Smart op smart

Maarten 't Hart heeft een nieuw boek geschreven: Wie God verlaat heeft niets te vrezen. Het klinkt als een bezwering. Alsof hij er nog steeds niet los van is, van de angst hem als kind in Maassluis bijgebracht: Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Er zit een harde, wrekende God achter die woorden, zwarte pedagogie is het, en getuige zijn triomfantelijke ontkenning heeft Maarten 't Hart er nog steeds last van.

NICO TER LINDEN

De pijn zit diep, de wond wil maar niet helen. Waarom, vraag je je al lezende af, verlaat Maarten 't Hart God niet echt, zonder er verder nog een woord aan vuil te maken? Waarom schudt hij al het Maassluisse stof niet van zijn voeten om als een vrij mens zijns weegs te gaan? Je zou 't hem zo gunnen en God gunt 't hem ook, dat weet ik uit betrouwbare bron.

In zijn nieuwe boek bundelde 't Hart de columns die hij in NRC Handelsblad aan een aantal bijbelverhalen wijdde. Zo vertelt hij hoe hij als kind geleden heeft onder het verhaal dat God op een nacht Mozes zocht te doden. “Dat God zelfs zijn dienstknecht Mozes zonder duidelijke reden zocht te doden, betekende immers dat hij jou ook kon 'zoeken' te doden.”

Hoe met zo'n God in het reine te komen? Je kunt geestelijk in Maassluis blijven wonen en in de ware vreze des Heren buigen voor Gods ondoorgrondelijke wil. Een andere mogelijkheid is Maassluis en zijn moorddadige God te verlaten, hardop roepend dat wie dat doet niets te vrezen heeft. Een derde mogelijkheid is rustig te bezien welk godsbeeld de verteller van zo'n verhaal er op nahoudt. Is het een beeld dat ons meer mens kan maken of moeten we het verre van ons houden? Want dat God Mozes zocht te doden, zegt natuurlijk nog niets over God, het zegt iets over de God van de verhalenverteller.

Zelf vind ik het een mooi verhaal, maar ik teken daar onmiddellijk bij aan dat ik niet in Maassluis ben geboren maar in Amersfoort, op de Lichtenberg, en die naam geeft het al aan: daar ontmoet je een andere God.

Daarom lees ik zo'n verhaal ook anders. Mozes is met zijn vrouw Zippora en hun eerstgeboren zoon op weg naar Egypte, waar zijn volk lijdt. God heeft hem geroepen om het volk te gaan bevrijden. Mozes had een handvol bezwaren, maar God breekt zijn weerstand, en Mozes is uiteindelijk bereid de tocht te ondernemen. In een herberg vlakbij de grens brengt hij de nacht door. Die nacht zocht God Mozes te doden.

Waarschijnlijk heeft een hevige koorts hem overvallen, Mozes is doodziek. Maar wie zegt dat God daarachter zit?

Dat moet een gedachte van Zippora zijn geweest, want die verschijnt nu ten tonele. “O God”, dacht Zippora, ”straks gaat hij nog dood.” En ze dacht: “Zou ons dit zomaar overkomen?” En ze dacht: “Misschien zit God hier wel achter.” En ze dacht: “Misschien is het wel daarom......” En met dat ze dat dacht, pakte Zippora een mes en besneed hun eerstgeborene.

Mozes had zich in dienst van God gesteld, maar nog niet helemaal. Zijn zoon had hij de Eeuwige nog niet gewijd. Mozes overgave was kennelijk nog niet volledig. En Zippora wist dat en zij herstelde het, plaatsvervangend. “Neem ons leven, laat het Heer toegewijd zijn aan uw eer, geheel en al.” Zo herinnert zij God aan zijn belofte en Mozes aan zijn roeping.

Dat is toch een mooi verhaal en ook een mooie uitleg? Maar Maarten 't Hart is er razend over. Hij vindt dat je de bijbelverhalen zo niet mag lezen. “Als alle bijbelverhalen symbolisch verstaan moeten worden en dus niet teruggrijpen op een gebeurtenis, vervallen uiteraard al mijn bezwaren, maar dan ben ik verder ook totaal niet meer geïnteresseerd. Wat let ons dan om ook God en zijn zoon als symbolen op te vatten?”

Maarten 't Hart heeft mijn boek Het verhaal gaat....., waarin ik een poging doe de bijbel zijn verhaalkarakter terug te geven en de symbolen te verklaren waar dat nodig is, neergesabeld. Dat mag natuurlijk, maar de heftigheid waarmee hij dat deed, is wat wonderlijk. Ik zaag toch niet aan det tak waar hij op zit? Hij zit toch op een andere tak?

Nee, hij zit nog steeds op diezelfde tak. In Maassluis roepen ze dat de bijbel van kaft tot kaft Gods onfeilbaar Woord is, en Maarten 't Hart roept dat de bijbel van kaft tot kaft onzin is, maar ze stemmen overeen in de felheid waarmee zij iedere leer die daartegen strijdt verwerpen. Even onverzettelijk als ze in Maassluis in het geloof der vaderen geloven, gelooft Maarten 't Hart in zijn ongeloof. Beiden klampen zich vast aan hun heilige overtuiging, geen van beiden kunnen ze zonder. Maarten 't Hart gelooft nog net zo fanatiek als vroeger, alleen net de andere kant op. Hij woont nog steeds in Maassluis.

Vannacht droomde ik dat Maarten 't Hart na een rijk schrijversleven in het Vaderhuis verscheen, voor de troon van de Eeuwige. Hij verbleekte. “Heb ik nu smart op smart te vrezen, Heer?”

“Welnee, m'n beste, dat is malligheid uit Maassluis, laat je dat nu voor altijd en eeuwig gezegd zijn.”

“U rekent het mij niet aan Heer, dat ik u bestreed?”

“Je hebt mij helemaal niet bestreden, Maarten, je bestreed een andere God, en het was goed dat je dat deed. Het heeft me alleen verdriet dat jij je van die God niet kon bevrijden.”

“Dus ik mag zo naar binnen, Heer?”

“Natuurlijk. Bach heeft al naar je gevraagd. En heel Maassluis. Maar vóór je binnengaat wil ik graag nog iets kwijt. Ik begrijp dat je mijn Boek niet meer met gelovige ogen kon lezen. Maar waarom heb je het niet met literaire ogen gekund? Neem het verhaal van Mozes' nachtmerrie in de herberg, zijn gevecht met God in de nacht van de ziel, daar had jij als geen ander toch een prachtig toneelstuk van kunnen maken! Mozes koortsig ijlend in zijn tent, de wanhoop nabij, de vuisten ten hemel gebald: 'Moet u mij hebben, God? Wat moet u van mij? Laat af! Bent u een rechtvaardige God? Wat heb ik misdaan dat u mij zo straft?' En dan Zippora, die iets vermoedt, die weet dat Mozes zich nog niet met heel zijn hart aan God gewijd heeft. Zij neemt het heft in handen, een vrouw, in die dagen, en zij besnijdt haar eerstgeboren zoon. Dan gaat de zon over hem op en Mozes zet de tocht voort, een vrij mens, geroepen om zijn volk tot vrijheid te voeren. Dat is toch een prachtig gegeven, Maarten! Waarom heb je dat niet gezien, met de literaire talenten die ik je gaf? Wat jammer dat je fantasie zo tekort schoot en dat je je verblinding niet kon doorbreken. Zonde.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden