Leo Arnold, Machteld Rullens en Cian-Yu Bai zijn vanmiddag onderscheiden met de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst. Wat hen bindt is een kritische blik op de samenleving.
De aarde staat er slecht voor, met oorlogen, vluchtelingencrises, een klimaatprobleem en ondermijning van de democratie. Het werk van jonge kunstenaars in Nederland weerspiegelt deze somberheid, constateert de jury van de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst 2019. Vrijdagmiddag kregen drie jonge kunstenaars de aanmoedigingsprijs in het Koninklijk Paleis op de Dam van koning Willem-Alexander.
Dit jaar stuurden 207 kunstenaars werk in. De gemiddelde kwaliteit daarvan was volgens de jury bijzonder hoog. Schilderen met verf doen kunstenaars steeds minder, valt de jury op. Ze performen, schrijven boeken, ontwerpen kleding, spelen in bands. Als ze schilderen, gebruiken ze allerlei materialen, van lavendelspray tot marshmallows. En ze houden zich ook niet meer aan landsgrenzen. Dat geldt ook voor de winnaars: een Brit, een Taiwanese en een Nederlandse.
Leo Arnold (1993) schildert ‘bad-sex-paintings’ op doeken met één enkele kleur. Scènes die ongemakkelijk zijn, maar ook grappig, aldus het juryrapport. Het gaat hem om de kwetsbaarheid van de mens tijdens het maken van contact en over hoe vernederend het kan zijn als het misgaat. Een onderwerp dat zijn generatie, de millennials, na aan het hart ligt, aldus Arnold.
Machteld Rullens (1988) beschildert de dozen waarin haar doeken worden aangeleverd. Al improviserend probeert ze haar angsten erop los te laten. Zo maakt ze een schilderkunstige ruimte met een psychologische laag, zegt de jury. In haar werk is de grondtoon melancholiek, een weerspiegeling van deze tijd die volgens Pullens somber en overprikkeld is.
De Taiwanese Cian-Yu Bai (1984) schildert dromerige schilderijen met vloeiende lijnen, als om weer te geven dat het leven een aaneenschakeling van momenten in een oneindige tijdstroom is. De penseelstreken zijn goed zichtbaar. Zo laat ze persoonlijke sporen na op het doek.
De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst werd in 1871 ingesteld door Koning Willem III. Daarna hebben zijn opvolgers er een jaarlijkse traditie van gemaakt, die koning Willem-Alexander nu heeft overgenomen. De winnaars krijgen ieder 9000 euro. Hun werk is samen met dat van de andere genomineerden t/m 17 november te zien in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam.
Lees ook:
De Koninklijke Prijs gaat dit jaar naar drie kunstenaars die één ding gemeen hebben: lef
De drie winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst zijn dit jaar een vrouw met Colombiaanse roots, een man uit Zuid-Afrika en een man uit Nederland.
Weinig experiment, veel lieflijke onderwerpen bij Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst
In het Paleis op de Dam reikte de koning vrijdag de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst uit. De jury was teleurgesteld over het gebrek aan experiment bij de 302 inzenders, en loofde de durf van de vier winnaars.