Rondje Europa
Servisch, Kroatisch, Bosnisch: het is één taal, maar zeg het niet hardop
"Ah, je spreekt de onze!" Inwoners van voormalig Joegoslavië reageren vaak blij verrast wanneer een vreemdeling ze in hun eigen taal aanspreekt. Maar met deze veelgebruikte formulering proberen ze ook een mogelijk ingewikkelde situatie uit de weg te gaan.
"Je spreekt Servisch!" kan natuurlijk ook, maar wat als de onbekende toevallig een Kroaat is? Of een Bosnische moslim? Dan spreekt hij vrijwel dezelfde taal, maar noemt hij hem Kroatisch, of Bosnisch. Voor het voeren van een gesprek is dat geen enkel probleem. Alle varianten lijken nog meer op elkaar dan pakweg Vlaams en Noord-Nederlands, of Brits en Amerikaans Engels. Maar als een Serviër een Kroaat vraagt of hij Servisch spreekt, is de kans aanwezig dat het gesprek eindigt voor het begonnen is.
Ruim tweehonderd taalkundigen, publicisten en andere experts op de Balkan vinden dat daaraan een einde moet komen. Donderdag presenteerden ze een verklaring waarin staat dat inwoners van Kroatië, Bosnië, Servië en Montenegro varianten van dezelfde taal spreken. 'Wij geloven dat het bestaan van een gemeenschappelijke taal het individuele recht niet in twijfel trekt waarmee iemand kan uitdrukken te behoren tot een bepaalde natie of regio, of een bepaald land', schreven ze plechtig. Ze willen niet langer dat de taal wordt gebruikt voor nationalistische doeleinden.
Voordat Joegoslavië begin jaren negentig bloederig uiteenviel, was de taalkundige situatie redelijk overzichtelijk. Iedereen sprak een variant van de standaardtaal Servo-Kroatisch. Slovenen en Macedoniërs hadden daarnaast hun eigen taal, net als minderheden zonder eigen deelrepubliek, zoals de Albanezen in Kosovo.
Gefronste wenkbrauwen
Na de scheiding begonnen alle landen - of bevolkingsgroepen daarbinnen - hun identiteit te verstevigen. De taal bleek daarbij een geliefd hulpmiddel. Kroatië veranderde als eerste zijn standaardtaal, in Kroatisch. Dat gebeurde deels om de opgelegde taalkundige eenheid uit Joegoslavië ongedaan te maken. Maar bij veel Kroaten leidde het tot gefronste wenkbrauwen. Zo gebruikt iedere Kroaat het woord avion, maar in overheidscommunicatie en de media is een vliegtuig tegenwoordig een zrakoplov ('luchtschip'). Een ambassadeur werd een veleposlanik ('hoogafgezant').
Buurland Bosnië is een waar linguïstisch mijnenveld. Een officiële taal kent het land met drie bevolkingsgroepen niet. Moslims noemen hem Bosnisch, Serviërs hebben het over Servisch en Kroaten houden het op Kroatisch, maar de verschillen binnen het land zijn miniem. Het Servisch in een stad als Banja Luka heeft meer gemeen met het Kroatisch dan met de variant die de inwoners van de Servische hoofdstad Belgrado spreken.
De nieuwe verklaring van de prominenten lijkt voorlopig niet veel effect te sorteren. Niet op de bewoners, die doorgaan 'hun' taal te spreken. En niet op politici, die het unieke karakter van hun taal benadrukken. De Kroatische premier Andrej Plenkovic had zijn reactie al klaar nog voor de verklaring was gepresenteerd. "De Kroatische taal is vastgelegd in onze grondwet. Kroatisch is een van de officiële talen van de EU", sneerde hij naar de buurlanden, die geen EU-lid zijn. "Het is onnodig tijd te verspillen aan allerlei informele initiatieven."