Stang praat moeilijk, dus niet te veel tekst van de meester van de klare lijn, maar veel beeldtaal.
Een interview met Stang Gubbels? Daar kun je maar beter niet aan beginnen, zeggen mensen die hem goed kennen. Stang is namelijk niet echt spraakzaam. Meestal rollen er -met enige tussenpozen- niet meer dan een paar steekwoorden uit zijn mond. En als dan nog niet duidelijk is wat hij bedoelt, maakt hij liever een paar snelle schetsjes. Want de beeldtaal van Stang begrijpt iedereen.
Stangs werk herken je uit duizenden, net zoals dat van Hergé (Kuifje), Dick Bruna (Nijntje) en Keith Haring, alle vier meesters van de klare lijn. De naam Stang Gubbels zal niet iedereen iets zeggen, maar zijn pictogrammen en icoontjes zijn alom bekend. Zijn Wallie-card bijvoorbeeld, die staat voor betalen op internet. Wallie is afgeleid van wallet, een internetbeurs. De opdrachtgever vroeg om een karaktertje en dat kreeg hij: Stang tekende een gezellige rond manneke, waarin iedereen meteen zo'n ouderwets beursje-met-knip herkent. Maar Stang (die als Stan Gubbels werd geboren in 1966) kan nog veel meer, blijkt op het eerste grote overzicht van zijn oeuvre in de Kunsthal in Rotterdam. De tentoonstelling zoemt via grote muurschilderingen in op kleine illustraties en voert de bezoeker zo de echte Stangwereld in.
Stang ziet zichzelf helemaal niet als een kunstenaar, maar als een beeldenmaker, lezen we in het boek dat ter gelegenheid van de tentoonstelling verscheen. Er staat maar weinig tekst in. Stang laat hier en daar wat steekwoorden vallen en om er toch een leesbaar geheel van te maken, heeft samenstelster Annerieke Goudappel anderen laten vertellen over Stang. Dat het toch een lekker dik boek is geworden, komt doordat het rijkelijk geïllustreerd is met het werk van Stang. Al zijn schetsen bewaart hij, kilo's papier zijn het, gebonden in rode kaften. Op de rug staat in gouden letters Stang Schetsen, gevolgd door een jaartal. Ze hebben het karakter van een beelddagboek.
Stangs carrière als beeldenmaker begint in 1985. Hij is dan 19 jaar en bezoekt de Reproductie Teken Opleiding in Eindhoven. Hij maakt pentekeningen van een kale ruimte met stoelen, een bed, een lamp, drie stoelen om een tafel, een tekentafel met een stoel. Stangs vader Fred is kunstschilder (van Brabantse landschappen) en kijkt kritisch mee en stimuleert hem enorm. Drie jaar later laat Stang zijn tekeningen en affiches zien op de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Zijn werk brengt een sensatie teweeg: hij wordt meteen toegelaten tot het vierde studiejaar van de avondopleiding grafische vormgeving. Overdag werkt hij voor een ontwerp- en reclamebureau. Langzaam ontstaat dan de Stangstijl, waarin naast alledaagse gebruiksvoorwerpen steeds vaker het Stangmannetje opduikt met als oervorm de kale kop, het stipoog, de streepmond en het voorhoofd dat doorloopt in de neus. Subtiele veranderingen aan oog en mond verraden de stemming van Stangman, waarin -wat vaker gebeurt bij illustratoren- de trekken van de schepper zelf herkenbaar zijn.
Een paar jaar later vestigt Stang zich als vrij illustrator, omdat hij liever tekent dan reclamecampagnes verzint. Hij wordt de vaste vormgever van de Kunsthal. Directeur Wim Pijbes van de Kunsthal: ,,We zochten een vormgeving van een bruutheid, lompheid, Rotterdamsheid. Zoals de Hema-vormgeving. Wij zijn ook een soort Hema. Die filosofie past goed bij de Kunsthal: niet te veel gelul, niet te veel ruis.''
Stang werkt voor een breed scala van opdrachtgevers: multinationals als KLM en IBM, maar ook non-profitorganisaties. Hij bepaalt het gezicht van de politie Rijnmond, diverse ministeries en overheidsinstanties, muziektijdschrift OOR, FNV, Het Parool, Nike en Philips.
Stang zegt altijd te zoeken naar de meest directe vorm van communicatie volgens het Kiss-principe: Keep it simple stupid. Aan de ene kant hebben zijn pictogrammen de directheid van een verkeersbord. Aan de andere kant hebben zijn robuuste beelden ook altijd een gevoelswaarde die vorm en inhoud overstijgt. Zijn kracht ligt in pictogrammen, als hij internationaal doorbreekt zal het daarmee zijn, verwachten kenners van zijn werk. Maar zelf denkt hij de laatste tijd soms: ,,Ik moet gewoon stoppen, gaan houthakken. Ik stop niet echt, het is meer een gedachte die ik laat sudderen. Wat verlies je? Ik kon niks bedenken. Ik zou er alleen maar beter van worden.''
Zijn werk verandert voortdurend. Zo maakt hij nu machines op de Mac-computer: 'rare harde gekke machines'. De inspiratie komt van de duploblokken, hijskranen en bulldozers die tegenwoordig door zijn huis slingeren. Stang is vader geworden.