Starters boven de 50
Onder startende ondernemers is een groeiende groep vijftigplussers. Het is nu of nooit, denken zij. Maar eng vinden ze het wel een eigen bedrijf te beginnen. Hun pensioenopbouw wordt onderbroken en als het bedrijf mislukt zijn de kansen op de arbeidsmarkt klein. Twee portretten van ondernemers in de vijftig.
Het euforische gevoel van 'ik heb een eigen winkel' is voorbij. Eerst stond ik nog weleens vergenoegd te staren naar de mooie vloerbedekking en de prachtige houten panelen. Maar inmiddels sta ik met beide benen op de grond. Er moeten centen verdiend worden. En dat is soms doodeng.''
Bert Versluijs waagde april vorig jaar de sprong en opende zijn eigen winkel annex instrumentmakerij STA Orthopaedie in Amstelveen. Geen enge, klinische plek met kunstarmen en nepbenen aan de muur maar een gemoedelijke winkel met een leestafel, vitrines met kniebanden en rekken met hulpmiddelen voor ouderen: grijparmen, wandelstokken en luxe rollators. ,,Mijn branche werkt meestal achter gesloten deuren'', vertelt hij. ,,Ik wilde een toegankelijke plek waar iedereen zo binnenloopt.''
Achter de winkel heeft Versluijs zijn paskamer waar hij orthesen (steunmiddelen zoals korsetten, spalken en pols- of kniebanden) aanmeet. Een deur verder is de gipskamer. ,,Hier kan ik kliederen'', glimlacht Versluijs terwijl hij de witbetegelde kamer rondloopt. ,,Via gipsafgietsels meet ik prothesen aan, zoals vervangende ledematen.''
Erg vaak gebeurt dat nog niet. ,,Ik gebruik deze gipskamer één keer in de maand'', zegt hij. ,,De markt is natuurlijk al verdeeld. Revalidatiecentra verwijzen door naar instrumentmakerijen of hebben er zelf een. Ik probeer mezelf bekend te maken door advertenties. Ook heb ik lokale artsen laten weten dat ik hier zit. Verder hoop ik dat mensen uit zichzelf binnenlopen, ze mogen tenslotte zelf bepalen waar ze hun hulpmiddelen kopen of laten maken.''
Versluijs maakt alle orthesen en prothesen zelf. Hij heeft een eigen werkplaatsje met specifiek gereedschap zoals 'buigijzers' en een tang om leer op te rekken als een prothese iets te strak zit. Er staat een naaimachine voor kor-setten, een speciale oven en een slijpmachine. Op een antieke, houten werkbank wacht een stapel dubbelgevouwen dozen om te worden weggegooid. Versluijs opent er eentje: Twee grote platvoeten, afgedrukt in roze piepschuim komen te voorschijn. Komisch en privé tegelijk.
De liefde voor zijn vak deed hem besluiten om voor zichzelf te beginnen. Versluijs was vijftien jaar lang vestigingsmanager van een grote orthopedische instrumentmakerij. ,,Het bedrijf wilde fors snijden in de kosten en dus mocht ik maar een kleine voorraad in de winkel hebben. Dat werkte niet. Ik kon er niet tegen om telkens tegen klanten te moeten zeggen: dat heb ik niet, ik moet het voor u bestellen.''
Daarbij kwam dat de productie steeds verder opgesplitst werd. ,,Het moest allemaal goedkoper. Er kwamen productiemedewerkers in dienst die allemaal een klein onderdeeltje uitvoerden. Ik ben een allround instrumentmaker en ik vroeg me af of ik dat kon blijven.''
Met een afkoopsom vertrok hij bij het bedrijf. ,,Binnen twee maanden tijd heb ik besloten voor mezelf te beginnen. Voor mijn doen is dat lang, ik ben impulsief.''
Hij vindt het heerlijk, eigen baas zijn. ,,Het gevoel dat ik voor mezelf werk, geeft voldoening. Ik hou van spanning, ik was ook een beetje uitgekeken op mijn baan.''
De kansen in Amstelveen zijn gunstig, zegt Versluijs, die een marktonderzoek liet doen. ,,Er wonen gemiddeld veel ouderen en ze zijn ook meer bemiddeld dan een gemiddelde wijk in Nederland.'' Wat Versluijs over de streep trok, was de wetenschap dat zijn oude werkgever de vestiging in Amstelveen zou sluiten. ,,Ik ben in dat gat gesprongen.''
Toch is het nog lang geen vetpot. ,,Mijn salaris is momenteel mager, veel minder dan toen ik in loondienst werkte. Ik heb meer dan een ton (in euro's) geïnvesteerd. Ik heb een eigen huis als onderpand, dus het risico is groot.''
Iedere maand rapporteert hij aan de bank. ,,In vijf jaar tijd moet ik mijn investering eruit hebben. Aan het eind van dit jaar hoop ik break-even te draaien, dat punt zit er gelukkig aan te komen.''
Hij is optimistisch maar bij vlagen slaat de angst hem om het hart. ,,Mijn hele hebben en houwen zit hierin, dat is doodeng. Ja, en mijn pensioenopbouw is natuurlijk gestopt. Maar ik maak me geen zorgen over mijn pensioen of dat ik niet aan de bak zou komen, mocht ik failliet gaan. Het belangrijkste is dat dit gaat lukken.''