Slechts vier JSF's voor missies

Nederlandse vliegers van de Koninklijke Luchtmacht bij de Joint Strike Fighter (JSF), vorig jaar op de Eglin Air Force Base in Florida. Op deze basis is de internationale test- en trainingsfaciliteit van de JSF gevestigd. Beeld ANP
Nederlandse vliegers van de Koninklijke Luchtmacht bij de Joint Strike Fighter (JSF), vorig jaar op de Eglin Air Force Base in Florida. Op deze basis is de internationale test- en trainingsfaciliteit van de JSF gevestigd.Beeld ANP

Kan de luchtmacht de komende jaren nog wel buitenlandse veiligheidsmissies met straaljagers uitvoeren? Daarover geeft Defensie deze week meer duidelijkheid. Helder is al wel dat met het aantal van 37 JSF-jachtvliegtuigen dat het kabinet overweegt aan te schaffen, Nederland niet veel missies aan kan.

Marno de Boer

Minister Jeanine Hennis stuurt vandaag of morgen een definitief aankoopbesluit voor de Joint Strike Fighter naar de Kamer. Als er niets meer mis gaat, tekent ze begin 2015 de contracten met fabrikant Lockheed Martin. De kosten voor 37 gloednieuwe gevechtsvliegtuigen bedragen 4,5 miljard, maar toch blijkt dit nauwelijks genoeg om vier toestellen permanent voor missies in te zetten. Hoe kan dat?

Het antwoord luidt: die 37 toestellen zijn net genoeg voor de basistaken van de luchtmacht als training en bewaking van het Nederlandse luchtruim. Dan blijft er dus nauwelijks capaciteit over voor andere inzet. Zo zullen er vijf van de Nederlandse toestellen permanent in Texas staan, waar toekomstige luchtmachtpiloten samen met Amerikaanse collega's een basisopleiding volgen. Voor de 32 toestellen in Nederland zijn er 37 getrainde piloten. Bij een veel groter aantal piloten dan vliegtuigen zouden de toestellen alleen al voor opleiding en training dusdanig worden belast dat ze sneller slijten en de exploitatiekosten flink stijgen.

Defensie gaat ervan uit dat van de 37 piloten gemiddeld acht niet beschikbaar zijn vanwege ziekte, verlof of studie. Van de resterende 29 zijn 20 bezig met training en bewaking van het Nederlandse luchtruim. Intensieve training is nodig omdat taken als luchtgevechten niet voorkomen bij een missie zoals in Afghanistan of Irak, en de Navo hoge kwaliteitseisen stelt aan een (leidende) rol bij operaties.

Dan blijven er negen piloten over om vier toestellen op missie te bemannen. Dat grotere aantal piloten is nodig voor een roulatiesysteem bij de lange en intensieve missievluchten, of om meerdere vluchten per dag uit te voeren. Maar of negen piloten haalbaar zijn, acht de Algemene Rekenkamer niet volledig onderbouwd. Defensie gaat ervan uit dat de luchtruimbewaking vanaf 2016 samen met België gedaan wordt, maar daarover zijn nog geen definitieve afspraken gemaakt. En als de JSF met onderhoudsproblemen te maken krijgt, zoals veel wapensystemen bij Defensie, kunnen ze minder worden ingezet.

De problemen beginnen in 2018. In dat jaar worden de eerste JSF's in gebruik genomen. In 2023 verdwijnen de laatste F-16's. Maar in de allereerste periode, van 2018 tot 2025, zullen er geen vijf, maar negen toestellen in de VS staan. Dat is nodig om nieuwe systemen te testen en F-16-piloten opnieuw op te leiden op de JSF. Dat betekent minder trainingsuren in Nederland en dus minder gevechtsklare vliegers. Van 2023 tot 2025, als de F-16 er helemaal uit is maar er nog wel negen JSF's in Texas staan, zullen er maar vier vliegers voor missies beschikbaar zijn.

Minister van defensie Jeanine Hennis, tijdens een werkbezoek aan het Nederlandse JSF-detachement, november vorig jaar. Beeld anp
Minister van defensie Jeanine Hennis, tijdens een werkbezoek aan het Nederlandse JSF-detachement, november vorig jaar.Beeld anp

De grote vraag is hoe Defensie denkt de periode 2018-2023 te overbruggen, als er met een nog onduidelijke mix aan F-16's en JSF's gevlogen wordt. Volgens Hennis moet hiervoor 'nog het nodige worden uitgezocht' en zal vooral tijdens de testfase tot 2018 meer duidelijk worden.

Defensie wil er verder weinig over zeggen, maar er lijken twee scenario's mogelijk. De eerste optie is dat de luchtmacht in de periode 2018-2025 regelmatig geen missie uitvoert. Dat staat op gespannen voet met de veiligheidsanalyse van het kabinet. Die houdt 'ernstig rekening met een langdurige periode van instabiliteit in de directe omgeving van Europa', en ziet militaire missies als een middel om daaraan wat te doen. Een terughoudende opstelling zal ook politiek lastig uitvoerbaar zijn. Na de opmars van Islamitische Staat kwam juist vanuit de Kamer deze zomer sterke druk om 'iets' te doen, ook al zat de luchtmacht eigenlijk al aan haar maximale inzet met missies in Afghanistan en de Baltische staten.

Militairen zeggen niet graag nee tegen een uitzending, dus als oplossing wordt de inzet boven Irak nu deels gehaald uit trainingsuren. Defensie verwacht dat pas in 2016 de achterstand is ingehaald en alle vliegers weer op het gewenste niveau zijn. Als die optie ook bij intrede van de JSF wordt gekozen, zou dat bijvoorbeeld betekenen dat Nederlandse vliegers niet in staat zijn de hypermoderne JSF te gebruiken in luchtgevechten, of niet meer zoals in Afghanistan de leiding kunnen nemen over een internationaal eskadron jachtvliegers.

undefined

null Beeld Reuters
Beeld Reuters

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden