Simpel, maar doeltreffend
De wereld van de klassieke muziek moet niet veel hebben van de eenvoudige pianostukjes van Joep Beving. Maar deze Amsterdamse reclameman heeft miljoenen luisteraars over de hele wereld en vrijdag komt bij het prestigieuze label Deutsche Grammophon zijn tweede cd uit. Mag je het wel mooi vinden?
Een simpel akkoordschema in de linkerhand, een klein melodietje in de rechterhand: dat is alles. Maar pianist Joep Beving heeft er een goudmijn mee aangeboord. Miljoenen mensen over de hele wereld luisteren naar de kalme stukjes van de Amsterdammer. Liedjes met titels als 'Saturday Morning', 'Day Dream' en 'Sleeping Lotus'. Ze klinken net zo romantisch en melancholiek als de titels doen vermoeden.
Zijn eerste cd 'Solipsism' bracht hij uit in eigen beheer. De pianostukjes van vier à vijf minuten per stuk nam hij 's nachts op in de keuken, terwijl zijn vriendin en dochters lagen te slapen. Op een oude piano van zijn oma met een donkerbruin timbre. Het tweede album, 'Prehension' getiteld, wordt een heel ander verhaal. Dat wordt vrijdag uitgebracht door het meest prestigieuze label van de klassieke muziek, Deutsche Grammophon, dat het goud heeft geroken.
Zeventig miljoen keer beluisterd op Spotify, gespeeld in 'De Wereld Draait Door', op Lowlands, in Paradiso en het Concertgebouw. Beving - 41 jaar, boomlang, met imposante baard - is zelf verbaasd over het succes. In Het Parool zegt hij heel eerlijk: 'Ik ben een slechte pianist'. Nadat hij een jaar op het conservatorium keihard had gewerkt aan zijn gebrekkige techniek, moest hij stoppen vanwege rsi. Hij ging door met bestuurskunde, kreeg een baan bij een bureau dat muziek maakt bij reclames, had bijna een burn-out en besloot te gaan doen waar hij blij van werd: piano spelen. En toen kwamen de driekwartsmaten en lieflijke melodieën als vanzelf naar boven.
'Zwijmelmuziek'
Het succes wekt wrevel in de klassieke hoek. Waarom luisteren mensen niet massaal naar geweldig geschoolde pianisten die Chopin, Mozart en Rachmaninov spelen? Dat is ook romantische en melancholieke muziek. Alleen veel interessanter dan deze 'babababadada stamelende muzikale kleuter', zoals klassieke-muziekrecensent Erik Voermans Beving in Het Parool omschreef. Hoe kan dit simpele recept van zwijmelmuziek zo aanslaan?
Boye 't Lam, programmeur bij Paradiso, vindt dat er geen enkele reden is om denigrerend te praten over de muziek van Joep Beving. "Het is nogal flauw om hem te vergelijken met Chopin of Satie, zoals veel mensen doen. Je gaat toch ook niet elke hedendaagse poppy soulzangeres met Aretha Franklin vergelijken? Binnen de muziek die nu wordt gemaakt, vind ik hem zeer waardevol. Al was het maar omdat zijn muziek een grote groep mensen enthousiasmeert om verder te kijken dan naar wat ze altijd krijgen voorgeschoteld. Nogal simpele muziek? Vergeleken met de gemiddelde popsong niet. Als je het vergelijkt met klassiek wel, maar wij pretenderen niet een nieuwe belofte in de klassieke muziek te presenteren."
Het publiek dat donderdag in het uitverkochte Paradiso naar Beving komt luisteren, is relatief jong - tussen de twintig en veertig - en relatief hoog opgeleid. 't Lam: "Het wordt een luisterconcert. Niet het typische popconcert dat je met twee bier in je hand beluistert. Dit is echt iets tussen pop en klassiek in."
Jazz-pianist Tilmar Junius, ook docent aan verschillende conservatoria, noemt wat Beving maakt zelfs 'hartstikke goede muziek'. "Vooral omdat het precies doet wat het wil bereiken. De muzikale doelen die Beving heeft, verwezenlijkt hij met mooi pianospel en uitgebalanceerde composities."
Neo-klassiek
De muziek van Beving doet hem denken aan Einaudi, aan 'Amelie' van Yann Tiersen, maar ook aan jazz. En aan Satie, vanwege het sobere en verstilde. Neo-klassiek noemt men dit ook wel. "Simpel? Ik zou het liever minimalistisch noemen. Dat is verre van simpel. Je moet lef hebben om zo weinig middelen te gebruiken. Iedereen kan dit spelen, maar niet iedereen kan dit verzinnen. Ik vind dit geniaal verzonnen. De gekozen harmonieën en melodieën zorgen voor de juiste balans. Er zijn ongetwijfeld anderen die meer in hun mars hebben. Die zouden dan allerlei gekkigheidjes erin stoppen. Maar dat zou de magie verpesten."
Zo, dat compliment kan Beving in zijn zak steken. Zou Junius ook zelf naar deze muziek luisteren? "Nee, dat niet. Maar dat is een kwestie van smaak. Ik wil uitgedaagd worden, ik zoek juist naar die gekkigheidjes. Maar zijn kracht is dat hij die weglaat."
Ook Rembrandt Frerichs, net als Beving een pianist en componist op de grens van klassiek, jazz en improvisatie, is te spreken over de muziek van Beving. Al zal Beving niet in zijn korte rijtje favorieten van Bach, Keith Jarrett en Herbie Hancock komen. "Wat ik ervan gehoord heb, vind ik eigenlijk wel leuk. Bij ons op het conservatorium behandelen we dit genre ook. Dan vragen we aan de studenten: speel eens vijf minuten in deze toonsoort en druk dan dit of dat gevoel uit.
"Bij dit soort pianomuziek krijg je al snel het probleem dat er geen artistieke noodzaak is. Het kan een trucje worden als je weet hoe je het publiek moet beroeren. Einaudi vind ik bijvoorbeeld verschrikkelijk. Zó plat. Maar bij Beving voel ik dat hij echt iets wil uitdrukken. Het heeft harmonisch ook meer om het lijf dan Einaudi."
Componist Anthony Fiumara is ook positief over Joep Beving. 'Helemaal niet slecht', noemt hij deze muziek. "Beving past de eenvoud van een goede popsong toe. Er is veel behoefte aan dit soort direct aansprekende muziek. Heel mooi dat Beving zoveel mensen weet te raken."
Maar er is nog iets anders dat Fiumara fascineert. "Ik ben altijd geïnteresseerd in fenomenen die uit het niets lijken op te komen, zonder conservatoriumachtergrond. Daar wordt de klassieke-muziekwereld altijd erg zenuwachtig van. Want voldoet dit wel aan de academische standaard? Dat vroegen ze zich in de jaren zeventig ook af bij de minimal music en later bij Arvo Pärt. Nu is minimal music het grootste genre van de klassieke muziek, Arvo Pärt is niet meer weg te denken."
Fiumara vindt het juist mooi dat dit soort muzikanten de muziek uit de academische sfeer halen. Daardoor zijn mensen niet bang om ernaar te luisteren. "Deze muziek kun je ook begrijpen als je geen ingewijde bent in de klassieke muziek. Vergelijk het met schilderkunst. Bij een abstract schilderij denk je misschien ook: 'Ja, jeetje, het zal wel fout zijn wat ik er in zie.' Maar er is ook schilderkunst die iedereen meteen begrijpt, zoals van Andy Warhol en Roy Lichtenstein en Mark Rothko. En het hangt toch in het museum.
"Mensen als Beving voelen niet de last van de hele muziekgeschiedenis. Als je klassiek geschoold bent, vraag je je toch altijd af of je nog iets toe te voegen hebt aan al die grootheden. Als je daar niets mee hebt, ga je gewoon een mooi stuk schrijven. Zonder je daarvoor te schamen."
In de roos
Ook Frerichs vindt het interessantste van Beving dat hij de bevolkingsgroep weet aan te spreken, die wel van rustige pianomuziek houdt maar zich niet thuisvoelt bij klassieke muziek. "Volgens mij appelleren Beving en Einaudi aan een brede laag van de bevolking - ik denk wel zo'n drie miljoen mensen - die niet de gang naar het Concertgebouw maakt, maar wel een potentiële fanbase voor klassieke muziek vormt. Misschien ook wel voor mijn muziek, denk ik dan. In de jaren zeventig luisterden die mensen naar de eenvoudige stukjes van Satie die Reinbert de Leeuw ging spelen. In die tijd had je ook Focus, met Thijs van Leer. Hun bewerkingen van Bach spraken een groep mensen aan die nooit naar de Nederlandse Bachvereniging zou gaan. Berdien Stenberg: ook niet de beste fluitiste aller tijden, maar wel heel populair. Joep is er een in de rij die dit publiek bedient. En misschien is dat over tien jaar een van mijn studenten. Ik geloof namelijk niet dat Joep generatieoverstijgend zal zijn. Maar deze publieksgroep blijft."
Gaat deze doelgroep echt de overstap maken naar klassieke muziek? Daar kan ook 't Lam van Paradiso zich wel iets bij voorstellen. "Voor mensen die niet weten waar te beginnen met klassieke muziek, is dit toegankelijk genoeg om het oor te raken. Het zou best kunnen dat sommigen inderdaad hierna naar Chopin gaan luisteren. Ik merk al dat meer jongeren naar het Concertgebouw gaan."
Maar Fiumara betwijfelt het. "Chopin, Schubert, het zou kunnen dat deze mensen ervoor in zijn. Maar dan moet de klassieke-muziekwereld óók een stap zetten. Want de drempel naar het Concertgebouw is nu nog erg hoog. Voor je het weet klap je op het verkeerde moment, praat je op het verkeerde moment, mag je je glas niet mee naar binnen nemen.
"Maar misschien moeten we ophouden met vergelijkingen maken met klassieke muziek. Laat het gewoon zijn eigen waarde hebben. Want het is echt niet makkelijk om bij zo'n eenvoudig stukje precies in de roos te schieten."
Op pianoles wil iedereen Einaudi en Yann Tiersen spelen, geen klassiek
Peter le Feber, pianoleraar in Den Haag, is minimale pianisten als Einaudi en Beving dankbaar. Want de mensen die bij hem op les willen, komen voor deze muziek. Le Feber: "Mensen die klassieke muziek willen leren spelen, kom ik zelden tegen. Iedereen speelt tegenwoordig Einaudi of Yann Tiersen. Legio mensen borduren daarop voort met pianomethodes." Het concept is simpel, zegt Le Feber. "Een paar mooie akkoorden, een mooi melodietje, pedaal eronder, meer is het niet."
Maar met deze makkelijke muziek van Einaudi en consorten weet de pianoleraar mensen wel over de streep te trekken naar klassieke muziek. "Als ik dan na Einaudi 'Liebestraum' van Liszt of 'Clair de Lune' van Debussy laat horen, dan zeggen ze al gauw: 'O, dit is veel mooier, veel rijker.'" Van Joep Beving heeft Le Feber nog niet gehoord. Hij zou een welkome afwisseling van altijd maar weer Einaudi zijn. "Misschien heeft hij zelfs meer diepgang dan Einaudi."
De cd 'Prehension' van Joep Beving komt morgen uit op het label Deutsche Grammophon. Vanavond speelt hij in Paradiso, zaterdag op het festival Motel Mozaique in de Rotterdamse Schouwburg.