Stad, koester je vogels
Hoewel je in deze vroege lente de neiging hebt naar buiten te trekken, kunnen vogelliefhebbers net zo goed in de stad blijven. De bebouwde kom is namelijk heel vogelrijk, zo is de boodschap van het boek 'Stadsvogels in hun domein'.
Het aantal grauwe ganzen in de stad is met de komst van de nieuwbouwwijken enorm toegenomen. Én: de helft van de Nederlandse koolmeesjes zit binnen de bebouwde kom, waar ze een eigen geluidsrepertoire hebben ontwikkeld dat afwijkt van hun familie in het bos.
Het boek biedt veel cijfers en weetjes, maar geeft ook uitgebreid aan waar de verschillende vogelsoorten het meest voorkomen, ondersteund door prachtige illustraties. Auteur Jip Louwe Kooijmans laat de lezer kennismaken met 18 vogelgemeenschappen in verschillende wijktypen. Want één soort stad? Die bestaat niet.
Zo zijn stadswijken in te delen naar ouderdom, openheid en ligging. Die kenmerken bepalen het soort leefmilieu voor vogels. Voor elk type omgeving, arbeiderswijk, uitbreidingswijk of stadspark, somt het boek op waarom een vogel daar nou juist het liefst verblijft. De huizenbroeders bijvoorbeeld, zoals de kauw en de gierzwaluw, zijn goed vertegenwoordigd in de arbeiderswijk omdat mensen ze daar bijvoeren.
De tuinen van de uitbreidingswijk trekken veel merels. En in de vinexwijken is vaak veel water maar minder groen, waardoor water- en moerasvogels daar graag vertoeven.
Het boek onderscheidt laag en hoog Nederland van elkaar, omdat dit verschil in landschapstype voor vogels een belangrijke factor is gebleken bij het zoeken van een thuis. Laag Nederland (op of onder zeeniveau) heeft meer verschillende soorten vogels. Hoog Nederland (boven zeeniveau) heeft juist hogere aantallen per soort.
Maar waarom is deze informatie belangrijk? Het boek geeft inzicht in de stad en in de omstandigheden die belangrijk zijn voor broedvogels. Hierdoor is de stap sneller gezet in de richting van een vogelvriendelijke omgeving, met het boek als handleiding.
Louwe Kooijmans komt met gerichte tips. Per type wijk beschrijft hij hoe het leefmilieu voor vogels daar kan worden verbeterd. Zoals: plaats een natuurlijke haag als schutting om zwaluw en stadsduif meer groen te bieden, of plaats in vinexwijken goed begroeide nestvlotjes om de moerasvogels op weg te helpen.
Louwe Kooijmans ontwikkelde daarnaast samen met bouwonderneming BAM een checklist om groener te kunnen bouwen.
De kleine verbeteringen, zoals het ophangen van vogelhuisjes en vetbolletjes, blijven een goed idee, maar bouwondernemingen kunnen echt grote stappen zetten. Bijvoorbeeld door neststenen (vogelhuisjes ín de muur) te plaatsen voor de zwaluw en de huismus. Of door platte daken te bedekken met grind voor een broedplek van de scholekster.
Zo simpel kan het zijn.
'Stadsvogels in hun domein, meer kleur in het grasland' door Jip Louwe Kooijmans, illustraties van Elwin van der Kolk. Uitgeverij KNNV, euro 14,95.
Uitbreidingswijk, hoog Nederland: veel merels.
undefined