Slachtoffers Stalin krijgen eigen gedenkplaatje aan Moskouse huizen

reportage Privé-initiatief om geëxecuteerden te herdenken moet navolging krijgen in heel Rusland

GEERT GROOT KOERKAMP

Met een boormachine, een schroevendraaier en een handvol schroeven en pluggen gaat Sergej Parchomenko energiek de soms weerbarstige gevel te lijf van huis nummer 5 aan de Dolgoroekistraat in Moskou. Na een paar minuten is het karwei geklaard, onder applaus van enkele tientallen aanwezigen.

Aan de muur prijken vier sobere metalen plaatjes met daarop de summiere details van mensen die ooit in dit gebouw woonden, tot aan hun arrestatie en standrechtelijke executie eind jaren dertig.

Het zijn gedenktekens voor enkele van de miljoenen slachtoffers van het regime van Jozef Stalin. Geen populair onderwerp in het huidige Rusland.

'Abram Abramovitsj Matison', staat op een van de gedenkplaten te lezen. 'Diplomaat. Geboren in 1893. Gearresteerd op 5 juni 1939. Gefusilleerd op 5 februari 1940. Gerehabiliteerd in 1956.' Naast de tekst is een vierkant uitgesneden in het metaal, de plek waar een foto had kunnen staan.

German Poesj wordt hier ook herdacht. 'Ingenieur. Geboren in 1892. Gearresteerd op 27 maart 1938. Gefusilleerd op 16 juni 1938.' Jakov Sjindel, econoom, woonde hier tot 22 oktober 1937 en werd op 2 december van dat jaar doodgeschoten. Ingenieur Raisa Chavina-Skrypnik trof hetzelfde lot op 28 augustus 1938.

"Alleen al van de bewoners van dit huis zijn er 65 geëxecuteerd", zegt Parchomenko, journalist en de drijvende kracht achter het initiatief. "Wij hebben nu de eerste vier bordjes opgehangen. Zal er een vijfde komen, en een zesde, nog meer? Er is plaats genoeg, dus misschien zien we hier op een dag 65 bordjes."

Afgelopen week zijn aan negen Moskouse huizen dergelijke bordjes bevestigd, en de initiatiefnemers hopen dat de actie navolging zal vinden elders in Rusland en de overige voormalige Sovjetrepublieken.

'Het laatste adres' is de werknaam van dit project, dat is geïnspireerd door de 'Stolpersteine' die in honderden steden in Duitsland en elders - ook Nederland - zijn aangebracht tussen de straatstenen om de aandacht te vestigen op slachtoffers van het nationaal-socialisme.

Het is een privé-initiatief. De overheid helpt niet, maar ligt ook niet dwars, en dat vinden de organisatoren allang prima. "Miljoenen mensen zijn hier gearresteerd, meer dan een miljoen zijn er geëxecuteerd", zegt Arseni Roginski, voorzitter van de mensenrechtenorganisatie Memorial, die zich sinds de jaren tachtig inspant om de omvang van de Stalinterreur te documenteren.

Staand op een keukentrapje spreekt hij een kort woordje bij de onthulling van de gedenkplaten in de Dolgoroekistraat. "Maar nu pas staat er voor het eerst in ons land, op een klein bordje, dat ene woord: 'doodgeschoten'. En het is heel fijn dat dat is gebeurd met medewerking van de mensen die nu in deze huizen wonen."

Roginski verwijst naar de klassieke gedenkplaten voor historische figuren die je overal in Moskou kunt tegenkomen. "Dan staat er bijvoorbeeld: hier woonde maarschalk Toechatsjevski. Maar er staat niet bij wat er met die mensen is gebeurd." Zoals dat diezelfde Toechatsjevski in 1937 ter dood is veroordeeld en geëxecuteerd op beschuldiging van landverraad.

Herdenking van Stalins slachtoffers is geen populair thema in het hedendaagse Rusland, waar zwarte bladzijden in de geschiedenis bij voorkeur worden verzwegen. "In Rusland heeft nooit een denazificatie plaatsgevonden, zoals in Duitsland", zegt Parchomenko.

"Die regimes, het nazisme en het stalinisme, zijn nauw verwant. De Duitsers zijn er in geslaagd dat hele moeilijke werk te volbrengen, maar de Sovjet-Unie en Rusland konden en wilden dat niet. Te veel mensen zijn daarbij betrokken geweest, hebben daaraan meegedaan."

Sommige aanwezigen leggen rode chrysanten onder de opgehangen bordjes. Svetlana Poesjkarjova, bijna 70, heeft zelf familie verloren door de terreur. "Mijn opa is in 1937 doodgeschoten in St. Petersburg. Er is geen graf, niets, geen enkel spoor. Mijn oma bracht steeds pakjes voor hem naar de gevangenis, maar later bleek dat hij allang dood was. Ik ga altijd naar dit soort bijeenkomsten. We zullen het niet vergeten. Natuurlijk moet er een echt monument komen. Maar waar zullen ze zoiets toestaan?"

undefined

Er is maar één monument: een forse kei in Moskou

In Rusland bestaat geen nationaal museum voor de terreur, en gedenktekens voor de slachtoffers van het Sovjetbewind van enige omvang zijn op de vingers van een hand te tellen. Het belangrijkste monument voor de slachtoffers van de Stalinterreur in Moskou is een forse kei, die sinds 1990 het Loebjankaplein siert. De steen is afkomstig van de Solovetski-eilanden in de Witte Zee, waar aan het begin van de jaren twintig het eerste communistische concentratiekamp werd gevestigd, en ligt schuin tegenover het hoofdkwartier van de geheime dienst. Elk jaar op 29 oktober worden hier gedurende de dag de namen voorgelezen van alle mensen die in de jaren van de terreur in Moskou zijn doodgeschoten. Dat zijn er meer dan 40.000.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden