Schouten / Musea en metro’s
De inrichting van publieke voorzieningen is alleen in sprookjes en utopische geschriften geen punt van discussie.
Dat komt natuurlijk omdat zaken als openbaar vervoer en museumbezoek geen prominente rol spelen in onze ideale en gedroomde werelden. Het zal er allemaal wel zijn maar we maken ons er niet zo druk over. De werkelijkheid is anders. In Nederland steekt van tijd tot tijd de discussie de kop op of het museumbezoek gratis moet wezen, en of we misschien voor niks met tram en bus moeten rijden teneinde het autoverkeer te ontlasten. Enkele incidentele uitzonderingen daargelaten (een weekendje gratis reizen in een provinciestad, voor niks het museum in op een open museumdag), lijken we ervoor te kiezen voor beide voorzieningen wat geld neer te tellen, niet al te veel maar ook niet zo weinig dat we er zonder nadenken naar binnen kunnen hollen. Afgelopen weekend was ik in Londen. Het openbaar vervoer is daar schreeuwend duur, een enkel ritje met de metro kost als je niet uitkijkt drie pond, ongeveer vier euro vijftig, oftewel, voor de hardnekkige omrekenaars, tien gulden. De grote musea zijn daarentegen gratis. Voor kunstliefhebbers is het bijgevolg een eldorado, je loopt zonder mankeren het British Museum eventjes in, staat versteld van de droomachtige beelden uit het Assyrische rijk en vooruit, pikt nog even een zaaltje Polynesische taboepraktijken mee, en gaat met de metro hup naar het Tate Britain Museum, voor een stuk of wat portretten van Reynolds of Gainsborough. Eigenlijk heb je het gevoel dat je het entreegeld in de metro betaalt, als je zou lopen zou het kunstminnend leven daar bijkans gratis zijn. Ik weet niet of men de Londense bevolking van hogerhand naar de cultuur wil sturen maar zo lijkt het wel te werken, wie geen schilderijen wil betaalt zich alleen maar blauw aan treinen en bussen. Nederland is wat democratischer ingesteld, wie niet van Rembrandt of Jan Steen houdt is niet onvoordeliger uit dan Ruysdael-kenners en Mondrianisten. Er lijkt geen stimulerend of ontmoedigend principe achter onze prijzen voor openbare voorzieningen te zitten. Ik weet niet wat beter is, wel dat de gratis toegang van musea in Londen betekent dat je voortdurend in de metro stapt om ergens te gaan kijken. Het geld komt dus toch wel binnen, is het niet rechtsom dan wel linksom. Al wandelend door Londen (ook gratis) bedacht ik dat de museumjaarkaart, een uitvinding waarbij je tegen betaling gratis naar het museum mag, een typisch Nederlands goed is: iets wat helemaal voor niks is, zoals de National Gallery voor de Britten, zou ons waarschijnlijk achterdochtig stemmen: is het wel kwaliteitsspul dat daar hangt? Ik geloof ook niet dat het feit dat de grote Britse musea gratis zijn betekent dat er zoveel meer hooligans en ander ruw en ongemanierd volk naartoe getrokken wordt. Zomin als ik denk dat gratis voetbalwedstrijden opeens allerlei Feingeisten zullen trekken. Misschien is het dus wel goed en verstandig zoals we dat in Nederland doen, een beetje voor dit en een beetje voor dat. Maar het voelt wel even heerlijk, zo’n stad bij wier schatten je vrijelijk in en uit mag lopen.