Splitsing bedreigt Engelse staatskerk
Van onze kerkredactie AMSTERDAM - De anglicaanse Church of England staat aan de vooravond van een kerkscheuring. Verscheidene conservatieve bisschoppen willen de staatskerk verlaten en een eigen onafhankelijke anglicaanse kerk oprichten. Ruimduizend van de dertienduizend anglicaanse gemeenten zullen naar verwachting het voorbeeld van hun rebelse leiders volgen.
Het initiatief, zo meldde gisteren de Britse zondagskrant The Sunday Times, gaat uit van de traditionalistische actiegroep Forward In Faith die vier jaar geleden door een aantal orthodoxe anglicaanse bisschoppen en dekens werd opgericht. Een speciale werkgroep heeft het afgelopen jaar gepeild welke kerkelijke gemeenten eventueel bereid zouden zijn om met de moederkerk te breken.
De positieve reacties waren zo wijdverbreid dat de groep vervolgens een plan uitwerkte voor een onafhankelijke kerk, naar het model van de anglicaanse Kerk in Wales of de Schotse episcopale kerk. De werkgroep onderzoekt momenteel hoe de kerkgebouwen en de financiën verdeeld moeten worden, want men vindt dat de 'rebellen' een moreel en wellicht zelfs juridisch recht hebben op een proportioneel deel van het vermogen van de moederkerk.
De afgelopen vijf jaar keerden al 550 anglicaanse geestelijken hun kerk de rug toe, en er zitten er nog tientallen aan te komen. Ongeveer vierhonderd priesters en duizenden kerkleden zijn rooms-katholiek geworden. Ook veel leken hebben inmiddels de staatskerk verlaten, onder hen prominente figuren als de hertogin van Kent en de oudministers John Gummer (milieu) en Anne Widdecombe (gevangeniswezen).
Edwin Barnes, bisschop van Richborough en een van de leiders van de scheuringsbeweging, zei dat veel gelovigen zich niet langer herkennen in de manier waarop de Church of England het geloof verkondigt. ''De anglicaanse staatskerk heeft zulke ongelooflijke dingen gedaan dat onze actie eerlijkheid en duidelijkheid zal scheppen, voor haar en voor ons.''
De kerkverlaters kunnen zich niet verenigen met de liberale koers van de kerkleiding. Sinds 1992, toen de anglicaanse synode het priesterambt voor vrouwen openstelde, is er volgens hen binnen de kerk sprake van een “catastrofaal verval”. Dat zou zich ook uiten in de kerkelijke opvatting over homoseksualiteit. In 1991 spraken de anglicaanse bisschoppen uit dat homoseksuele relaties zijn toegestaan, behalve voor priesters.
Rond Kerstmis zullen de rebelse bisschoppen hun plannen voor een afscheiding bekendmaken. Een mogelijke naam voor het nieuwe kerkgenootschap is Orthodoxe Provincie of Kerk in Engeland in plaats van Kerk van Engeland zoals de anglicaanse kerk ook wel wordt genoemd. De rebellen zijn van plan om contact op te nemen met het parlement, omdat een breuk gevolgen kan hebben voor de positie van de staatskerk.
Een woordvoerder van George Carey, aartsbisschop van Canterbury, weigerde commentaar te geven op het bericht in de Sunday Times. Maar uit zijn korte reactie kon men opmaken dat de primeur van de zondagskrant een groot waarheidsgehalte bezit. Hij zei: “Deze punten zijn te complex om er in het kort op te reageren.”
Sinds tweehonderd jaar
De laatste grote kerkscheuring in de anglicaanse kerk sinds de Reformatie had ruim 200 jaar geleden plaats: in 1791 scheidden de methodisten zich van de staatskerk af. De dreigende afsplitsing die nu voor de deur lijkt te staan zou voor de moederkerk tot gevolg kunnen hebben dat ze haar status van staatskerk verliest. Die staat toch al op de tocht sinds kroonprins Charles heeft laten weten dat hij een verdediger van alle geloofsrichtingen in Engeland wil zijn, niet alleen van de anglicaanse.
De anglicaanse kerk bestaat sinds 1534, het jaar waarin koning Hendrik VIII definitief met de rooms-katholieke kerk brak. De toenmalige paus had geweigerd zijn huwelijk met Catharina van Aragon te ontbinden, zodat de koning met de hofdame Anna Boleyn kon hertrouwen.
Hendrik VIII benoemde zichzelf tot hoofd van de anglicaanse kerk. Sindsdien is het anglicanisme de staatsgodsdienst van Engeland. De kerk neemt nog altijd een speciale plaats in het Britse politieke leven in. De anglicaanse bisschoppen hebben het recht in het Hogerhuis te zitten.