Slapeloos op zoek naar de uit-knop
Lange avonden, energiedrankjes, en non-stop op sociale media; het leidt tot slaapstoornissen, vooral onder jonge vrouwen. Vrouwen als Betul Turkmen.
Betul Turkmen weet wat de impact kan zijn van slecht slapen. "Hele jaren gaan naar de knoppen", vertelt de twintigjarige mbo-studente. Turkmen was tot afgelopen week in behandeling voor haar slaapstoornis.
"Ik ging 's nachts als een stuiterbal door het huis. Ik wist niet waar ik mijn energie kwijt kon. Mijn vader en mijn zus lagen te slapen, en in mijn eentje naar buiten gaan leek me geen goed idee."
Turkmen bleek zelf niet bij machte haar 'trieste situatie' te doorbreken. "Ik zat de hele dag thuis en deed helemaal niets. Ik werd een boos persoon, want ik was altijd chagrijnig. Depressief was ik ook. Het is toch wel een beetje alsof je geen contact meer hebt met het leven."
De studente, in opleiding tot 'pedagogisch medewerker jeugdzorg', is niet de enige die verontrustend veel uren wakker is, zegt slaaponderzoeker Gerard Kerkhof. Volgens Kerkhof, emeritus hoogleraar aan de Univerisiteit van Amsterdam en verbonden aan het Slaapcentrum van het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) in Den Haag, heeft iets meer dan de helft van de jonge vrouwen onder de 21 jaar een slaapstoornis.
"Er komen hier inderdaad steeds meer jongeren vanaf twaalf jaar met slaapstoornissen; de afgelopen jaren vormen zij de helft van de aanmeldingen, daarvoor was dat amper een kwart", zegt Daniëlle Hendriks, orthopedagoge van het Haagse Slaapcentrum.
"Wat velen niet weten is dat slaap niet alleen van belang is om energie op te doen of om niet ziek te worden. Tot een leeftijd van 24 jaar zijn de hersenen nog in de groei en nog volop in ontwikkeling. Dat ondersteun je het beste met een goede nachtrust", onderstreept Hendriks het belang van voldoende slaap.
"Voor pubers is dat acht à negen uur per nacht en voor jong volwassen zeker 8,5 uur", vult Els Peeters, kinderneurologe bij hetzelfde Slaapcentrum, aan.
Slaapgebrek kan vele oorzaken hebben: erfelijke aanleg, stress, een ingrijpende levensgebeurtenis (scheiding van de ouders, een sterfgeval), consumptie van koffie en alcohol. Maar de belangrijkste oorzaak voor het huidige, toenemende gebrek aan slaap is de neiging permanent alert te blijven, zegt onderzoeker Kerkhof. "Door de ontwikkeling van het puberbrein verlegt de biologische klok zich en zijn jongeren geneigd later te gaan slapen. En doordat zij de gewoonte ontwikkelen permanent beschikbaar te zijn voor prikkels van smartphones en tablets, vallen ze te laat in slaap. En áls ze slapen is de kwaliteit van de slaap minder omdat de hersenen actief blijven. De biologische klok, die het slaapritme regelt, raakt bovendien verder ontregeld door het blauwe licht van die apparaten.''
Turkmen versterkte, onbedoeld, haar slaapprobleem. "Het eerste wat ik deed als ik niet kon slapen, was mijn telefoon erbij pakken. Als ik dan iets zag, dacht ik al gauw: daar moet ik even voor wakker blijven."
Dat gedrag wordt volgens de slaapdeskundigen ingegeven door de behoefte erbij te horen. Kinderneurologe Peeters: "Het is stoer om ver na middernacht nog actief te zijn op sociale media." De energiedrankjes die worden genuttigd verhogen de alertheid, zegt orthopedagoge Hendriks: "Het gevolg is een hoog adrenalinegehalte in het bloed. Hierdoor produceert het lichaam geen melatonine, het hormoon dat we van nature aanmaken om slaperig te worden."
Onderzoeker Kerkhof waarschuwt: Een chronisch tekort aan slaap levert niet alleen voor de persoon zelf risico's op, het bedreigt ook anderen, met name in het verkeer.
Turkmen herkent dat: "Met zo weinig slaap had ik het gevoel dat ik extra moest opletten. Het leek dan of ik een auto zag rijden, maar dat was niet zo. Mijn hersenen waren voortdurend actief, op zoek naar gevaar. Ik had, als het ware, geen uit-knop meer.''
Ondanks die actieve hersenen miste ze het een en ander. "Tijdens de examenperiode bleek ik heel wat blunders te hebben gemaakt in de opgaven. Zo had ik een vraag twee keer achter elkaar op dezelfde wijze beantwoord, maar dan in een totaal verschillend handschrift. Toen ik dat zag, dacht ik: wie heeft dát in hemelsnaam gedaan? Sommige examenonderdelen mocht ik overdoen, maar door mijn grote concentratieproblemen haalde dat nauwelijks iets uit. Ik denk echt dat de docenten dachten dat er iets aan mijn hersenen mankeerde.''
Toen Turkmen voor een ander probleem bij een psycholoog belandde, stuurde die haar door naar het Slaapcentrum van het MCH. Daar bleek uit testen dat haar slaap kwalitatief goed was, net als die van de meesten van haar leeftijdgenoten, maar dat haar slaapritme was verstoord.
Als onderdeel van de behandeling moest zij haar slaapperiode steeds met anderhalf uur naar voren schuiven. "Dat was behoorlijk lastig, ik was gewend te lunchen terwijl anderen aan het diner zaten, bijvoorbeeld, maar het bracht me uiteindelijk in een normaal dag-nachtritme."
Door middel van rustgevende activiteiten een uur voor bedtijd moest Turkmen haar lichaam 'uitzetten'. Bij het opstaan waren licht - het Slaapcentrum werkt met lichttherapie - en het nuttigen van een ontbijt belangrijk om het lichaam 'aan te zetten'.
Het lukte Turkmen uiteindelijk voor het eerst in jaren op normale tijden te slapen en op te staan. Ze rondt nu haar opleiding af, een jaar later dan de bedoeling was. Zij ziet heel wat leeftijdgenoten met een 'wiebelend' slaapritme. "Zo begon het bij mij ook. Vanaf het begin van de puberteit sliep ik al kort. Ik dacht: met een paar uurtjes slaap komt het wel goed. Maar het grote probleem is dat wij jongeren dit niet als een probleem zien. Wij laten ons ook niet zo gauw behandelen.''
undefined
Dreigende epidemie
Onderzoekers spreken van een slaapstoornis als zich minimaal drie maanden klachten voordoen als: moeite hebben met inslapen, vaker dan twee keer wakker worden en niet snel weer in slaap vallen, onrustig slapen, overdag niet uitgerust zijn, humeurigheid, angst, depressiviteit en concentratieproblemen. Ook jonge mannen slapen slecht, zegt slaaponderzoeker Gerard Kerkhof, maar jonge vrouwen lijden er meer onder, door de hormonale veranderingen in hun lichaam.
Kerkhof leidt een onderzoek waarvoor zo'n 2000 mensen, in leeftijd variërend van 18 tot 70, zijn ondervraagd over hun slaapgedrag. Hun gegevens vergelijkt Kerkhof met die van patiënten uit het Slaapcentrum van het MCH, waaraan hij is verbonden. Afgerond heeft hij zijn onderzoek nog niet, maar Kerkhof is gealarmeerd. 30 procent van de Nederlanders kampt met een chronisch en ernstig slaaptekort; die slapen zes uur of minder. Op grond van de tussentijdse resultaten concludeert hij dat "het respect voor slaap verdwijnt". Er is zelfs sprake van "een dreigende epidemie", die volgens de onderzoeker leidt tot een groeiend aantal verwijzingen naar slaappoli's.
undefined