Interview
SP’er Dennis de Jong zwaait af: ‘De EU is transparanter dan Nederland’
Dennis de Jong (63) vertrekt na tien jaar als Europarlementariër van de Socialistische Partij (SP). Dit is zijn afscheidsinterview.
“Als je terugkijkt naar hoe ik tien jaar geleden mijn eerste verkiezingsdebatten deed, dan staat daar eigenlijk een ambtenaar die verwilderd om zich heen kijkt, en zich afvraagt: in welke leeuwenkuil ben ik nou weer verzeild geraakt? Als je die ogen ziet… een soort van angst denk ik.
Een journalist zei later eens tegen mij dat ik geen goede politicus was. Ik lieg immers niet. Het is nog steeds zo dat ik niet van politieke spelletjes hou. Maar dat heb ik ook nauwelijks hoeven doen als Europarlementariër. Ik heb nooit meegemaakt dat je hier collega’s moet belazeren. Het is sowieso een beetje een raar parlement: je hebt geen regering en geen oppositie, dus je zoekt naar samenwerking.
Diplomatieke achtergrond
Daarvoor kon ik mijn diplomatieke achtergrond inzetten. Als je iets wilt bereiken, kun je wel hard op de trom gaan slaan, maar tegelijk moet je ook kijken: wie zijn mijn bondgenoten, wat kan ik van die bondgenoten verwachten, hoe kan ik die aan mij binden?
Toen ik vanuit de SP destijds de vraag kreeg voorgelegd om me verkiesbaar te stellen voor het Europarlement, dacht ik: hier komt een hoop samen. Dat parlement is een weerslag van mijn Europese ervaringen in de jaren negentig, en het is mogelijk om om op al die terreinen waar ik zelf aan hecht als Europarlementariër door te gaan met initiatieven nemen.
Niet alleen kreeg ik de vraag me kandidaat te stellen, maar meteen maar als lijsttrekker. Ook al was ik met mijn achtergrond eigenlijk met alles fout: ik ben jarenlang PvdA-lid geweest, en ook nog eens christelijk, ‘openlijk christelijk’ moet je tegenwoordig zeggen.
Maar ik was als ambtenaar altijd al heel kritisch over de dingen in Brussel die maar groeiden en groeiden zonder dat er discussie over was. Dat is altijd mijn grootste zorg geweest over Europese integratie: dat gebeurt grotendeels in de donkerte.
In het parlement zelf kon ik al vrij snel heel actief worden. Ik had immers al in Brussel gewerkt en wist hoe het werkte bij de Raad en bij de Commissie. Je weet wat een richtlijn is, hoe je amendementen moet indienen.
Als ik terugkijk, waren voor mij de hoofdlijnen: transparantie, het tegengaan van verspilling, ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf en ten slotte godsdienstvrijheid. Bij transparantie begonnen we op nul. Dat was in 2009 nog geen thema. Bij collega’s begon het ook te broeien: we moesten iets doen aan die ondoorzichtigheid van Brussel. Daarmee ga je dan samenwerken.
Godsdienstvrijheid
Hetzelfde met het thema godsdienstvrijheid. Daarover was ook helemaal niets in het begin. Samen met Peter van Dalen (ChristenUnie) heb ik een werkgroep opgezet. Voor de SP was dit geen speerpunt, maar ze vonden het prima dat ik die ‘hobby’ voortzette. Die was immers ook niet in strijd met de SP-uitgangspunten.
Wat transparantie betreft is de EU nu verder dan Nederland, dat durf ik echt wel te zeggen. Wat er in Haagse ministeries gebeurt, is veel minder transparant dan wat we hier hebben bereikt. Maar de Europese Commissie wil nog steeds geen rekening houden met alle belangen in adviesgroepen. Dan zeggen ze: voor deze groep hebben we veel technische expertise nodig, en die vinden we alleen bij de grote bedrijven. Zo zaten al die autobedrijven in technische groepen die over uitstootnormen beslisten, wat fataal bleek bij dieselgate.
Dan is de volgende stap: dat kunnen jullie wel een technisch onderwerp vinden, maar er moet ook voldoende ruimte zijn voor de mensen die in de straten wonen waar al die auto’s doorheen rijden en die al die ellende inademen. Dan zegt de commissie vaak: ja, we hebben ze wel uitgenodigd, de Europese consumentenorganisaties. Maar die hebben dan zes man op kantoor zitten en die kunnen niet komen. Maar dan kun je toch ook nationale consumentenorganisaties uitnodigen, die clubs zitten dicht bij het vuur. Maar dat mag dan weer niet van de commissie… kortom, daar is nog wel wat werk te verzetten.
Bij het MKB hetzelfde verhaal. Dat is ook een hele opgave om een echte ondernemer uit een klein bedrijf te interesseren voor een adviesgroep in Brussel. Die gaat gelijk lachen als je erover begint: ‘moet dat, in die bureaucratie?’ Ja, dat moet, want jij hebt ook belangen en die worden niet automatisch vertegenwoordigd.
Mijn grootste frustratie gaat over de sociale kant van Europa. Ik heb dat geprobeerd aan te zwengelen, de sociale gevolgen van de interne markt. We zouden eigenlijk elke nieuwe maatregel op het gebied van de interne markt moeten toetsen aan die sociale gevolgen. Ik denk dan vooral aan het dienstenverkeer en het kapitaalverkeer. We hebben in 2017 wel die Europese pijler van sociale rechten gekregen, maar dat is een vodje papier.
Ik geloof niet zo in die verhalen dat het Europees Parlement straks geen besluiten meer kan nemen door de opkomst van de populisten. Waar ik wel bang voor ben, is dat de christen-democraten en de sociaal-democraten worden aangevuld met de liberalen of de groenen, en dat ons geluid niet meer wordt gehoord. Destijds was ik blij met de omslag bij de sociaal-democraten na het vertrek van Martin Schulz (oud-parlementsvoorzitter, red.). Die deed vooral zaken met de christen-democraten en eventueel de liberalen. Na Schulz stonden de sociaal-democraten meer open voor samenwerking over links.
Met het nieuwe parlement zou die verkramping van vroeger weer kunnen terugkeren, met drie of vier groepen die het met elkaar doen. Dan heb je aan de ene marge de populisten, maar aan de andere kant de linkerflank die dicht staat bij de bevolking. Dat geluid van het volk aan de linkerkant zal gewoon meegenomen moeten worden. Als Europa alleen maar staat voor de grote schaal en de grote bedrijven, dan gaat het echt fout. Jan Marijnissen zei ooit tegen mij: als het zo doorgaat, zullen de spanningen alleen maar toenemen en vrees ik voor een volksopstand tegen de EU. Het gist en broeit overal.
Ik vind populisme geen vies woord, want het betekent in mijn jargon dat je goed luistert naar wat er leeft onder de mensen. Wat ik bij de SP voel, is een enorm vuur om een ander soort maatschappij te krijgen.
Het Europese partijprogramma van de SP heeft de titel ‘Breek de macht van Brussel’. Dan moet je vooral denken aan de ambtelijke macht. Op alle niveaus zitten ambtenaren van de Raad en de Commissie te onderhandelen over wetteksten, en het Europarlement mag er dan nog even zijn handtekening onder zetten. Vooral de commissie zit vanaf het begin tot het eind overal tussen met haar neus.
Barricaden
Op een recente partijraad klonk het geluid dat de SP weer ouderwets de barricaden op moet. Dat is ook nodig, want op zeker moment waren we wel erg bezig met besturen en regeringsfähig worden. Dus de terugkeer naar de protest-toon deel ik helemaal. Ik denk wel, als Arnout hier eenmaal zit (Arnout Hoekstra, SP-lijsttrekker voor de Europese verkiezingen, red.), dat hij gewoon moet meedoen met wetgeving hier, anders raakt hij alleen maar gefrustreerd. Hij is enorm hard aan het studeren, we hebben ook al veel uren met elkaar doorgebracht.
Je komt hier terecht omdat mensen op je stemmen. Die hebben geen zin om vijf jaar lang je inkomen te moeten betalen als je niet levert. Dus je zult op zeker moment toch ook een mooi rapport moeten schrijven, en compromissen sluiten. Ik heb Arnout ook geadviseerd om door te gaan met die transparantie-werkgroep, want dan zit je met andere politieke groepen en moet je zoeken naar de dingen waarover je het echt met elkaar eens bent.
Het is nodig dat we activistischer worden, daar sta ik achter. Is het een trendbreuk? Misschien in de toon, om mensen weer wakker te schudden. We zien allerlei dingen fout gaan. Waar we nog wel in moeten investeren, is: wat is nou ons grote plan voor de middellange termijn? Je kunt tegenwoordig niet meer volstaan met te zeggen: wij zijn anti-establishment. Iets in mij wil toch weten: die heilstaat waar jullie het over hebben, hoe ziet die er nou uit?
Voor mij was dat de reden om lid van de SP te worden: zoeken naar de menselijke maat, het moet weer warm worden, we moeten weer interesse hebben in elkaar, zorgen dat de zwakkeren zich beschermd weten. De SP moet nog komen tot een aantal verduidelijkingen over hoe wij dat organiseren. Veel moet nog worden uitgedacht. Dat is niet in strijd met die activistische toon, maar een aanvulling erop.”
‘De oester is wel opengebroken’
Wat beschouwt u als uw grootste succes als Europarlementariër?
“Aan het vergroten van transparantie in Brussel heb ik aantoonbaar bijgedragen. We zijn nu zo ver dat we veel inzicht hebben In hoe lobbyisten te werk gaan, waar ze te werk gaan, in welke adviesgroepen ze zitten. Die oester is wel opengebroken. Al is het nog niet zo dat de invloed van de grote bedrijven verdwenen is.”
Wat ziet u als uw grootste fout, wat had u beter kunnen doen?
“Ik moet echt lang nadenken… maar heb niet echt grote fouten gemaakt. Nou ja, sommige media-optredens in het begin, misschien. Zo heb ik geleerd dat je voor een camera van het NOS Journaal nooit moet zeggen: ‘ik heb drie argumenten, ten eerste…’ want dat valt niet te monteren.”
Wat wilt u meegeven aan uw opvolgers in het volgende Europees Parlement?
(lachend) “Tegen Arnout (Hoekstra, SP-lijsttrekker, red.) heb ik al gezegd: je moet een rolkoffertje aanschaffen. Hij zegt de hele tijd dat hij dat niet wil. Maar dat is wel handig als je steeds naar Straatsburg moet. Het is ook symbolisch. Je moet weliswaar vast blijven houden aan je idealen, maar tegelijkertijd ook binnen het systeem proberen wat voor elkaar te krijgen.”
Wie is Dennis de Jong?
-- 1955, 22 mei: geboren te Delft
-- 1976-1979: afgestudeerd in Nederlands recht (Rotterdam), politieke economie (Rotterdam) en internationale betrekkingen (New York)
-- 2000: gepromoveerd op proefschrift over godsdienstvrijheid bij de Verenigde Naties
-- 1980-1992: diverse functies bij de ministeries van buitenlandse zaken, sociale zaken en justitie
-- 1993-1996: gedetacheerd bij de Europese Commissie, als deskundige in asiel- en migratiebeleid
-- 1996-1998: hoofd justitieafdeling op de Nederlandse EU-ambassade in Brussel
-- 1999-2001: projectleider bij ministerie van justitie
-- 2002-2009: speciaal adviseur bij ministerie van buitenlandse zaken
-- 2009-2019: Europarlementariër, tevens delegatieleider voor de Socialistische Partij
In het Europees Parlement was De Jong onder meer:
-- initiatiefnemer voor een MKB-test bij de Europese aanbestedingsregels
-- mede-oprichter en co-voorzitter van parlementaire groep over godsdienstvrijheid
-- rapporteur over transparantie bij EU-instellingen
-- lid van de commissie begrotingscontrole
-- lid van de commissie interne markt en consumentenbescherming
De Jong houdt van muziek, theater en cabaret, en woont in Rotterdam.
Dit is het tweede in een serie van drie afscheidsinterviews met afzwaaiende Nederlandse Europarlementariërs. Na CDA’er Wim van de Camp (24 april) en Dennis de Jong sluit Marietje Schaake (D66) de reeks volgende week af.
Lees ook:
‘Europa moet veel meer doen om godsdienstvrijheid te bevorderen’
Met de godsdienstvrijheid is het wereldwijd nog altijd niet best gesteld, maar een Europees rapport doet praktische aanbevelingen. “De EU moet zich op de lichtpuntjes richten”, aldus Europarlementariër Dennis de Jong (SP) in september vorig jaar.
Wim van de Camp vindt dat de passie uit de politiek is verdwenen
De 65-jarige Wim van de Camp (CDA) was 33 jaar lang onafgebroken volksvertegenwoordiger: 23 jaar in de Tweede Kamer, 10 jaar in het Europees Parlement. Dit is zijn afscheidsinterview.