'Soevereine Amerikanen' tarten overheid met bezetting wildpark
Een jarenlange ruzie tussen boeren en de overheid liep de afgelopen dagen zo uit de hand, dat in de Amerikaanse staat Oregon een groep 'vrije patriotten' de wapens heeft opgenomen tegen een 'terroriserende' overheid. Inmiddels is een wildpark bezet. "We zijn bereid te sterven als dat nodig moet zijn."
Het is momenteel koud in Harney County, in het noordwesten van Amerika. Er ligt sneeuw en de dagen zijn kort. Maar daar, waar vooral vee wordt gehouden of hout wordt gehakt, sloeg de afgelopen dagen de vlam in de pan. Zo'n veertig kilometer buiten het dorp Burns bezette dit weekend een gewapende groepering het hoofdcomplex van een wildpark. En ze gaan er niet weg.
Aanleiding daarvoor was een beslissing van een rechter, die oordeelde dat twee boeren uit de regio, vader en zoon Hammond, een celstraf moesten ondergaan voor het opzettelijk in brand steken van stukken overheidsland. In Burns kwam daarna een demonstratie tegen dat oordeel op gang. Enkele radicalen scheidden zich af en claimden uiteindelijk het wildpark.
De Bundy's
Al tientallen jaren is er in Oregon een dispuut tussen de boeren en de federale overheid over het land in de regio. Grote delen zijn beschermd natuurgebied, iets waar de boeren van gruwen. Zij vinden dat zij het recht hebben dat land te bestieren, omdat de overheid er te weinig aan doet. Veelal protesteren zij vreedzaam, een bezetting is een unicum.
De aanstichter van dit nieuwe patriottisme, Ammon Bundy, is geen onbekende voor de politie. Hij maakt deel uit van de Bundy-familie, die sinds anderhalf jaar bekendheid genieten als grote tegenstanders van de federale overheid. Toen de Amerikaanse overheid vee van de Bundy's in beslag had genomen, organiseerde de familie een gewapende demonstratie. Omdat dat protest uiteindelijk tot resultaat leidde, steunden zelfs verschillende vooraanstaande Republikeinen de familie.
Volgens de Bundy's en diens sympathisanten wil president Obama een dictatuur vestigen door landverdeling ongrondwettelijk op federaal niveau te regelen. "Het volk moet daartegen worden verdedigd", zo zei Ammon Bundy zaterdag tijdens een persconferentie op het bezette terrein. "Hun land en voorzieningen zijn hen afgenomen en ze leven hierdoor letterlijk in armoede. Dit gebouw heeft daarvoor gezorgd. Het is nu het volksgebouw, waarvan het volk eigenaar is."
Wachttoren bezet
De bezetting lijkt inmiddels bijna op een aflevering uit de serie Doomsday Preppers op de zender van National Geographic, waarbij Amerikanen hun huis op zoveel mogelijk manieren bewapenen voor als onverhoopt oorlog uitbreekt. De toegang tot het terrein is versperd. Bovenop de barricade is de vlag van de patriotten gehesen. Bovendien is voedsel ingeslagen en is een wachttoren op het terrein bemand, die normaal gesproken wordt gebruikt voor het spotten van vogels en bosbranden. Bundy: "We zijn van plan hier nog jaren te blijven."
Uit hoeveel mensen de groep bestaat, is onduidelijk. Bundy meldde in een telefoongesprek met CNN daar niet over te willen vertellen. Wel zei hij 'te willen sterven' voor zijn zaak. Want aan opruiend taalgebruik geen gebrek, zo bleek onder andere uit verschillende 'afscheidsfilmpjes' die militieleden op internet zetten. Als het komt tot geweld, dan zullen de bezetters zich daar zeker niet onbetuigd in laten, blijkt daaruit.
Terrorisme
In de rest van Amerika wordt verschillend gereageerd op de bezetting. In de regio rond Burns heerst onrust. De scholen zijn minstens een week gesloten en kinderen worden uit voorzorg naar andere steden gestuurd. Veiligheidsanalist Juliette Kayyem was op CNN nog het meest duidelijk: "Wie denken ze in vredesnaam dat ze zijn. Dit is terrorisme. Geweld gebruiken is uit den boze, want we mogen geen martelaren van ze maken."
De politie houdt zich vooralsnog (wederom) afzijdig, net als ze dat twee jaar geleden deden toen de eerste Bundy-demonstratie plaatsvond. Het lijkt er dus op dat de militieleden nog wel even kunnen blijven zitten. Heel veel vermaak is er overigens niet, behalve een museum over de zo gehate natuurparken.