Spelen met je smartphone en zo God mislopen
Over animo heeft hij niet te klagen. Pelgrims genoeg, aldus priester Caesar Atuire, chef van een aan het Vaticaan verbonden bedevaartsbureau. Maar de pelgrim van nu houdt er een aantal nare gewoontes op na, merkte Atuire onderweg naar onder meer Lourdes, het Meer van Galilea en de Heilige Grafkapel in Jeruzalem. De pelgrimpriester beklaagt zich in het Katholiek Nieuwsbladover de oprukkende smartphone in bedevaartsland.
Pelgrims zouden hedentendage meer gefixeerd zijn op het fotograferen van het moment suprême, dan op dat moment suprême zelf. Atuire: "Ik dring er bij onze pelgrims op aan de ervaring te beleven en, als die zo sterk is, dan proberen te vereeuwigen in een beeld. Maar begin niet met het beeld."
Ook stoort Atuire zich eraan dat pelgrims nogal eens 'afwezig' zijn wanneer ze eenmaal op de heilige plaats van bestemming zijn aangekomen - omdat ze via Facebook of Twitter verslag doen van hun reis. "Aanwezig zijn, maar afwezig zijn", noemt de pelgrimpriester dat. "Ik kan hier bij jou zijn, terwijl intussen alles wat ik doe erop gericht is anderen elders te vertellen wat ik nu doe. Dat is een soort afwezigheid die erg uitgesproken wordt, zelfs op onze pelgrimages."
Atuire herinnert er nog maar even aan wat het doel moet zijn van een pelgrimage: een geestelijke ontmoeting. Wie te pas en te onpas z'n smartphone tevoorschijn haalt, kan dus zomaar een ontmoeting met niemand minder dan God zelf mislopen. Zijn praktische advies: 'ten minste eerst naar de heilige plaatsen te kijken - en er misschien zelfs te bidden - alvorens het knopje in te drukken en het moment in een foto, sms, tweet of facebookbericht te vatten'.
Dat behalve religieuzen ook filosofen zich met zeer praktische zaken uit het dagelijks leven bezighouden, laat etnografe en filosofe Annemarie Mol deze maand zien in Filosofie Magazine. 'Ook met je handen kun je proeven', zegt Mol. Ze ontdekte dat tijdens een etentje met vier collega's uit India, Bangladesh en Indonesië. Rijst, linzensaus en groenten smaakten lekkerder toen ze het met haar handen at.
Mol heeft onlangs de prestigieuze Spinozapremie gewonnen: de hoogste onderscheiding in de Nederlandse wetenschap. Voor een bedrag van 2,5 miljoen euro mag de filosofe onderzoek doen naar 'praktijken die van doen hebben met eten'. Vragen die Mol zoal bezighouden zijn: 'Wat voel jij als je een appel wilt eten? Kun je nagaan of je mond er zin in heeft of je buik? Oh, heb je dan zin in iets fris? En op andere momenten eet je voor het volle gevoel?'
Eten is een nogal verwaarloosd thema onder filosofen, volgens Mol. 'Eten was lang iets louter praktisch, iets waar de vrouwen en de slaven zich mee bezighielden. In de theorie werd het gemarginaliseerd'.
Aan de hand van een appel legt Mol uit hoe je dat doet, filosoferen over eten. Het brengt de eetfilosofe, (eigenlijk noemt Mol zichzelf empirisch filosofe, maar eetfilosofe is mooier), op nieuwe gedachten over kennis en handelen.
Over kennis zegt ze: 'Je kunt een appel leren kennen door ernaar te kijken. Die appel ligt daar voor je op tafel. De kleur is rood, een beetje geel. Er zit een steeltje aan. Maar wat gebeurt er als je die appel gaat proeven? Wat betekent dat voor ons model van kennen? Kennen blijkt dan niet langer afstandelijk. Als je eet, dan geniet je, of je walgt, waarnemen en waarderen lopen bij eten onvermijdelijk in elkaar over'.
En over handelen zegt de eetfilosofe: 'In het dominante individualistische beeld is een lichaam een afgesloten geheel, dat wordt bestuurd door een geest die alles onder controle heeft, net zoals een ideale Griekse soldaat zijn spieren onder controle heeft.
Maar wat je van een appel verteert en absorbeert, en wat je uitscheidt, heb je niet onder controle. Maar verteren en absorberen zijn tegelijk niet passief. Om wat voor soort 'doen' gaat het hier, wat voor model van handelen levert dat op?'
undefined