Slavernij, wat is daar nou erg aan?
Aan schokkende verhalen is in een tijd van volksverhuizingen weinig gebrek, maar zelfs dan blijft het voor moderne Europeanen lastig te begrijpen dat mensen op hun eigen continent nog steeds leven onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn met slavernij - of misschien moet je zeggen: opnieuw leven onder zulke omstandigheden.
Afgelopen zondag bracht 'Nieuwsuur' een reportage uit het Zuid-Italiaanse dorp Rosarno. Daar had de autochtone bevolking last van een grote groep uit Libië overgestoken Afrikaanse mannen, die volgens de inwoners dronken rondliepen, die - o gruwel - met hun handen aten en die bovendien, zo klaagde de burgemeester, niet in staat waren hun vuilnis te scheiden, terwijl de dorpelingen daarmee net zo goed op weg waren. En inderdaad: langs de weg lag een lelijke hoop plastic.
Twee euro per uur
Een gesprek met een paar van de Afrikaanse mannen om wie het ging, bracht de andere kant van het verhaal aan het licht. Een van hen, Lamin geheten, had eigenlijk naar Nederland gewild, maar kreeg geen toestemming. In Italië blijven mocht wel, maar dan alleen als hij een contract kon laten zien. En dat had hij: bij een door de maffia gerund landbouwbedrijf kon hij aan de slag - voor twee euro per uur. Niet genoeg om onderdak van te betalen. Met twee anderen woonde hij in een zelfgebouwde hut van plastic. Geen water, geen wc, alleen een matras. Zelf kon de jonge Afrikaan het niet anders zien dan als een vorm van slavernij.
In het dorp zagen ze dat anders. Geen woord over de beestachtige uitbuiting van deze jongemannen. Wel veel klachten over hun 'beestachtige' gedrag. Over plastic langs de weg.
Het leek me een typisch Europese reactie op slavernij. Op dit continent kán zoiets niet meer bestaan, in Italië (of Engeland, of Nederland) worden mensen niet op zo'n verschrikkelijke manier uitgebuit, dat is iets van het verleden dat ver achter ons ligt, óf het is iets wat gebeurt in verre landen zoals India of Pakistan, waar onze kleding wel onder vergelijkbare omstandigheden gemaakt schijnt te worden, maar zonder dat het ons zelfbeeld als beschaafd continent wezenlijk ondergraaft.
Ongelijkheid
Dat is het schokkende van de toestroom aan immigranten, ze brengen de wereldwijde ongelijkheid Europa binnen, ze peperen ons nog even in hoe rijk wij zijn en hoe weinig het ons kan schelen dat andere wereldburgers minder geluk hebben. Daarin lijken we misschien toch sterk op andere wereldburgers.
Met xenofobie of racisme heeft de weerzin tegen immigranten niet te maken, zeggen rechtspopulisten. Misschien komt die weerzin daar ook niet uit voort. Maar het is wél andersom: hun armoede, hun afhankelijkheid en het misbruik dat daaruit volgt en die via de immigranten hier binnendringt, leiden ertoe dat we zulke armoezaaiers wíllen beschouwen als 'beesten'. Dan hoeven we ons niet meer zo druk om hen te maken. Het moet dezelfde redenering geweest zijn waarmee Nederlanders de systematische slavernij waaraan zij hun rijkdom danken wisten te verenigen met een wereldbeeld dat ze zelf als christelijk en barmhartig beschouwden. Die slaven, die armoezaaiers, waren zelf een beetje minder beschaafd.