. Hoewel: misschien helpen ze elkaar thuis via Facetime. Maar dat klassikaal fouten in het huiswerk of in toetsen doornemen: dat maakt kinderen onzeker."

undefined

De Tussenpersoon

Colon, een vereniging van 25 reformatorische basisscholen in Zeeland, werkt nauw samen met het Calvijn College in Goes om de Engelse lessen te verbeteren en de drempel naar het voortgezet onderwijs te verlagen. Marja de Wolf vormt sinds augustus 2010 'de brug', als projectleider van 'Met Engels Hogerop'.

De eerste afspraak was dat alle deelnemende scholen vanaf groep 1 met Engels beginnen. In de onderbouw gemiddeld één uur per week, in de bovenbouw anderhalf. Zo moeten op termijn de niveauverschillen bij instroom in de brugklas kleiner worden. "Daarnaast stemmen de basisscholen hun lesmethodes af op wat ze op het Calvijn College gebruiken. Het is zoeken, maar uiteindelijk werk je richting een doorlopende leerlijn", aldus De Wolf. De situatie in Zeeland is redelijk uitzonderlijk, voor vrijwel alle leerlingen van de 25 basisscholen is het Calvijn College de volgende stap. Vandaar dat het makkelijk afspraken maken is, erkent De Wolf. "Maar het begint met overleg. Dat moet ook in Amsterdam of Utrecht kunnen. En openheid. Het Calvijn College doet in oktober een nulmeting. Als daaruit blijkt dat scholieren van een bepaalde basisschool gemiddeld slechter scoren op bijvoorbeeld de luistertoets, dan spreek ik zo'n school daarop aan. En bekijk met hun coördinator wat er voor stappen er genomen kunnen worden om beter te scoren. Dat soort signalen kunnen scholen in grote steden ook afgeven. Ja, er is huiverigheid scholen te vergelijken. Maar daar moeten we snel vanaf."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden