Socioloog van de moderne onzekerheid
in memoriam | Socioloog en filosoof Zygmunt Bauman werd beroemd met zijn theorie van de 'vloeibare moderniteit'. Recentelijk werd hij een held van anti-globalistische protestbewegingen.
Met de dood van Zygmunt Bauman (1925-2017) is een eind gekomen aan het leven van een uitzonderlijk vruchtbaar en invloedrijk socioloog. Afgelopen maandag overleed de Pools-Britse denker in zijn woonplaats Leeds. Vorig jaar verscheen van zijn hand nog 'Strangers at Our Door' dat in Duitsland de titel kreeg 'De angst voor de anderen. Een essay over migratie en paniekzaaien'. Hij is de auteur van meer dan vijftig boeken. Wereldwijd wordt Bauman in necrologieën beschreven als één van de belangrijkste sociologen van onze tijd. De Duitse krant Die Zeit noemt hem 'spreekbuis van de armen in de geglobaliseerde wereld'.
Grote bekendheid kreeg Bauman met zijn theorie van de 'vloeibare moderniteit'. Moderne mensen worden in zijn ogen voortdurend aangezet om banden te verbreken, met collega's, met hun familie, met hun woonplaats. Dat maakt hen onzeker en angstig.
Zelf werd Zygmunt Bauman meer dan eens gedwongen te verhuizen. Nadat Hitler in 1939 Polen was binnengetrokken, ontvluchtte het Joodse gezin het stadje Poznan en trok naar de Sovjet-Unie. De jonge Zygmunt werd lid van de communistische jeugdbeweging Komsomol. Als overtuigd communist werkte hij tijdens en na de oorlog als soldaat en politiecommissaris voor het Rode Leger; door zijn Poolse achtergrond kon het Rode Leger hem uitstekend gebruiken om het anticommunistisch verzet in zijn geboorteland te bestrijden - een taak waarvoor hij in 2007 spijt betuigde. Overigens werd de trouwe partijganger zelf in 1953 abrupt uit het leger gezet, waarschijnlijk omdat zijn vader inlichtingen had ingewonnen over de mogelijkheid te emigreren naar Israël.
Na de dood van Stalin bleef Zygmunt Bauman in Warschau, waar hij filosofie en sociologie ging studeren - en later doceren. In 1968 werd hij ontslagen, omdat hij verantwoordelijk zou zijn voor het studentenprotest in zijn stad. Een antisemitische hetze dreef hem naar Israël, waar hij zich ook al weinig geliefd maakte door voortdurend te wijzen op het lot van de Palestijnen.
In 1971 kreeg Bauman een aanstelling als hoogleraar in het Engelse Leeds, die hij twintig jaar zou bekleden. Zijn eerste vrouw Janina, met wie hij drie dochters had, stierf in datzelfde jaar. Ook na zijn emeritaat bleef Bauman de wereld bestoken met zijn kritische analyses. Afgelopen maandag verwisselde hij, omringd door zijn naaste familie, het aardse leven voor wat zijn tweede partner Aleksandra Kania noemde de 'vloeibare eeuwigheid'.
Inwisselbaar
De Nederlandse Denker des Vaderlands, Marli Huijer, heeft al Baumans boeken in haar kast staan. Ze kent zijn werk van binnen en buiten. Hét boek dat iedereen van Bauman zou moeten lezen is 'Liquid Modernity' uit 2000, zegt ze. "Dat gaat écht over deze tijd." Gaandeweg zijn lange leven raakte de Pools-Britse denker ervan overtuigd dat de moderne techniek (mobieltjes, vliegtuigen, laptops) onze beweeglijkheid dusdanig heeft vergroot, dat we geen blijvende verbintenissen meer aangaan, legt Huijer uit. Ons werk, onze relaties, onze woonplaats, ze kunnen zó weer ingewisseld worden voor nieuwe, en al even losse, verbindingen. Dat maakt ons vrijer, maar ook angstiger en eenzamer. We weten niet meer wie we zelf zijn, waar we bijhoren. Ook onze identiteit wordt vloeibaar.
Zelf heeft Huijer Bauman een paar jaar gelden nog ontmoet. "Hij zag er heel fragiel uit en was stokdoof, maar die ógen! Er ging een enorme gedrevenheid vanuit. En die komt denk ik toch voort uit de angst dat het nóg een keer kan gebeuren. Dat er wéér een bevolkingsgroep apart gezet kan worden. Zijn eerste vrouw is maar ternauwernood ontsnapt aan het vernietigingskamp."
Juist dat engagement, die morele lading van zijn werk, maakt Baumans werk zo belangrijk, denkt Huijer. Bauman doet niet alleen empirisch onderzoek, hij vraagt zich ook af wat de uitkomst daarvan betekent - in moreel opzicht. "Dat zie je al bij het eerste boek dat hem in 1989 over de grenzen bekend maakte, 'Moderniteit en Holocaust', uit 1989. Waarom maakt dat zo'n indruk? Omdat Bauman het kwaad niet ziet als gevolg van karakter, als een psychologisch probleem, maar als gevolg van de manier waarop we de publiek ruimte inrichten. Duitsers waren in de jaren twintig helemaal niet geneigd om Joden als aparte categorie mensen te zien. Pas nadat de nazi's de Joden aan het zicht hadden onttrokken door hen op te sluiten in getto's en concentratiekampen, waren ze bereid te geloven dat het Untermenschen waren."
Bauman verbindt de Endlösung trouwens ook direct met de moderniteit, zoals de titel 'Moderniteit en Holocaust' laat zien. De bureaucratie en technologisering van de moderne tijd maken het mogelijk mensen terug te brengen tot getallen - ook weer een manier om onze verantwoordelijkheid jegens hen te ontlopen.
Echt beroemd wordt Bauman zoals gezegd pas met zijn theorie van de vloeibare moderniteit, een theorie die hij in latere boeken nog verfijnt en uitbreidt. In 'Postmodern Ethics' uit 1993 laat hij zien dat we in een tijdperk 'voorbij de morele verplichting' leven. Tegenwoordig kunnen we ergens aankomen, ons vermaken, consumeren en weer vertrekken zonder banden aan te gaan. We zijn als het ware toeristen geworden in ons eigen leven.
Met die analyse schaart Bauman zich in het kamp van de postmoderne denkers, wat niet wil zeggen dat hij de 'postmoderne conditie' als onproblematisch beschouwt. Integendeel, ze maakt ons onzeker. In premoderne tijd wist je bijvoorbeeld nog wie macht over je uitoefende, betoogt Bauman. God, vader, de regering: dat waren herkenbare instanties. Als zulke 'instanties' aan autoriteit verliezen, wordt macht iets dat tussen mensen heen en weer flitst, maar dat frustrerend ongrijpbaar blijft. We worden wel in de gaten gehouden, maar we weten niet meer door wie.
Vertrouwenscrisis
De laatste jaren heeft Bauman zich vooral druk gemaakt over sociale ongelijkheid. In 'Does the Richness of the Few Benefit Us All' (2014), toonde hij zich bezorgd over het effect van de neoliberale koers in de politiek, die de kloof tussen arm en rijk zijns inziens gevaarlijk verscherpt. In één van zijn laatste boeken 'Collateral Damage' gaat hij in op de ontwrichtende werking van globalisering. Huijer noemt het 'een ongelooflijk pessimistisch boek': "Bauman hamert steeds weer op het gevaar van sociale ongelijkheid. Eén van de factoren die daartoe bijdraagt is de globalisering."
Toch werd Zygmunt Bauman juist dankzij deze pessimistische boeken recentelijk nog een held van anti-globalistische protestbewegingen in Spanje en Italië. Zuid-Europese jongeren zonder werk of perspectief beschouwden hem als denker die hun zorgen begreep.
Hoewel Bauman ook hen bleef bestoken met kritiek, bezocht hij als negentigjarige nog een bijeenkomst in het Noord-Spaanse Burgos, waar hij tegenover de Spaanse krant El País een analyse ten beste gaf van de huidige crisis in de democratie. "Macht is geglobaliseerd, maar de politiek is nog net zo lokaal als voorheen. We zien dat bijvoorbeeld met de migratiecrisis; het is een wereldwijd fenomeen, maar we handelen alsof dat niet zo is. Onze instituties zijn er niet op berekend om te gaan met de wereldwijde afhankelijkheid."
En daarom begreep de bejaarde socioloog heel goed dat Spaanse jongeren hun vertrouwen in hun regering hadden verloren. Zoals de Franse krant Liberation na zijn overlijden schreef: "Zelden is een socioloog zo goed in staat geweest te beschrijven wat zich wérkelijk afspeelt in onze maatschappij."
undefined